2
Ook de Gemeenteraad van Leiden heeft thans vastgesteld verorde
ningen op de heffing en invordering van „leges en expeditiegelden ter
Secretarie, bij het Oud-Archief en aan het Bureau van den Burgerlijken
Stand", aldaar.
Wat het archief betreft bedraagt het tarief voor afschriften van of
uittreksels uit registers of andere stukken, indien met goed leesbaar
schrift geschreven, per bladzijde van gemiddeld 27 regels, elk van
gemiddeld 12 lettergrepen, wordende een gedeelte van een bladzijde voor
een geheele gerekendf 0.30
indien met oud of moeilijk leesbaar schrift geschrevenper bladzijde
berekend als bovenf 0.50
Yoor nasporingen door de ambtenaren in het hijzonder belang van
den aanvrager verrichtnadat de belanghebbende daartoe vergunning van
den Archivaris zal hebben verkregen
voor ieder uur daaraan besteed, indien het onderzoek niet langer dan
een dag heeft gevorderdf 0.50
voor iederen dag daaraan besteedindien het onderzoek langer dan
één dag heeft geduurdten hoogste f 5.ter bepaling van Burgemeester
en Wethouders.
Yoor het doen van persoonlijke nasporingen en het nemen van
afschriften of uittreksels wordt, behoudens de hierboven vermelde ver
gunning, niets gevorderd.
De betaling geschiedt bij vooruitbetaling. Bjjaldien er onzekerheid
bestaat omtrent den duur der nasporingenzoodat het niet mogelijk is
het bedrag van het daarvoor verschuldigde recht vooraf te bepalenkan
door den Archivaris de latere betaling worden toegestaan.
De verordeningen treden 1 Januari 1900 in werking.
De achtste jaarvergadering, gehouden te 's Hertogenbosch
op 8 Juli 1899.
Het was voorzeker tegen de verwachtingen van bestuur en opge
komen ledendat bij de opening der vergadering in de ruime en koele
zaal van het rijksarchiefgebouw de presentielijst slechts tien namen
bleek te bevatten. De genomen proef, eens buiten het centrum des
lands te vergaderenwerkt niet aanmoedigendvooral nietwaar deze ver
gaderplaats nog eene bizondere attractie zou moeten ontleenen aan den tocht
naar Heeswijk op den volgenden dag. Het bleek evenweldat toevallige en
bizondere omstandigheden aan het bezoek van onderscheidene archivarisssen
beletsels in den weg hadden gelegd. En zoo ooit, dan geldt hier „les
absents ont eu tort", want goed voorbereid door de plaatselijke com
missie en begunstigd door heerlijk zomerweder droeg deze bijeenkomst
een bizonder gezellig karakter.
3
De voorzitter opende de vergadering weder met eene boeiende
toespraak, waarin de lotgevallen van de vereeniging, de kritiek op de
verschenen Handleiding en al hetgeen er op het gebied van het archief
wezen in ons vaderland in het laatste jaar is voorgevallenwerden
besproken. Men wil zoo gaarne het gesprokene in zijn geheugen bewaren
en betreurt het, dat zoovelen zich het genot van te luisteren hebben
ontzegd of hebben moeten ontzeggen. Doch gelukkig, si verba volant,
scripta manent, en ook nu wederom verheugt het ons, dat Mr. Muller
zich op verzoek der vergadering bereid verklaarde zijn toespraak voor
ons orgaan af te staan. De rede volgt hierachter in haar geheelde
verslaggever neemt de vrijheid daarheen te verwijzen ook voor de mede-
deelingen omtrent den toestand der Yereeniging.
Wat verder de huishoudelijke werkzaamheden aangaat deelen wij
mededat de rekening van den penningmeester op voorstel der commissie
tot nazien dier rekening door de vergadering werd goedgekeurd, dat
sedert de vorige algemeene vergadering als leden van de vereeniging
zijn toegelaten Mr. A. S. de Blécourt, adj.-archivaris te Rotterdam;
D. Bartstra, archivaris te Bolsward, (in de plaats van den vorigen
titularis, den heer M. E. van der Meulen, die als lid heeft bedankt);
Dr. M. Schoengen, adj.-commies aan het rijksarchief te Leeuwarden;
H. J. Heshuysen, adj.-archivaris te Haarlem; C. P. J. Dommisse,
archivaris te Vlissingen en G. Murray Bakker archivaris te Zaandam
dat tot correspondeerend lid voor Zweden door de vergadering werd
benoemd Dr. Th. Westrin, archivaris te Stockholm, en dat tot plaats
der volgende jaarvergadering werd gekozen Rotterdam, eindelijk dat de.
vergadering zich genoodzaakt zag den heer J. de Ras oud-archivaris van
Maastricht, wegens wanbetaling niettegenstaande herhaalde aanmaningen
als lid te schrappen. Punt 1 der agenda werd besloten met de her
kiezing van het bestuur, met verdeeling der functiën als tevoren en
mededeeling, dat tijdens de afwezigheid der h.h. Telting en Bondam
buitenslands het secretariaat zal worden waargenomen door den heer Feith
en de redactie van het Archievenblad door den heer Dozy.
Yervolgens kwam van de punten van behandeling aan de orde de
mededeeling over de crimineele rechtspraak der Gedeputeerde Staten
van Stad en Lande. In een uitvoerig betoog van ongeveer 1 '/2 uur
deelde de heer Feith ons mede, hoe van de door hem in 1897 ten
provinciehuize gedane vondst in 't bizonder zijn aandacht was gevallen
op de zes „crimineele sententieboeken van Gedeputeerden van Stad en
Lande" van 16821806. Spr. wees op het wezen, den omvang en het
exceptioneele dezer rechtspraak, op hare rechtsgronden en hare meest
aannemelijke verklaring. Aangezien door Mr. Feith op blz. 119 van
jaargang 1897/98 van ons orgaan eenige mededeelingen over den omvang