128
voor die taak ongeschikt is. Aan een kerkelijk Bestuur, welks
bevoegdheid tot provincie of classis beperkt is, kan zij niet worden
opgedragen. Er blijft dus niets anders over, dan het toezicht op
de archieven te brengen bij de Synodale Commissie, in wier werk
kring, zooals die omschreven is in art. 70 van het Algemeen Regle
ment, het trouwens geheel past.
Art. 3.
De Algemeene Synodale Commissie is bevoegd zich bij de uitoefening
van hare taak ten aanzien der kerkelijke archieven te laten bijstaan door
de Provinciale Kerkbesturen en de Classicale Besturen.
Yoor bijzondere gevallen kan zij zich bedienen van de hulp van een
tijdelijk door haar aan te stellen deskundige.
Art. 3 beoogt, aan de Algemeene Synodale Commissie de
gelegenheid te openen een deel van hare toeziende macht te dele-
geeren aan de Provinciale Kerkbesturen en de Classicale Besturen.
Daarbij wordt gedacht aan eene regeling als deze, dat de Alge
meene Synodale Commissie rechtstreeks toezicht uitoefent
op de archieven der Synode en der Provinciale Kerkbesturen
door bemiddeling der Provinciale Kerkbesturen op die der
Classicale Besturen en door bemiddeling der Classicale
Besturen op de archieven der Kerkeraden. Die regeling is echter
opzettelijk niet met evenzoovele woorden aangegeven. De Alge
meene Synodale Commissie regele de zaak, gelijk zij dienstig acht.
Als hare bevoegdheid maar is uitgesproken om zich van de hulp
der Provinciale Kerkbesturen en der Classicale Besturen te bedienen,
dan is dit, in verband met art. 73 Algemeen Reglement, voldoende.
Met de tweede alinea verkrijgt de Algemeene Synodale Com
missie de bevoegdheidom zich in speciale gevallenb.v. voor
het inventariseeren van belangrijke archieven of het herstellen van
archiefstukkenvan de hulp van een deskundige te bedienen. Een
dergelijke bevoegdheid kan niet worden gemist.
Behelzen de artt. 1 3 onmisbare algemeene bepalingen, in
de artt. 4-7 wordt over de bewaring der archieven gehandeld.
Art. 4.
De kerkelijke archieven worden zoodaning bewaarddat hunne
ongeschonden instandhouding zooveel mogelijk verzekerd is.
Wanneer bij de invoering van dit Reglement eenig kerkelijk archief
zoodanig wordt bewaarddat daaruit gevaar voortvloeit voor zijne onge-
129
schonden instandhouding, zijn de aangewezen beheerders, krachtens hunne
verantwoordelijkheid, verplicht, om terstond maatregelen te beramenten
einde, zooveel dit in hun vermogen is, het gevaar af te wenden.
De eerste alinea behoeft geene toelichting. Een voorschrift
van dien aard mag niet ontbreken. Wat de tweede alinea betreft,
niet onmogelijk is men geneigd haar te noemen een dood paard
aan een boom gebonden. En het kan gereedelijk worden toegegeven,
dat, zoolang de besturen niet over geldmiddelen te beschikken
hebbeneene afdoende verbetering van slechte archiefbewaar
plaatsen onder de desiderata zal blijven behooren. Afdoende
maatregelen konden dan ook niet gebiedend worden voorgeschreven.
Het moest blijven bij een „zooveel dit in hun vermogen is".
Toch mocht eene dergelijke bepaling niet worden gemist. Zij kan
in elk geval een prikkel zijn voor de Bestnrenom onmogelijke
toestanden niet maar eenvoudig te laten voor hetgeen zij zijn. En
elke verbetering, al is zij dan ook niet afdoende te noemen, is
winst.
Art. 5.
Wanneer, ten gevolge van onvoldoende bewaring, archiefstukken,
die niet zouden kunnen worden vervangen, dreigen verloren te gaan, en
het Bestuur, wien zulks aangaat, na herhaalde aanmaning van bevoegde
zijde, geene afdoende maatregelen neemt om dit te voorkomen, is de
Algemeene Synodale Commissie bevoegddergelijke stukken onverminderd
het recht van de eigenaars op hun eigendom en het gebruik daarvan in
bewaring te stellen in het archief van de Algemeene Synode der Neder-
landsche Hervormde Kerk.
Archiefstukken zijn niet alle van gelijk belang. Er zijn er,
wier verlies van geene groote beteekenis zou kunneu worden
geacht, hetzij dan omdat zij geene blijvende waarde hebbenhetzij
omdat men ze weer zou kunnen aanschaffen. Maar er zijn ook
archivalia, welker verlies onherstelbaar zou zijn, omdat zij
niet weer zijn te vervangen. Dergelijke archiefstukken dienen
voor den ondergang te kunnen worden bewaard. Yoor dat doel
is art. 5 ontworpen. En waar nu de Kerk getoond heeft geen
archief-depóts te willenbleef er wel niets anders overdan om
archiefstukken, die men voor ondergang wil bewaren, op te nemen
in het Synodaal Archief, dat zeker toch nog wel de veiligste
gelegenheid daarvoor aanbiedt.
Art. 6.
Yan alle kerkelijke archieven worden door hunne beheerders volledige
inventarissen opgemaakt en bijgehouden.