8 schoven en telkens nieuwe reeksen protokollen bij de rijksarchieven zouden worden gebracht. Mr. Dozy repliceerde. Hij verklaarde in te stemmen met het voorstel om de 2d0 zinsnede van de lste stelling te laten vervallen. Yerder wilde hij een niet te laten termijn zien voorgesteld. Men moest reeds blijde zijn, wanneer men de oudere stukken kon krijgen. Door te veel te vragen zou men misschien niets gedaan krijgen. De onderscheiding: „belang hebbenden en belangstellenden" zou hij willen behoudende twee stand punten, van waar men bij het gebruik maken van de archieven uitgaat, het historische en het rechterlijkewaren hiermede z. i. juist aangegeven. In de laatste zinsnede van de 2de stelling zou liij aan zijn eigen lezing de voorkeur geven boven die van Mr. Gratama, die hem voorkwam te omslachtig te zijn. Mr. Gratama was het met de sprekers eens, die, wat den termijn betreft, zich nu met het thans bereikbare tevreden steldenhij wilde echter toch in de stelling te kennen gevendat men op den duur de latere archieven ook zou willen overnemen en wenschte daaromdat de redactie zou luidendat thans de protokollen van voor 1811 zouden worden opengesteld. Mr. van Meurs verklaarde eindelijk, na nog eenige nadere toelichting te hebben gegeven tot zijne amendementen, deze te blijven handhaven. Nadat nu op voorstel van Dr. Colenbrander van den slotzin der lste stelling eene afzonderlijke stelling 2 was gemaakt en dus de 2de stelling de 3de was geworden, werden de verschillende amendementen in stemming gebracht. Dat van Mr. van Meurs om in de eerste stelling in plaats van „de notariëele protokollen van voor 1811" te lezen „de oude notariëele proto kollen" werd verworpen met 11 tegen 3 stemmen. Bij het tweede amendement, dat van Mr. Bondam, om, gelijk Mr. Gra tama adviseerde, in plaats van „openstaan" te lezen „thans worden open gesteld" staakten de stemmen; het werd dus volgens art. 16 van het Reglement geacht te zijn verworpen. Het amendement-VAN Meurs om in stelling 1 in plaats van „door belang hebbenden en belangstellenden" te lezen „door het publiek" werd verworpen met 8 tegen 6 stemmen. Daarop werd gestemd over het al of niet behouden van stelling 2te voren de slotzin der lste stelling; men besloot met 12 stemmen tegen 2 deze te laten vervallen. Eindelijk werd het amendement^ door Mr. Muller ingevolge het advies van Mr. Gratama voorgesteldom nl. in stelling 3 het laatste gedeelte aldus te lezen: „de Gemeenten, waar de notarissen hebben gefunction- neerd, van wie die archieven afkomstig zijn", aangenomen met 13 stemmen tegen 1. 9 De stellingen luiddennadat zij met algemeene stemmen waren aange nomen nu in eindredactie als volgt 1. Het is gewenschtdat de notariëele protokollen van vóór 1811 open staan voor onderzoek door belanghebbenden en belangstellenden. 2. De wijziging der wet op het notariaat van 1842, welke tot die openstelling noodzakelijk is, schrijve overbrenging voor naar het Rijksarchief in de provinciewaarin de plaatsen van herkomst der protokollen gelegen zijnen drage het beheer op aan den Rijks-archivaris aldaar. Zij geve echter de bevoegdheidbij Koninklijk Besluit die protokollen onder dezelfde voorwaarden als de oud-rechterlijke archieven aan de Gemeentenwaar de notarissen hebben gefunctionneerdvan wie die archieven afkomstig zijn in bruikleen te geven. Daar er na de behandeling der stellingen geen voldoenden tijd meer beschikbaar was voor de mededeelingen van Mr. J. A. Eeith over de Crimineele rechtspraak der Gedeputeerde Staten van Stad en Lande op den oproepingsbrief onder de punten van behandeling sub b vermeld, werd de vergadering gesloten. Als naar gewoonte volgde een gezellige gemeenschappelijke maaltijd op de bijeenkomst. Het jaarverslag van den Voorzitter. Geene gebeurtenissen heb ik u in mijn verslag mede te deelen, die den loop der wereldgeschiedenis in haren geregelden voortgang hebben belem merd. Ja zelfs er is niets geschieddat den nog regelmatiger gang van zaken in den engen kring onzer vereeniging eenigszins ernstig heeft gestoord of op het vervolg harer lotgevallen van ingrijpenden invloed belooft te zijn. Het belangrijkste feit in het afgeloopene jaar is de verschijning der Handleiding voor het ordenen en beschrijven van archieven. Ik, die van nabij bij de zaak betrokken benzal mij wel wachten het boekje, dat in u aller handen is, op te vijzelen; maar, zooals het is, moet zijne verschijning toch altoos voor onzen kring een événement heeten. Ziehier althans een tastbaar resultaat van de samenwerking der Nederlandsche archivarissen Een resultaat, waaraan onze vereeniging aandeel heeft niet alleen door haar initiatief, maar niet minder omdat de samenstelling der Handleiding niet mogelijk geweest zou zijn, indien niet althans op de hoofdpunten eenstemmigheid tusschen ons verkregen was. Ook nog om eene andere reden kan ik als voorzitter de verschijning van het boekje met ingenomenheid vermeldenonze vereeniging is de eerste geweestdie iets dergelijks heeft ondernomen en tot stand gebracht; zij heeft de eerste schrede gezet op

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1898 | | pagina 10