142
vinciale of gemeentebesturen dikwerf zeer bezwaarlijk zijn, om, buiten
het bestaande archiefpersoneel, iemand te vinden, in staat zich met de
regeling van dergelijke archieven te belasten.
Art. 18^.. Het is inderdaad juist, dat het de bedoeling is aan den
concierge van het Algemeen Rijksarchief, die 25 jaren dienst en een
zeer drukken werkkring heeft, eene vergoeding van 475 per jaar toe
te kennen voor gemis van vrije woning, vuur en licht.
I)eze beambte was vroeger onder dezen zelfden vrijdom gehuisvest in
het Rijksarchiefgebouw. Zooals in de Memorie van Toelichtig is mede
gedeeld, bevat het nieuwe gebouw geen dergelijke dienstwoning en het
is wenschelijkdat de concierge in de gelegenheid wordt gesteld eene
woning te betrekken in de nabijheid van het archiefgebouw. Eene ge
schikte woning is gevondendoch doet in dit gedeelte der residentie eene
betrekkelijk hooge huur, nl. 400. Het is dus duidelijk, dat in het
voorgestelde bedrag geen bedekte traktementverhooging gelegen is.
Art. 183. Het lste jaarverslag omtrent de werkzaamheden der com
missie van advies voor 's Rijks geschiedkundige publicatiën wordt afgedrukt
in de verslagen omtrent 's Rijks oude archieven over 1902.
Art. 184. Dat de thans voorgestelde verhooging ook aan de lagere
beambten zal ten goede komen, blijkt wel hieruit, dat de amanuenses,
klerken en bedienden bij de nieuwe regeling in 10 jaren van ƒ400 tot
ƒ1000 zullen opklimmen terwijl dit bij de bestaande regeling eerst in
18 jaren het geval was. Dat de bezoldiging der concierges, die bij hun
salaris nog veelal emolumenten als genot van vrije woningvuur en
licht hebben, in verband met den van hen geëischten arbeid, karig
zoude zijnkan niet worden toegegeven.
Dat de traktementen van sommige Jagere ambtenaren eerst in de
derde maand worden uitbetaald, is niet juist. Dit zou slechts het geval
kunnen zijn bij tijdelijke ambtenaren en dezen komen bij het hierbedoelde
personeel niet voor. Mocht er door sommigen evenwel uitbetaling per
maand worden gewenscht, dan bestaat hiertegen geen bezwaar, indien
een verzoek daartoe mocht worden gedaan Een algemeene regel hier
voor vast te stellen, komt reeds daarom niet wenschelijk voor, daar het
gebleken is, dat verscheidene ambtenaren aan uitbetaling om de drie
maanden de voorkeur geven.
In de Dinsdag 20 October 1903 onder voorzitterschap van den Al-
gemeenen Rijksarchivaris gehouden vergadering van rijksarchivarissen was
de materieele zorg voor de bewaring van geteekende kaarten aan de
orde. Met meerderheid van stemmen werd de wenschelijkheid uitgesproken,
dat de kaarten los op elkander geplaatst worden in houten kasten op
planken of ladendie uit- en ingeschoven kunnen worden.
143
Nadat in de Octobervergadering van den gemeenteraad van 's-Gra-
venhage door de heereu Dolk en Yan den Burgh op verbetering van
de localiteit van het gemeentearchief en verhooging van de jaarwedde van
den tijdelijken archivaris was aangedrongen werd een voorstel van den
tweede om die jaarwedde van 600 op 800 te brengen aangenomen.
Sedert hebben Burgemeester en Wethouders geadviseerd op de
adressen der heeron De Bas c s. en Wichers c.s. (zie Archievenblad
11e Jaargang, blz. 140). Burgemeester en Wethouders bleken bezwaar
te hebben tegen verbetering van de bewaarplaats van het archief en de
bibliotheek; misschien zal echter later gelegenheid zijn den archivaris
eene betere werkkamer te verschaffen. Alleen werd door Burgemeester
en Wethouders aan den wensch dat het archief meer toegankelijk zou
zijn, tegemoet gekomen, door te bepalen, dat de archivaris, tevens
directeur van het Museum, voortaan eiken werkdag van 10 tot 2 uur
ten stadhuize aanwezig zal moeten zijn.
Met deze regeling zijn echter noch de heeren De Bas c.s. noch de
archivaris tevreden. De bezwaren van den archivaris worden aldus in
het Vaderland uiteengezet: „Onlangs is bij de begrooting de jaar
wedde van den archivaris van 600 op 800 gebracht. Tot hiertoe nu
was de archivaris driemaal 's weeks van 10 tot 3 uur ten stadhuize werk
zaam, d. i. 15 uren per week of 780 uren per jaar. Tegen 600 ho
norarium komt dat neer op een uurloon van 77 cents! Door de verhoo
ging met 200 werd die belooning iets meer dan l per uur, wat voor
een archivaris van de Koninklijke residentie waarlijk nog geen vorstelijke
betaling kan heeten. Doch nu gaan B. en W. den heer Servaas van
Royen zes malen per week, van 10 tot 2 uur, dat is 24 uren 's weeks,
aan 't archief binden. En met de hem grootmoedig toegekende verhooging
van 200 is bij zijn nieuwe instructie zijn loon in verhouding tot zijn
diensten, niet vermeerderd maar verlaagd."
In verband hiermede heeft het raadslid Yan den Burgh aangekondigd
een voorstel tot nadere regeling van de bezoldiging van den archivaris te
zullen doen, tenzij Burgemeester en Wethouders vóór 1 Januari e.k. op
het adres van den archivaris mochten adviseeren.
De heeren De Bas en 34 anderen en M. A. van Rhede van der Kloot
en 12 anderen hebben opnieuw aangedrongen op het aanwijzen van andere
lokalen voor gemeentearchief en -bibliotheek, de lokalen aangeduid, die
naar hunne meening voor werkkamers van den archivaris en het publiek
geschikt zouden zijn, en verzocht te bepalen, dat het archief dagelijks
van 10 tot 4 ('s winters van 10 tot 3) uren geopend zou zijn. Eene
beslissing is nog niet genomen.