20
ook een stage in het buitenland mogelijk te maken (hoe gelukkig ook op
zich zelf), zou bovendien de waarborgen tegen lichtvaardige uitreiking van
diploma's, althans zeker de controle daarover, niet onbelangrijk verzwakken.
Ter geruststelling van prof. Brugmans kan ik echter verzekeren, dat
het geenszins de bedoeling was op een eventueel examen eene uitgebreide
feitenkennis te eischenmaar dat er in hoofdzaak gedacht is aan het
maken van een opstel over een op te geven onderwerp, daarna vooral
ook aan het verrichten van eenig praktisch archiefwerk, dat mondeling
toegelicht en gerechtvaardigd zou moeten worden.
Resumeerende spijt het mij niet, dat prof. Brugmans tegen ons is
opgetreden. Ik geloof, dat het gebleken is, dat er bij hem en zijne vrienden
wel eenig misverstand heerschte over onze bedoelingen. Zeker althans is
het, dat wij beiden eene historisch-juridische vorming noodig achten.
Er kan dus alleen sprake zijn van verschil over het meer of minder op
den voorgrond treden van een der beide noodige elementen. Al zijn wij
het nog niet eens geworden (en al zullen de archivarissen, die de praktijk
van hun vak kennen, het vermoedelijk met de buitenstaanden wel nooit
volkomen eens worden), ons verschil is zeker niet groot. Dit te kunnen
constateeren, is mij een groot genoegen.
S. MULLER Fz.
De jaarstijl der bisschoppen van Utrecht
De jaarstijl der bisschoppen van Utrecht van voor het midden der
13de eeuw heeft, naar ik meen, nog geen bepaald onderzoek genoten.
Daarom veroorloof ik mijmededeeling te doen van wat mij daaromtrent
gebleken is bij de regeling van het archief der abdij te Dikninge. De
hierna aangehaalde stukken zijn te vinden in 't cartularium der abdijtenzij
eene andere bron wordt opgegeven.
Bisschop Andreas geeft tienden aan de Gouwe aan 't kapittel van
Oudmunster en verklaart daarbij„Gesta autem sunt haec anno unigeniti
„Dei incarnati MCXXX1X, indictione II, anno episcopatus mei XII 2), anno
„vero primo regni Conradi" (v. d. Bergh, 1 No. 123).
't Eerste koningsjaar van keizer Koenraad (II) liep van 13 Maart
Dit rudimentair opstel geeft niet zooveel als de titel belooft. Ik zou 't dan
ook in portefeuille hebben gehouden temeer wijl mij bleek dat Mr. S. Muller Fz.
binnenkort over 't zelfde onderwerp eene studie zal publiceeren in de Verslagen en
Mededeelingen der Koninklijke Academie wanneer mij niet publicatie was verzocht.
2) Is dit cijfer juist, dan wijst 't op een nederleggen van de bisschoppelijke
waardigheid door bisschop Godebald geruimen tijd vóór zijn overlijden in November
1128, en een optreden van Andreas voor 12 Maart van dat jaar. De dateering van
geen der andere, door Godebald uitgegeven stukken is hiermede in strijd.
21
1138—1139 Maart 12. 't Indictiegetal wijst op 1139. Het stuk dagteekent
dus van 1 Januari a 12 Maart 1139.
Gebruikt is dus noch Paasch-nóch Maria-Boodschapstijldoch wel
licht Kerststijl.
Bisschop Harbertus schonk goederen aan de abdij te Ruinen onder
dagteekening„Acta sunt hec anno ab incarnacione Domini millesimo
„centesimo quadragesimo primo, indictione IIII, anno regni Cunradi Ildi
„tercio, secundo autem episcopatus domini Herberti".
Het derde koningsjaar van keizer Koenraad III (zichzelven noemde
hij steeds Koenraad II) liep van 13 Maart 11401141 Maart 12. De
4de indictie komt overeen met 1141. Het stuk dagteekent dus van 1 Januari
a 12 Maart 1141.
In overeenstemming hiermede is 't pontificaatsjaar. Andreas was nog
bisschop in 't voorjaar van 1139. Volgens den Annalista Saxo stierf
Andreas in 1139. Herbert werd toen bisschop, 't Voorjaar van 1141 was
dus in zijn tweede bisschopsjaar.
Gebruikt is dus noch Paasch-, noch Maria-Boodschapstijl, doch wel
licht Kerststijl.
Bisschop Godfried, 't klooster te Ruinen beschenkende, geeft daarbij
als dagteekening: „Datum Volnho, III Idus Aprilis, anno dominice incar-
„nationis MCLXIX, regnante domino glorioso Frederico, invictissimo
„Romano(rum) imperatore, anno regni eius XVIII, anno autem episcopi
„domini Godefridi Traiectensis episcopi XIII".
Het 18de koningsjaar van keizer Frederik I Barbarossa liep van
9 Maart 11691170 Maart 8. III Idus Aprilis is 11 April. Paschen viel
in 1169 op 20 April, in 1170 op 5 April; in 't Paaschjaar 1169(1170 is
dus geen 11 April. Het jaar 1169 naar den Maria-Boodschapstijl liep
van 25 Maart 11691170 Maart 24; en bevatte dus een lien April
(11 April 1169).
Gebruikt is dus Maria-Boodschapstijl of Kerststijl (of jaardagstijl).
Van den Bergh (I No. 158) deelt eene acte mede van bisschop Godfried
„Acta sunt hec anno incarnacionis Christi millesimo centesimo septuagesimo
„octavoindictione undecimaregnante imperatore Fredericoanno regni
„ejus vicesimo sexto, imperii et episcopatus mei vicesimo tercio." In
verband met de konings- en keizersjaren moet dit stuk dagteekenen uit
18 Juni 1 1771178 Maart 8; 't indictiegetal wijst op 1178. 't Stuk dag
teekent dus uit 1 Januari a 8 Maart 1178.
Gebruikt is dus noch Paasch-noch Maria-Boodschapstijldoch wel
licht Kerststijl.
Bisschop Otto II noemde 1217 zijn 1ste pontificaatsjaar2), 1218
Aangehaald door Pijnacker Hordijk, Quaedam Narracio, pag. 127, 128.
2) Oorkondenboek voor Groningen en Drente, Nos. 60—62.