1 -»y
54
Om nu op de inlichtingen, door de dame-volontair aan Mevr. v. W.-J. verschaft,
terug te komen; 't spijt me wel, maar die inlichtingen deugen niet. En de
hoffelijkheid gebiedt mij, dat ik de Nederlandsche vrouwen, hoog vereerd,
daarop wijs.
Het tractement is natuurlijk een der hoofzaken. Hoe nu de stand dier
traktementen te Utrecht is, doet weinig ter zake. Wel weet ik dat de dame-
volontair ze alle fout opgaf. Men zie slechts de Staatscourant in en men vindt
de traetementen, mininum en maximum, er in genoemd. Ik wil ze wel even
noemen een archivaris 2000—3000 gld een commies(ehartermeester) 1600—2000
een adjunct-com, 1000—1600. Toorts zijn er op een Eijks-archief een of meer
klerken, wier tractement van pl. m. 400 tot 1000 gld. bedraagt. De dame-volontair
wart een Eijks-archief met een stadsarchief door elkaar. Yandaar, dat zij in één
adem met een archivaris en een commies-chartermeester spreekt van een rechts
kundig adviseur. Dat ambt bestaat heel alleen aan 't stadsarchief te Utrecht,
elders niet. Onze dame had beter gedaan te wijzen op het ambt van adjunct
archivaris, dat bestaat aan het Eijks archief te den Haag.
't Is waar, dat de meeste heeren, die de bovengenoemde ambten vervullen,
Mr. in de Eeehten zijn, maar de volledigheid gebiedt er bij te voegen, dat
tegenwoordig ook doctoren in de N. Letteren die ambten bekleeden, en terecht.
Volgens de aan Mevr. v- W.-J. verstrekte inlichtingen, zou eene dame wel
eens „kunnen insluipen" in de postjes van rijksklerk (aan een rijksarchief) en
van „gemeente-schrijver" (aan een stadsarchief). Die laatste titel bestaat niet;
wel die van: klerk aan het gemeente archief. Nu geloof ik in de eerste plaats
niets van dat „insluipen" dat doen onze dames niet. Maar nog iets anders.
Ik geloof stellig, dat geen nederlandsche vrouw in staat zou zijn, die ambten te
vervullen. Weet de dame-volontair niet, dat die ambten meebrengen het sjouwen
van stapels folianten in het archief van de eene plaats naar de andere, of uit
't archief naar de leeskamer, waar een of ander bezoeker ze wenscht te gebruiken
Dames, die zulke ambten ambiëereu, zou ik een examen afgenomen willen zien
in spierkracht en zij zouden wel toegerust mogen zijn met de kracht van Judith,
die met één houw Holofernes 't hoofd afsloeg.
Eene andere mededeeling van onze dame-volontair moet ik, 't spijt me wel,
ten stelligste tegenspreken, 't is nog de groote vraag of de tractementen te
Utrecht (omdat daar, op den Haag na, 't voornaamste archief is) hooger zijn
dan elders. Ik geloof er niets van, d. w. z. wat 't stadsarchief betreft. Voor
Eijksarchieven heeft de Eegeering één stelsel van tractementen.
Hebben weinig gemeenten een eigen archivaris? Weineen: zelfs Amersfoort,
Baarn, Naarden, Vlissingen, Deventer hebben er een.
Van die associatie van een archivaris met zijn volontair heb ik nooit iets
gemerkt. Stille vennootschap? Gekheid; een volontair wordt op 't archief
geoefendopdat hij (of zij) later zelfstandig arbeid kan ondernemen in de functie
van archief-ambtenaar. Daartoe wordt de(n) volontair een werk opgedragen,
'tzij copiëeren van oude stukken om 't schrift te leeren lezen of iets anders;
de archivaris houdt 't oog op dat werk. En daarom bestaat de mogelijkheid, dat
de archivaris liever geen volontair heeft, want deze kost hem tijd.
De dame-volontair geeft ook prijzen op voor copiëerwerk aan archief-beambten
betaald. Die prijzen zijn niet geheel en al juist. Wel dient in 't oog gehouden,
of copieën geleverd moeteu worden van stukken vóór 1700 dan na 1700.
Een regel, waarop 27 letters staan, heb ik nog nooit gezien.
Ik sta versteld over de mededeeling, dat onze dame 3 pagina's en soms
3 pagina's oud schrift per uur kan copiëeren. Terecht voegt zij er bij, dat men
van haar zegt, dat zij vlug werkt. Ik heb ook wel eens oud schrift gecopiëerd
en ik weet zoo ongeveer, wat een tijd dat kost. Maar 2 a 3 pagina's, 't is bar!
ik zou haast willen vragen of ik het eens mocht zien.
Ik hoop van harte, dat de dame-volontair mij niet ten kwade .zal duiden, dat
ik hare inlichtingen een beetje heb verbeterd (het belang der Nederlandsche
dames gaat mij ter harte) dat zij nog eens er toe moge komen, na rijpere studie
van het archiefwezen, aan de Nederlandsche vrouwen volledige inlichtingen te
verstrekken over 't geen er aan een Eijksarchief en aan een stadsarchief komt
kijken en er vereischt wordt voor 't vervullen van archief-ambten.
Met dank voor de plaatsruimte.
Utrecht. Uw dw. dr.
E. Ba.
In het Weeliblad van het Recht van 3 Jan. '98 komt een stuk voor van den
Heer Mr. C. Witholt,. getiteld: De financieele positie der griffiers bij de rechter
lijke colleges en bij de Kantongerechten en nog wat. De schrijver wil
overbrenging van alles wat dagteekent van vóór 1 Oct. 1838 naar de depots
van het Eijksarohief.
„Van het resteerende kon (zegt hij) gevoegelijk in zijn tegenwoordigen toestand
gelaten worden hetgeen antérieur is aan de reorganisatie van 1877, maar van af
dat tijdstip dienden de archieven aan de verschillende griffies naar een uniform
systeem te worden en ook voor het vervolg te blijven gerangschikt."
De Nieuwe Rotterdamsche Courant van 20 Mei 1.1- bevatte het volgende bericht
uit Delft, gedateerd 18 Mei
Bij den gemeenteraad is ingekomen een voorstel van B. en W-, om naar aan
leiding van een schrijven van Burg. en Weth. van Eotterdam, waarin verzocht
wordt gevolg te geven aan art. 15 van het door den prefect van het departement
van de Maas in 1812 goedgekeurd „plan de separation", waarbij Delft en Delfts
haven definitief gescheiden worden en alzoo een aantal losse stukken, welke thans
deel uitmaken van het Delftsch gemeente-archief en alle betrekking hebbende
op Delftshaven en Schoonderloo, af te staan aan het archief der gemeente
Eotterdam. De lijst dier stukken is daarbij overgelegd. B. en W. het gevoelen
ingewonnen hebbende van den archivaris, komen tot de conclusie dat de stukken
voor Delft geen practische waarde hebben maar tehuis behooren in het ltotter-
damsch archief.
Zij stellen daarom den raad voor die stukken, welke ingevolge de bovengemelde
acte van scheiding na de annexatie van Delftshaven te Eotterdam te huis behooren.
aan die gemeente af te staan, onder voorwaarde, dat mocht de gemeente Delft de
stukken wenschen te raadplegen, de gelegenheid daartoe zal worden gegeven door
overbrenging ten raadhuize naar Delft, ten koste der gemeente Eotterdam, her
en derwaarts terug.
De raad nam'27 Mei dit voorstel aan.