i
44
21 vlg\). Mededeeling wordt gedaan van de aanwinsten, bezoeken
en onderzoekingen. Ten slotte volgt een „Rapport" van den
adjunct-archivaris „betreffende de verzamelingen notulen van col
leges van stadsbestuur".
(Verslag Middelburg, bladz. 1639).
Rotterdam. Evenals vroeger werd ook in 1897 voortdurend
vocht waargenomen. Met ingenomenheid wordt vermeld het besluit
van den gemeenteraad d.d. 24 Juni 1897, waarbij uitgetrokken werd
een crediet tot stichting van een archiefgebouw. Lantarens, voor
geval van nood, werden in de lokalen aangebracht. Herstellingen
aan de archivalia vonden, zoo noodig, plaats. Het excerpeeren
der Grafelijkheidsregisters werd voortgezetde Memorialen van
het Hof van Holland werden geëxcerpeerd over 1457 1559. Van
het Gifteboek no. 1 (1538—1546) werden regesten vervaardigden
dubbele registers daarop gemaakt. Een alphabetische klapper werd
vervaardigd op de Gifteboeken over 16201625, de hand werd
geslagen aan eene lijst van de namen van huizen. Regesten werden
gemaakt van het transportregister der heerlijkheid Kralingen over
1642 1648, het leenregister van Hodenpijl, van de transportbrieven
van huizen en erven, die op Delfshaven betrekking hebben, uit de
„Waarbrieven" van Delft (berustende op het Algemeen Rijksarchief
te 's Gravenhage). De druk der oude stadsrekeningen ging voort,
ook het afschrijven der doodregisters, terwijl voor de gemeente
nasporingen werden verricht. De aanwinsten betroffen hoofdzakelijk
de prentverzameling en de bibliotheek over Rotterdam. „Aanvragen
„om nasporingen van genealogischen aard gaven ook dit jaar weer
„veel werk." Naar de Dordtsche tentoonstelling werd niet inge
zonden met het oog op brandgevaar.
(Verslag van de Commissie voor het archief der gemeente
Rotterdam over 1897. Rotterdam, wed. P. van Waesberge
en Zoon, 16 bladz.).
S n e e k. N.B. Het verslag over 1897 zwijgt over het archief.
Utrecht. De beschrijving van de charters der begijnhuizen
werd voortgezet; alle kenteekenen der stukken van onbekende
herkomst aangeteelcend, doch zonder resultaat. De charters van
het begijnhuis van St. Anna werden opnieuw beschreven; het
archief van het St. Cecilia-klooster werd ter hand genomen, doch
kwam niet gereed. Voortdurend werden wel enkele charters
terecht gebracht, doch van nog meer ingedeelde is de reden van
45
indeeling onbekend, waarom zij bij de stukken van onbekende her
komst gevoegd werden. Van het archief van het Ambachtskinder
huis werd thans overgenomen het gedeelte over 1800 24 Maart 1824
en vereenigd met het reeds aanwezige (tot 1799). Van de door
baron van Hardenbroek geschonken archivalia bleek een groot
pak stukken te behooren tot processen gevoerd voor de schepen
bank en het Hof, waarom die stukken naar de rechterlijke archie veil
werden overgebracht. De index op het Register van certificatiën
en procuratiën vorderde weinig. De alphabetische indices op de
raadsnotulen zijn thans geheel gereed, behalve over 15771599,
waarvan de heer Gaymans reeds tot 1594 gevorderd is. Het oud
archief van het Weeshuis is in voldoenden materieelen toestand
gebracht. Aanwinsten verscheidene stukken uit het oud-archief
der Vereenigde Gods- en Gasthuizen (vroeger bij vergissing achter
gebleven), eene kleine verzameling 16de 18de eeuwsche stukken
betreffende de heerlijkheid Hoogelanden buiten de Weerdpoort.
Een doopregister van de St. Jacobskerk over 16121626 (de
registers in bezit bij de gemeente gaan slechts terug tot 1626),
gevonden in de Domkerk, wordt door den klerk afgeschreven en
van alphabetische registers voorzien. Het archief van Pijlsweerd
werd niet verkregen, noch eene betere verdeeling daarvan tus-
schen den ambachtsheer en de gemeente. Verkregen (en niet met
genoegen ontvangen) werd het archief eener commissie tot inzame
ling van gelden, ter aanbieding van een geschenk aan het Studenten
corps. Onderzoekingen betroffen o. a. de Vreeburg-quaestie en de
geschiedenis van den Domtoren. Alle middeleeuwsche zegels, voor
handen aan de stedelijke charters, zijn in afgietsels gereproduceerd
(eene bijlage bij het verslag geeft eene lijst der zegels). Een koperen
stempel is aangeschaft, omdat het caoutchouc-stempel afdrukken
leverde, die gemakkelijk te verwijderen bleken. Geschonken voor
de bibliotheek o. a. topographisch-historisehe aanteekeningen be
treffende Utrecht en eene geschiedenis van den Dom (in hand
schrift, uit archivalia verzameld door Jhr. G. G. Calkoen), het eerste
deel der Utrechtsche Gilden, door Mrs. O ver voorde en Joosting
(zie vorig jaarverslag) en de studie van Mr. Muller over de St.
Salvatorskerk (geplaatst in het Archief Aartsbisdom Utrecht en de
Westdeutsche Zeitschrift). Van vele photographieën uit de atlassen
werden reproductiën in onveranderlijken lichtdruk gemaakt; eene
uitgave, door Dr. C. Hofstede de Groot, van een album met repro
ductiën van Saenredam's gezichten in de Utrechtsche kerken zal
plaats vinden; eene afbeelding op eene triptiek in het rijksmuseum
te Amsterdam stelt volgens Mr. Muller den Utrechtschen Dom