202
Yoor die administratie werd op den 18 September 1815 een afzon
derlijk Departement van den waterstaat en van de
publieke werken ingesteld, staande onder het beheer van een Minister 2).
Dat departement werd, ingaande 1 Januari 1820, opgeheven en de admi
nistratie van den waterstaat en der publieke werken met die der binnen-
landsche zaken vereenigd tot een Departement van binnen-
landsche zaken en waterstaat 3).
Ingaande 1 Januari 1830, werd de administratie van den waterstaat
van het Departement van binnenlandsche zaken afgescheiden en met de
zaken der nationale nijverheid en der koloniën vereenigd tot een Depar
tement voor den waterstaat, de nationale nijverheid
en de koloniën4), doch op den len October 1831 weder naar het
Departement van binnenlandsche zaken teruggebracht, 5)
waar zij tot 1877 is gebleven.6)
De zaken van koophandel werden bij Souv. besluit van 6 April
1814, no. 5, opgedragen aan het üepartement van koophandel
en koloniën. Een Raad van koophandel en koloniën
werd ingesteld 7), aan wien werd opgedragen om het Hoofd van genoemd
departement te dienen van consideratiën en advies in alle zaken betreffende
de algemeene belangen van den koophandel en de daaraan verbonden
scheepvaart. De Kamers van koophandel stonden in onmiddellijke be
trekking tot dien Raad.
Ingaande 1 April 1818 werd de administratie van den koophandel
Kon. besluit 16 September 1815, La. H. De superintendentie van 's lands
gebouwen was daaronder begrepen. Bij Kon. decreet van 3 Februari 1807 no. 1
was het oppertoezicht over de gouvernementsgebouwen in de residentie opgedragen
aan een Commissaris.
2) Benoemd bij Kon. besl. van 16 September 1815, L.a. H.
Kon. besluit 31 December 1819 no. 115. (Zie de beschrijving van het
Departement van binnenlandsche zaken.)
Kon, besluit 29 December 1829, no. 4. Het beheer der groote wegen,
vaarten enz. was, ingevolge Kon. besluit van 12 Augustus 1828, no. 110, gesteld
onder het beheer van het Amortisatie-syndicaat. De administratie der Algemeene
landsdrukkerij was bij het Departement van binnenlandsche zaken gebleven.
l) Kon. besluit 12 Juli 1831, no. 33.
6) Een administrateur voor den waterstaat enz. werd bij Kon. besluit van 28
September 1823, no. 102, benoemd en bij Kon. besluit van 1 November 1828, no
108, een administrateur der mijnen. Die betrekkingen werden bij Kon. besluit van
9 September 1831, no. 16, opgeheven en bij Kon. besluit van 13 December 1831,
no. 72, werd een Raad-adviseur voor den waterstaat benoemd. Het materieel beheer
der groote wegen, vaarten enz. werd bij de opheffing van het Amortisatie-syndicaat
naar het Departement van binnenlandsche zaken teruggebracht. Het financieel
beheer werd opgedragen aan het Departement van financiën (Kon besluiten 22 Maart
1841, no. 112, en 27 Maart 1841, no. 91.)
7) Kon. besluit 6 April 1814, no. 5. Instructie vastgesteld bij Kon. besluit
van 25 Juni 1814, no. 66. De Raad van koophandel en koloniën is bij Kon.
besluit van 25 Juli 1820, no. 68, ontbonden, ingaande 1 October 1820.
203
gebracht bij het Departement var, onderwijs, nationale
n ij verheid en koloniën1); op 1 April 1824 bij het Depar
tement van nationale nijverheid en koloniën2); op
9 April 1825 bij het Departement van binnenlandsche
zaken, onderwijs en waterstaat3); op 1 Januari 1830 bij het
Departement van nationale nijverheid, waterstaat
en koloniën4); op 1 October 1831 bij het Departement van
nationale nijverheid en koloniën5) en op 1 Januari 1834
bij het Departement van buitenlandsche zaken6), waar
zij tot 4 Febr. 1841 bleef. 7) (Zie Nijverheid.)
De behandeling der zaken van nationale n ij verheid werd op
den len December 1813 8) opgedragen aan den Commissari s-G ene-
raai voor de binnenlandsche zaken; op 1 April 1818
gebracht bij het Departement van onderwijs, nationale
nij verheid en koloniën9); op 1 April 1824 opgedragen aan het
Departement van de nationale n ij verheid en de
koloniën10); op 9 April 1825 vereenigd met de zaken van koophandel
en overgebracht naar het Departement van binnenlandsche
zaken, onderwijs en waterstaat11); op 1 Januari 1830 ge
voegd bij het Departement van de nationale n ij verheid,
den waterstaat en de koloniën12); op 1 October 1831 bij het
Departement van de nationale nijverheid en de
koloniën13), en op 1 Januari 1834 overgedragen aan het Departe
ment van buitenlandsche zaken.14)
Kon. besluit 19 Maart 1818.
2) Kon. besluit 30 Maart 1824, no. 109. Bij Kon. besluit van 29 Maart 1824,
no. 163, werd eene Nederlandsche Handels-Maatschappij opgericht. Zie ook Kon.
besluit 18 Augustus 1824 (Bijv. St. XI, 626).
3) Kon. besluit 5 April 1825, no. 88.
4) Kon. besluit 29 December 1829, no. 4,
Kon. besluit 12 Juli 1831, no. 31.
e) Kon. besluit 12 October 1833, no. 77.
7) Ken. besluit 4 Februari 1841, no. 101.
8) Besluit Alg. bestuur 1 December 1813.
9) Kon. besluit 19 Maart 1818. Zie de Kon. besluiten van 28 Juni 1818 en
7 Januari 1851, houdende oprichting en ontbinding van Oommissiën van landbouw,
zoomede de Kon. besluiten van 28 Augustus 1822 en 13 December 1822, houdende
oprichting en goedkeuring der statuten van de Algemeene Nederlandsche maat
schappij van de volksvlijt te Brussel
10) Kon. besluit 30 Maart 1824, no. 109.
41) Kon. besluit 5 April 1825, no. 88.
l2) Kon. besluit 29 December 1829, no. 4.
u) Kon. besluit 12 Juli 1831, no. 31.
14) Kon. besluit 12 October 1833, no. 77.