116
5a. Bepalingen zijn wenschelijk, welke de ver.
eischten regelen, waaraan zij moeten voldoen, die
naar een wetenschappelijke betrekking willen din
gen bij het Nederlandscbe en Nederlandse h-I n d i-
sche archiefwezen.
b. Een graad aan een der Nederlandsche uni.
versiteiten, hoewel gewenscht, is niet bepaald
noodig. De eventueel vast te stellen bepalingen
dienen dus zoo te worden ingericht, dat zij, die
dergelijken graad niet hebben verkregen, niet zijn
uitgesloten van de mogelijkheid tot mededinging.
Vastgesteld te Leiden 17 Juni 1896. Zie Ned. Arch.bl. 1896/7
blz. 2—6, 14—15.
6a. Een regeling bij de wet omtrent het gebruik
der oude archieven van openbare instellingen of
ambtenaren is gewenscht.
b. Zulk een regeling dient zooveel mogelijk on
beperkte ten gebruikstelling der archieven te hul
digen.
c. Uitdrukkelijk dient te worden geregeld de
bevoegdheid van de beheerders der archieven,
om de toelating aan bezoekers te weigeren, maar
slechts waar het algemeen belang zulks eischt.
d. Ook dient bepaald te worden, dat geene on.
derzoekingen in de archieven geschieden dan onder
behoorlijk toezicht.
Vastgesteld te Arnhem 3 Juli 1897. Zie Ned. Arch.bl. 1897/8
blz. 23—25, 89—117.
7a. Het is gewenscht, dat de notariëele proto-
kollen van vóór 1811 openstaan voor onderzoek
door belanghebbenden en belangstellenden.
b. De wijziging der wet op het notariaat van
1842, welke tot die openstelling noodzakelijk is,
schrijve overbrenging voor naar het Bijksarchief
in de provincie, waarin de plaatsen van herkomst
der protokollen gelegen.zijn, en drage het beheer
op aan den Bijks-archivaris aldaar. Zij geve echter
de bevoegdheid, bij Koninklijk Besluit die proto
kollen onder dezelfde voorwaarden als de oud-
rechterlijke archieven aan de Gemeenten, waar de
117
notarissen hebben gefunctionneerd, van wie die
archieven afkomstig zijn, in bruikleen te geven.
Vastgesteld te Dordrecht 18 Juni 1898. Zie Ned. Arch.bl.
1898/9 blz. 6—9, 17—27.
8.1) Het is wenschelijk, dat de oude rechterlijke
stukken hereenigd worden met de archieven, waar
uit ze afkomstig zijn, en dat de hereenigde verza
melingen worden geborgen op de plaatsen van be
waring van die rechterlijke stukken.
Die plaatsen kunnen zijn de rijksarchieven, de
gemeentearchieven, die daarvoor voldoende waar
borgen leveren, of andere daartoe nieuw op te
richten depots.
Vastgesteld te Nijmegen 8 Juni 1901. Zie Ned. Arch.bl. 1901/2
blz. 5—6, 197—230.
9a. Zoolang de doop-, trouw- en begraafboeken,
die tijdens de Fransche heerschappij naar de mai-
rieën zijn overgebracht, niet aan de kerkelijke be
sturen, van welke die registers afkomstig zijn,
zijn teruggegeven, behoort de staat die registers
te bewaren in de Bijksdepöts of ze op denzelfden
voet als de rechterlijke archieven in bruikleen af
te staan aan de burgerlijke gemeenten.
b. De registers van huwelijken, gesloten ten
overstaan van schepenen, behooren hereenigd te
worden met de rechterlijke archieven, waarvan zij
deel uitmaken.
Vastgesteld te Delft 10 Juli 1903. Zie Ned. Arch.bl. 1902/3
blz. 79-88, 1903/4 blz. 8—10.
Als gevolg van de aanneming dezer stelling werd 5 Juli 1902 te Groningen
besloten, dat men zich tot de Regeering zou wenden met het verzoek: 1° om de
Commissarissen der Koningin in de provinciën uit te noodigen de tegenwoordige
bezitters van oude archieven, waarvan de rechterlijke stukken in een rijks-archief-
depöt berusten of behoorden te berusten, te verzoeken die archieven ook daar te
deponeeren; 2° om de rijksarchivarissen te machtigen tot opneming van de bedoelde
archieven in de door hen beheerde depóts en hen aan te schrijven die opneming
zooveel mogelijk te bevorderen.