106
medegedeeld; het andere heeft betrekking op het rapport van de Commissie
tot het ontwerpen van een reglement op het archiefwezen, welke com
missie in de vorige bijeenkomst der Synode op voorstel van den heer
Romijn was ingesteld (zie Archievenblad X blz. 106). De beslissingen
omtrent dit tweede punt genomen, hierachter medegedeeld onder III
zijn belangrijk en verdienen alleszins toejuiching. Men houde echter in
het oog, dat zij nog slechts voorloopig zijn, en aan de goedkeuring der
provinciale kerkbesturen en der classes zijn onderworpen.
Behalve op deze hoofdpunten wijzen wij nog op het volgende. In het
Yerslag der Synodale commissie wordt medegedeeld, dat het oudarchief
(der Synode) wederom door verscheidene personen geraadpleegd werd.
Den 22e" Juli kwam bij de Synode in behandeling een verzoek van
het Classicaal bestuur van Amsterdam van den volgenden inhoud:
„Het Classicaal Bestuur van Amsterdam in zijne vergadering van den
26n Mei 1902,
Overwogen hebbende, dat een beredeneerde en gebijzonderde (sic)
ordening van zijn nieuw-Archief èn om den grooten rijkdom èn ten be
hoeve van wetenschappelijke onderzoekingen alleszins wenschelijk is;
overwegende, dat geen der leden met zulk een werk belast kan
worden, maar dat Dr. W. Zdidema, oud Archief-Ambtenaar, zich voor
genealogische onderzoekingen te dezer stede geruimen tijd bevindende,
bereid is tegen eene zeer billijke vergoeding dat werk te doen;
overwegende, dat de staat der kas haar niet gedoogt, en de aan
neming van zijn aanbod toch hoogst wenschelijk schijnt te zijn;
besloot daartoe bij de Algemeene Synode eene subsidie van ƒ150
aan te vragen,
gelijk het doet bij deze.
E. Laurillard Praeses.
G. J. Yos Az.Scriba."
Ten opzichte van dit verzoek weid besloten over te gaan tot de
orde van den dagomdat het niet langs kerkelijken weg was ingekomen.
In de zitting van 25 Juli werd de instructie van den secretaris dei-
Synode vernieuwd, waaruit wij o.a. aanteekenen de artt
„23. Hij verleent aan ieder lid der Synode of der Synodale Commissie
de verlangde inzage van het Archief, doch geeft geen stukken af dan op
re$u en met toestemming van den President.
„24. Hij ziet toe, dat op elk der bescheiden, behoorende tot het
Oud-Archief een stempel worde afgedrukt, vertoonende het zegel der
Nederlandsche Hervormde Kerk, met het randschrift.Oud-Archief der
Nederlandsche Hervormde Kerk.
107
„25. Hij stelt ieder die dit verlangt, in de gelegenheid, de bescheiden,
tot dit Archief behoorende, in het Gebouw te raadplegen. Bij twijfel,
of het openen van die gelegenheid geraden isverwijst hij den aanvrager
naar het Moderamen der Synode, aan hetwelk hij onmiddellijk de redenen
van het bij hem gerezen bezwaar mededeelt.
„26. Bescheiden tot het Archief behoorende, worden door hem niet
ten gebruike buiten het Gebouw der Synode afgestaan.
„27. Ook geeft hij aan niemand die geen lid der Synode of der
Synodale Commissie is, zonder voorkennis en toestemming van den
President, inzage van de minuten, brieven, registers en andere geschreven
stukken."
In de zitting van 5 Augustus vestigde Dr. Hulsebos „de aandacht
op een nieuw soort brandkasten, bijzonder geschikt voor het bewaren
van boeken, waarvan een catalogus aanwezig is, uitgegeven bij Peter
Adolphs te Dusseldorf."
III.
Omtrent het reglement op het archiefwezen bevatten de Handelingen
der Synode het volgende:
Achttiende zitting, Dinsdag 5 Augustus 1902.
De heer Dr. Bronsveld brengt het volgend rapport uit namens de
Commissie tot het ontwerpen van een Reglement op het Archiefwezen.
Mijne Heeren!
Uwe Commissiewelke thans de eer heeft tot U te sprekenontleent
haar mandaat aan een besluit van de Synode des vorigen jaars. In hare
zitting toch van 21 Augustus 1901 besloot zij aan een Commissie uit haar
midden op te dragen het indienen van een ontwerp-Reglement op de
bewaring en instandhouding en het gebruik der kerkelijke Archieven.
Hiermee hangt ten nauwste samen een ander besluit van diezelfde Synode,
genomen in de zitting van 23 Augustus 1901, en aldus luidende:
„De Synode beslisse in beginsel tot het benoemen van een deskundige,
die van de kerkelijke Archieven, waar dit nog niet is geschied, een
wetenschappelijke inventaris opmaakt en bericht, op welke wijze de Archieven
worden bewaard."
In Uw Commissie bleek geen volkomen overeenstemming te heerschen
omtrent het mandaat, dat zij te vervullen had.
Hierin echter waren alle leden het eensdat het ontwerp-Reglement
uit moet gaan van de beslissing, door de vorige Synode genomen, dat
zal worden aangesteld een titularis, die gevoegelijk den naam zou kunnen