34
lende behoeften, door het plaatsen van eenige afschuttingen, tengevolge
waarvan zijn verkregen
Op het zuiden: Een kamertje voor den schrijver, vlak bij de trap; en
daarnaast
Eene groote werkkamer voor de bezoekers.
Op het oosten de zaal, gescheiden door een sierlijk hek op het westen van
De galerij.
Op het noorden Een spreekkamertje.
In het midden de werkkamer van den Archivaris.
Daarnaastde boekbinderij.
Op den zolder zijn opgesteld de boekenkasten, herkomstig uit de vroegere
bewaarplaats van het Archief.
De kelder loopende onder het geheele gebouw en door zes uitgangen
in verbinding met de openbare straat, is waarschijnlijk wel de grootste en
fraaiste van Haarlem. In die beneden-verdieping is de toestel van de
centrale verwarming geplaatst en worden ook de brandstoffen geborgen.
Hier zij nog opgemerkt dat voor de betimmeringzooals deuren
schotten, hekken, hang- en sluitwerk, meubelen enz. enz. trouw gevolgd
zijn modellen uit den tijd van den bouw der Halte Haarlem voorhanden
in de St. Bavokerk en het Stadhuis.
Het gebouw werd in gebruik genomen 10 September 1897 en voldoet
tot heden voortreffelijk aan zijne bestemming het is midden in de gemeente
gelegen, volkomen droog, heeft van alle zijden licht en lucht en is zoo
hecht en degelijk als men slechts kan wenschen.
Haarlem. C. J. Gonnet.
Het Schiedamsche archief.
Terwijl van verreweg de meeste Zuidhollandsche steden een of meer
beschrijvingen met handvesten, rechten enz. het licht zagen, ontbreekt
zulk een werk voor Schiedam, dat toch niet een van de minst belangrijke
steden was. In 1778 werden verspreid bericht en voorwaarden van
inteekening op een Beschrijving der stad Schiedam enz. door Arent Vinck,
in leven oudste advocaat voor den Hove van Justitie, en voltooid door
een' voornaam' Begtsgeleerdenmet afb. der voorn, gebouwenbenevens
de Handv.priv.octr.regten en vrijhedenmitsg.ordon.resol. enz.
in 3 dln. folio, ('s Gravenh.J. H. Munnikhuizen en C. Plaat). De
oorspronkelijke schrijver, mr. Yinck, geb. 17 Aug. 1635, overleed in Den
Haag 13 Aug. 1729. Het werk was in 1756 door eenige liefhebbers der
oudheden weer opgevat, en nu door een „voornaam' regtsgeleerden",
35
wiens naam niet genoemd wordt, voltooid. Men beloofde daarbij 36
platen. Maar van het plan kwam nietshetzij door den kostbaren opzet
hetzij door de ongunst van de tijden, of door beide omstandigheden
Het handschrift was kort na den dood van den eersten ontwerper gebruikt
door J. Wagenaar voor zijn beschrijving van de stad in den Tegenwoor
dig en Staat der Vereenigde Nederlandendl V, bl. 285 en vlg 2). Het
bestaat uit 6 dln in f°, en berust in het gemeentehuis van Schiedam.
Een andere bijzonderheid waarin Schiedam zich niet alleen van bijna
alle steden, maar ook van tal van dorpen in Zuidholland onderscheidt,
is, dat het geen geordend archief bezit. Een inventarisatie schijnt nooit
te hebben plaats gehad. Eigenaardig is hetdat men in het archief wel
de inventarissen vindt van verscheiden ambachtsheerlijkheden van Schiedam
die dus in dit opzicht de stad vooruit waren, n.l. van Oud- en Rieuw-
Engeland, Hoogvliet, Pernis, Poortugaal, hot Gemeene land van PoOrtugaal,
het Roozanden Smalland en Oostbroek.
Tegenover deze ongunstige omstandigheden zijn er ook van beteren
aard te vermelden. Het archief verkeert n.l. over het algemeen in goeden
staat, en heeft weinig van vocht en andere vernietigende invloeden gele
den. Wel moeten er stukken door brand zijn verloren geraakt, doch
verscheiden oude zijn bewaard gebleven. Alleen het overal doordringende
roet dat te Schiedam uit zooveel schoorsteenen opstijgt, is een groote last.
Wanneer men een dag in het archief gewerkt heeft, blijven de sporen
daarvan soms een week lang aan de handen.
Ook kan men den vroegeren stedelijken bestuurdershoe weiuig oog
zij dan ook hadden voor een ordelijke bewaring van het archief, de lof
niet ontzeggen, dat zij zorgvuldig alles behielden wat zij bezaten. Bij
een wetenschappelijke regeling van de bescheiden zal men zich dus niet
over opzettelijke vernietiging van stukken hebben te beklagen, maar eerder
staan voor de vraag, wat uit het archief behoort verwijderd te worden.
Toegezonden plakkaten zijn meestal in tal van eksemplaren bewaard.
Bewijsstukken van financiëelen aard, die in registers geboekt werden,
behield men ook zelf in het archief. Yooral de stukken van insolvente
boedels zijn zeer talrijk: kasboeken, brieven en brievenboeken, rekeningen,
kartebellen enz., werden door de sekretarissen als kurateuren, na vereffe
ning van de boedels in het archief gedeponeerd. Zelfs een groote kist
boekweit-doppen had het Rijk als rechterlijke stukken kunnen overnemen,
daar zij vermoedelijk uit den boedel van een gefaljeerden brander afkom
stig waren.
Daarenboven is het tegenwoordige gemeentebestuur in de laatste jaren
Mr. J. T. Bodel Nijenhuis, Bibliographie der plaatsbeschrijvingen van het koningrijk der
Nederlanden, bl. 105 en 6.
2j Zie bl. 295, noot 3.