L 18?4' 14 St292)- Di' b<te
194
de uitvoering der wet betrekkelijk den doortocht en het vervoer van
landverhuizers werd hem in 1861 opgedragen. J)
De afdeeling Telegrafie werd op den len Januari 1870 over
gebracht naar het Dep. van financiën, terwijl het toezicht op het beheer
der gestichten te Ommerschans en Veenhuizen op den len Januari 1875
werd overgedragen aan den Minister van justitie.2; De afdeeling Onder-
wijs, Kunsten en Wetenschappen werd in Juni 1875 in
twee afdeelingen, O n d e r w ij s en Kunsten en W eten schappen
gesplitst.
De zorg van de uitvoering der wetten en wettelijke verordeningen
betrekkelijk den waterstaat, de publieke werken, spoor
wegen, openbare middelen van vervoer, scheepvaart, strandvonderij, 3)
zeevisscherijen, stoomtoestellen, gevaarlijke- en schadelijke- of hinderlijke
inrichtingen, landverhuizers, octrooien, het mijnwezen en ijkwezen, de
kamers van koophandel en fabrieken, strandvonderij, het reddingswezen
en andere handels-, nijverheids- en scheepvaartzaken, werd op den 6en
November 1877 van het Dep. van binnenlandsche zaken overgebracht
naar het nieuw opgerichte Departement van waterstaat, handel en nijver
heid,4) terwijl het toezicht op de handhaving van het auteursrecht, dat
in 1817 5) aan den Minister van binnenlandsche zaken was opgedragen
in 1881 6) overging op den Minister van justitie.
Het archief der dotatie van wijlen Z. K. H. Prins Prederik der
Nederlanden werd op den len Januari 1898 overgenomen van het Dep
van financiën 7), maar op den len September 1901 overgedragen aan
het Dep. van waterstaat, handel en nijverheid, 8) terwijl het beheer van
eenige domeinen op 1 Januari 1898 en 1 Januari 1899 van het Dep.
van financiën naar het Dep. van binnenlandsche zaken overging, 9) maar
op den len September 1901 werd overgebracht naar het Dep. van water-
staat, handel en nijverheid, 10) met uitzondering van het beheer van eenige
to a VanT.1 JulV 1861 no- Commissiën van toezicht zijn gevestigd
msterdam, Rotterdam, Dordrecht, Vlissingen en Harlingen (Kon. besluiten
25 Augustus 1861, 2 November 1861, 26 Nov. 1869, 7 December 1874) Het toe
zicht werd m 1877 overgedragen aan het Dep. van Waterstaat, handel en nijverheid:
s) Zie Kon. besluit 24 Augustus 1814 (St. bl. no. 97).
4) Kon. besluit 6 November 1877 (St. bl. no. 194). De drie afdeelingen
„Waterstaat en publieke werken', „Spoorwegen" en „Nijverheid" werden opgeheven
5) Zie wet 25 Januari 1817 (St. bl. no. 5).
6) Wet van 28 Juni 1881 (St. bl. uo. 124).
0 Kon. besluit 23 December 1897, no. 35 (Bijv. St. bl. 809).
Kon. besluit 26 Augustus 1901 (St. bl. no. 206)
1898, noK54. h681""6" 23 DeCember 1897> na 35 (BÜV- St- bl no. 809) en 27 December
I0) Kon. besluit 26 Augustus 1901 (St. bl. no. 206).
195
op 1 Januari 1898 overgenomen visscherijen, dat op 1 Januari 1899
weder naar het Dep. van financiën was teruggebracht.
Bij de oprichting van het Centraalbureau voor de statistiek (1899)
werden de werkzaamheden betrekkelijk de statistiek aan dat bureau over
gedragen. 2)
Op den len September 1901 werden de werkzaamheden betrekkelijk
den landbouw, tuinbouw, de houtteelt, veeteelt, hondsdolheid, het veeart-
senijkundig staatstoezicht en het onderwijs in de veeartsenijkunde door
het Dep. van binnenlandsche zaken overgedragen aan het Dep. van
waterstaat, handel en nijverheid, terwijl de zorg voor de uitvoering van
de arbeidswet, veiligheidswet, phosphorluciferswet, ongevallenwet en der
wet op de kamers van arbeid door het Dep. van binnenlandsche zaken
van het Dep. van waterstaat, handel en nijverheid werd overgenomen. 3)
In verband daarmede werd de in Januari 1898 bij het Dep. van bin
nenlandsche zaken opgerichte afdeeling „Landbouw" overgebracht naar
het Dep. van waterstaat, handel en nijverheid, en de bij laatstgenoemd
departement bestaande afdeeling „Arbeid" door het Dep. van binnenlandsche
zaken overgenomen.
De afdeelingen „Medische politie" en „Binnenlandsch bestuur" werden
in 1901 tot ééne afdeeling vereenigd. 4)
III.
Het Departement van waterstaat, handel en nijverheid.
1. 1798—1813.
Het beheer van den waterstaat werd in 1798 5) opgedragen
aan den Agent van inwendige politie en van toe
zicht op den staat van dijken, wegen en wateren.6)
Behalve de bureau-geëmployeerden werden hem eenige commissarissen-
inspecteurs over 's lands waterwerken toegevoegddie belast waren met
het toezicht over wegensluizendijkenkribben en waterwerken. 7)
Kon. besluit 27 December 1898, no. 54. De tot de rentambten Zwaluwen
en Niervaart behoorende visscherijen in den Amer, de Nieuwe Merwede en het
Hollandsch diep.
2) Kon. besluit 9 Januari 1899 (St. bl. no. 43). Zie Kon. besluit van 3 Juli
1826, no 52.
3) Kon. besluit 26 Augustus 1901 (St. bl. no. 206).
4) Daaronder behoort ook het Armwezen, waarvoor tot 1875 eene afzonderlijke
afdeeling bestond.
5) 27 Maart 1798.
G) Benoemd 21 Februari 1798 en ontslagen 9 Augustus 1802, ingaande 31
Augustus 1802. Zie de beschrijving van het Departement van binnenlandsche zaken.
7) Besl. Uitv. Bewind 24 Mei 1798 no. 38.