152
beteekeni» hef „chief, 2°. het „chief ie het algeceec, 3'. de alge-
meene verdeel,eg van het archief, het ocergange-archief en 5" de
verdeeling der archiefstukken in soorten.
Het ordenen der bescheiden van een bestuur (Ufficio), zoo betooD
ijis een moeilijke en ondankbare taak. Ook het gemis aan moreeTe
ma ,t ,Ze ni6t gGmakkel!jker. Maar in hoofdzaak schuilt de
moeilijkheid in het ontbreken van algemeene technische regels. Vooral
tegenwoordig^ nu de hoeveelheid en de verscheidenheid der takken van
ïenst zich uitbreiden, zal het gebrek aan vaste regels, aan één weten
schappelijk systeem van ordenen groote verwarring veroorzaken in de
gemeentelijke administratie. Nu geven wel is waar de instructies van
pril 1S38 artt. 353 tot 380 eenige voorschriften voor de behandeling
kunngenmenTeraal 6Vent 7f V°°rmaUg koninkrÜk Sardinië, maar deze
kunnen niet als maatstaf dienen, evenmin als die, welke voortsnruiten
uit de ministeneele circulaire van 26 April 1882. En overal elders zijn
nog bijzondere beschikkingen van kracht, o. a. die, welke overgenomen
keizerrijk. Maai ook deze kunnen niet als model worden aangenomen
Daarom is er dringende behoefte aan een systeem van uniforme arcbief-
e an e ingzooclan'gdat het door de secretarissen in toepassing kan
worden gebracht. Niet de kennis en ijver van bekwame administrateurs
alleen kunnen een tak van dienst leiden: iedere goede instelling (1stDut
moet geregeld worden door vaste voorschriften. Alzoo ook het archief
Voor dit gebouw van papieren is het niet alleen noodig, dat de architect
bekwaam zij maar ook dat hij gehoorzame aan vastgesteldewetten
Alleen dan kan een harmonisch geheel van lijnen en vooral een stevig
fundament verkregen worden. De eerste plicht van dezen architect voor
kleine gemeenten den secretaris, moet dus zijn nauwlettend zorg te
arret "Ie in d'f ^ntebesturen zijn
er niet, die ini dit opzicht veel te wenschen overlaten. Aan den eenen
an groote schade door een verkeerde verdeeling der stukken, aan den
bewaring En DOoSlgr006r "Tl Z0^eloosheid ^e materiëele
zal hë U Z00,anS.de wet dea secretaris niet verantwoordelijk stelt
zal hij zich geen moeite geven noch voor het bewaren en classificeeren'
der bescheiden, noch in het aanleggen en bijhouden van de noodige inXes
stukken Als h fd1 tot het ranSschikken der
archief He T* n* in oud" ni^w-
bf en bÏtuur "n't1 (Ar°h;y,° di depo8ito) bevat alle stukken
by een bestuur ingekomen en die welke het zelfheeft afgezonden van
pende terwijl V! t" ^d-n loo-
pende, terwijl tot het meuw-archief (Archivio corrente) alleen be-
ooren de stukken van het loopende jaar benevens die, welke, hoewel
153
van vroegeren datumbetrekking hebben op zakendie nog in behan
deling zijn of in dit jaar hun beslag hebben gekregen.
Volgens de instructies van 5 April 1838 moeten de akten van het
oud-archief gerangschikt worden in drie afdeelingen: le die van vóór de
Fransche overheersching2e die, dateerende uit den tijd der overheer-
sching en 3e die van lateren tijd. Maar deze verdeeling is natuurlijk
niet op alle gemeenten van toepassing. Daarom wil de heer Mulinaris
als punt van scheiding nemen de vestiging van het koninkrijk Italië,
welk tijdstip voor iedere gemeente afzonderlijk bepaald wordt door haar
toetreden tot de wettelijke regeering. Met voorbehoud echter, dat elke
gemeente in deze verdeeling van hare archiefstukken ook rekening mag
houden met bijzondere politieke gebeurtenissen. Na deze boofdverdeeling
kunnen de stukken dan facultatief onderverdeeld worden in rubrieken
van een bepaald aantal jarennaar gelang van hunne uitgebreidheid en
van de ruimte der lokaliteiten, welke laatste, zooals van zelf spreekt,
zooveel mogelijk brandvrij moeten zijn.
Deze regels gelden alleen voor een ongeordend archief. Is echter
het archief reeds vroeger geordenddan moetwat betreft de algemeene
verdeeling der stukkende reeds in gebruik zijnde behouden blijven.
Wel kunnen eenige noodzakelijke verbeteringen worden aangebracht,
maar de grondslag van de ordening moet bewaard blijven. Een geheel
nieuwe ordening zou trouwens meer tijd kosten dan de secretarissen
beschikbaar hebben.
In ieder geval is het noodzakelijk een algemeenen inventaris te
maken, waaruit de chronologische summiere inhoud van het archief blijkt.
En bovendien moet aan dezen algemeenen inventaris een speciale rubriek
worden toegevoegd, waarin de plaats vermeld wordt, die elk stuk in de
oude classificatie inneemt, met het tweeledig doel om het zoeken te ver
gemakkelijken en een beeld te geven van de oorspronkelijke organisatie
van het archief.
Daarna toont de schrijver breedvoerig aan, dat het voor de praktijk
wenschelijk is om de bescheiden van de laatste jarendie voor den loo
penden dienst elk oogenblik bij de hand moeten zijn, ook in het nieuw-
archief op te nemen. Deze stukken vormen dus een soort van overgangs
archief (Archivio di t r an s i zi o n e). Hij waarschuwt echter voor te
groote uitbreiding van dit archief en wil het tot een tijdvak van drie,
hoogstens vijf jaar beperken. Om alle verwarring te voorkomen moeten
deze stukken goed van die van het nieuw-archief gescheiden en, naar
de jaren gerangschikt, in afzonderlijke kasten bewaard worden.
Dan wordt de verdeeling der stukken van het nieuw-archief in soorten
behandeld. Voorop gesteld, zegt de schrijver, dat de stukken van het
oud-archief dezelfde classificatie dienen te hebben als die van het nieuw