190 van 18 September 1817, la. E 3, ingestelde zeven afdeelingenGenerale- secretarie, Binnenlandsch bestuur, Plaatselijke belastingen, Nationale militie en schutterij, Nationale nijverheid en statistiek, 4) Armwezen en onder stand, Geneeskundig (en veeartsenijkundig) staatstoezicht 2), met de ge noemde afdeelingen uitgebreid. Bepalingen omtrent het houden van agenda's en indices en de behandeling der stukken werden bij Kon. besluit van 4 September 1823, no. 7, 3) en bij beschikking van den Minister van binnenlandsche zaken en waterstaat van 28 December 1823, no. 2, vastgesteld. 4) Het toezicht over de postwagens, diligences, stoombooten, veer schepen, schuiten en alle andere middelen van vervoer werd bij Kon. besluit van 30 Maart 1824, no. Ill, overgebracht naar het Departement der ontvangsten. 5) Door de vereeniging van het Dep. van binnenlandsche zaken en waterstaat met de van het Dep. van de publieke werken, de nationale nijverheid en de koloniën afgescheiden administratie van onderwijs, kunsten en wetenschappen, verkreeg het Departement van bin nenlandsche zaken en waterstaat, ingaande 1 April 1824, den titel van Departement voor de binnenlandsche zaken, het on derwijs en den waterstaat6), welke titel na de afscheiding van de zaken der nationale n ij verheid van het Departement van de nationale nijverheid en de koloniën en de toevoeging van die zaken aan het Departement voor de binnenlandsche zaken, het onderwijs en den waterstaat, ingaande den 9en April 1825, werd veranderd in Departement van binnenlandsche zaken.7) Een afzonderlijk bureau voor de Statistiek werd op den 3en Juli 1826 bij het departement ingesteld. 8) De werkzaamheden van dat Zie Kon. besluit van 3 Juli 1826, no. 52, waarbij een afzonderlijk bureau voor de Statistiek werd ingesteld. Het toezicht op den veestapel en de wering van ziekten onder het vee behoorde bij de administratie der Nationale nijverheid. 2) Zie Kon. besluit van 13 Juli 1818, no. 79. 3) Bijv. St. bl., bekn. uitg. V, 591. 4) Die ministerieele beschikking werd ingetrokken bij beschikking van den Min. van binnenlandsche zaken van 30 December 1873, no. 168, le afd terwijl nadere bepalingen werden vastgesteld bij beschikking van 25 October 1880, la. A, afd. A. Z. C. 3) Zie de beschrijving van het Dep van financiën. Óp 1 Januari 1846 werd het toezicht over de postwagens enz. weder aan het Dep. van binnenlandsche zaken opgedragen. (Kon. besluit 10 November 1845, St. bl. no. 91.) 6) Kon. besluit 30 Maart 1824, no 108. (Bijv. St. XI, 121.) Waterstaat en publieke werken werd bij Kon. besluit van 29 December 1829, uo. 4, aan het Dep. van binnenlandsche zaken ontnomen en overgebracht naar het nieuwe Departement van den waterstaat, de nationale nijverheid en de koloniën. 7) Kon. besluit 5 April 1825, no 88. (Bijv. St. XII, 2e d, 230.) 8) Kon. besluit 3 Juli 1826, no. 52. De in 1859 ingestelde afdeeling „Statistiek" is in 1879 opgeheven. Bij Kon. besluit van 5 November 1858 (St. bl. no. 75) werd eene Rijks- Commissie voor Statistiek ingesteld en het toezicht op hare werkzaamheden opge- 191 bureau werden bestuurd door eene commissie, samengesteld uit den Minister, als voorzitter, en de drie administrateurs van binnenlandsch bestuur, onderwijs en nationale nijverheid, geassisteerd door den Secretaris van het Dep. van binnenlandsche zaken, als secretaris. De zaken van den Roomsch Catholieken eerediens t, welke sedert 16 September 1815 bij een afzonderlijk departement waren behandeld, werden op den len Augustus 1826 overgedragen aan het Dep. van binnenlandsche zaken.1) Vervolgens werden de behandeling van ver schillende zaken, o.m. betreffende het opbouwen, oprichten of veranderen van koren-, mout- of pelmolens 2), de instelling van week- of jaarmark ten 2), de oprichting van molens op niet bevaarbare en vlotbare wateren en van hoogovens, ijzerhamers enz. 3), den opbouw en den herbouw van en het maken van veranderingen aan Boomsch Catholieke kerkgebouwen 4), successievelijk aan het Dep. van binnenlandsche zaken opgedragen, ter wijl de behandeling der zaken van den Boomsch Catholieken eeredienst, ingaande 1 Januari 1830, aan het Dep. van binnenlandsche zaken werd ontnomen en overgebracht naar de generale directie voor de zaken van den Boomsch Catholieken eeredienst. s) De zaken van den waterstaat en de publieke werken en der nationale n ij verheid, met uitzondering van hetgeen de landsdrukkerij betrof, werden op den len Januari 1830 van het Dep. van binnenlandsche zaken afgescheiden en overgedragen aan het nieuw opgerichte Departement van den waterstaat, de nationale nijverheid en de koloniën e), maar de zaken van den waterstaat en de publieke dragen aan den Min. van binnenlandsche zaken. Deze commissie is bij Kon. be sluit van 29 December 1861 ontbonden. De thans bestaande Centrale commissie voor de Statistiek is ingesteld bij Kon. besluit van 6 October 1892 (St.bl. no. 232), terwijl hare werkzaamheden, met betrekking tot de Hoofden der departementen van algemeen bestuur, bij Kon. besluit van 9 Januari 1899 (St. Cour. 14 Juli 1826, no. 43) zijn geregeld. 4) Kon. besluit 10 Juli 1826, no. 12. (St. Courant 14 Juli 1826.) 2) Kon. besluit 30 Sept. 1827, no. 117. De genoemde werkzaamheden waren bij Kon. besluit van 11 April 1822, no. 18, aan het Dep. van binnenlandsche zaken ontnomen en werden daarvan, ingaande 1 Januari 1830, weder afgescheiden. 3) Kon. besluit 25 Maart 1828, no. 124. 4) Kon. besluit 25 Maart 1828, no. 124. De beschikking over dergelijke zaken van- Hervormde en andere niet Roomsch Catholieke gemeenten bleef over gelaten aan het Dep. van de Hervormde en andere niet Roomsch Catholieke eere diensten, overeenkomstig het bepaalde bij Kon. besluit van 16 Augustus 1824 (St. bl. no. 45). Zie mijne ingezonden stukken over bet eigendomsrecht van kerken en kerktorens, voorkomende in het Tijdschrift ter beoefening van het Administratief recht, XVIII blz. 30, 57 en XX blz. 189. s) Bij Kon. besluit van 4 December 1829, no. 114, werd eene generale directie voor de zaken van den Roomsch Catholieken eeredienst ingesteld en een Directeur- Generaal benoemd. Kon. besluit van 29 December 1829, no. 4.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1905 | | pagina 10