132 L A KesperGeschiedenis van het gymnasium te Gouda. I. Be parochie- of groote school (1366-1572). Gouda, G. B. Van Goor en Zonen. 8°. VIII, 119 biz. 1.75. De scholasterie, het recht de schoolmeesters aan te stellen, was in de Middeleeuwen in het bezit van den Graaf of Heer, als patroon der verschillende parochiekerken. Karei f schonk in 1527 de school van Gouda weg aan Jan Wilbroot; met hem en zijn rechtverkrij genden had de stad veel te doen, totdat zij vóór 1568 zelve in het bezit der school tradde Hervorming schiep ook hier nieuwe toe standen. Dr. Kesper deelt behalve deze zaken nog veel belangrijks mede omtrent de inkomsten der scholasterie, het schoolgebouw en over het onderwijs, de onderwijzers en de leerlingen. Eenige afdruk ken van merkwaardige charters besluiten het boek. H. T. Colenbrander. De Patriottentijd, hoofdzakelijk naar buiten- landsclie bescheiden. II. 17841786. 's Gravenliage, Martinus Nijboff, 1898. 8°. XV, 371 blz. f 4,50. In dit deel behandelt de schrijver den tijd van de opperheer schappij der PatriottenBrunswijk was weggejaagd, de Prins ver nederd, schier niemand verzette zich. De moeilijkheden met den Keizer, die allicht gelijk in 1672 en 1747 aanleiding hadden kunnen geven tot een Orangistische reactie, werden met Fransche hulp opgelost en het verbond met Lodewijk XII in 1785 gesloten. Doch het was niet te denken, dat Engeland dat alles rustig zou aanzien. Pitt, gesteund door een krachtig Parlement, zond in 1784 den beleidvollen James Harris naar den Haag, ten einde de Oranje partij met nieuw leven te bezielen. De tijd daarvoor was niet ongun stig. De Patriottenpartij, tot dusverre één in haat tegen Willem A begon zich langzamerhand te splitsen in een aristocratische en een democratische helft. De laatste easchte ingrijpende hervormingen in het Staatsbestuurde eerste, in haar macht bedreigd, zocht toe nadering tot den Stadhouder. Behalve de regenten wenschten ook de kooplieden, bevreesd voor de gevaren van een ooidog met Enge land, vrede met Oranje, gelijk ook het lagere volk, dat noch van een aristocratische noch van een democratische regeering wilde weten. Deze drie elementen zouden door Harris tot eendrachtig handelen worden vereenigdhij bereikte dat doel volkomen. Zoo worden Patriotten en Prinsgezinden door buitenlandsche mogend heden bestuurd. De ontknooping volgde echter nog niet onmiddel lijk, daar Frederik de Groote zich onzijdig hield, deels uit afkeer van Engeland deels uit eerbied voor Frankrijk. Een groot aantal 133 inedita, voornamelijk uit buitenlandsche archieven, zijn als bijlagen toegevoegd. M. G. de Boer. Die Friedensunterhandlungen zwischen Spanienund den Xieder]anden in den Jahren 1632 und 1633. Groningen, P. Noordhoff, 1898. 8°. XV, 142 blz. Het vorige' jaar promoveerde de Heer de Boer op dit proef schrift aan de Universiteit van Heidelberg. Het behandelt een episode uit den tijd van Frederik Hendrik, ook door Waddington, maar naar schrijvers meening, niet volledig besproken. De beden kelijke toestanden in de Zuidelijke Nederlanden maakten daar de gedachte aan een afschudding van het Spaansche juk levendigde hooge adel stelde zich aan het hoofd der beweging. Daarop ver trouwende, ondernam Frederik Hendrik zijn veldtocht langs de Maas in 1632. Xa de inneming van Maastricht zag Isabella zich genoopt de Staten-Generaal bijeen te roepen, die onmiddellijk on derhandelingen met Frederik Hendrik aanknoopten over een te slui ten vrede. Maar de door den Stadhouder te Maastricht gestelde voorwaarden waren onaannemelijktoch zouden misschien de Brus- selsche Staten er op ingegaan zijn, zoo de toestand niet veranderd was. De staatsinstelling der Kepubliek maakte een vlugge afdoe- ning van zaken onmogelijkde onderhandelingen werden dus naar den Haag verplaatst, waar zij in de eerste helft van 1633 werden gevoerd. Maar zij kwamen tot geen resultaat, daar de Zuid-Neder landen aarzelden zich van den Koning los te makenbovendien stelde de Eepubliek in het algemeen te hooge eischen. J. C. Overvoorde. Catalogus van de Bibliotheek der gemeente Dord recht. Afdeeling I. Dordrecht en omstreken. Dordrecht, Morks en Geuze 1898. 8°. X, 372 blz. Deze catalogus is in hoofdzaak bewerkt naar het beproefde voorbeeld, door mr. S. Muller Fzn. voor Utrecht gegeven. Dat de Kunst van Handel en Nijverheid afgescheiden en met Weten schappen tot één rubriek vereenigd is, schijnt mij een verbete ring. Ook het opnemen in de bibliotheek van eenige handschrif ten, die niet in het kader van het archief passen, is juist. De indeeling is als volgtGeschiedenisPlaatsbeschrijvingBiogra- phieën van inwoners van Dordt (hierin zeer veel over de de Witten en de strijd over hun beteekenis in 1757; Bestuur; Justitie; Po litie; Financiën; Fabricage; Armwezen; Geneeskundige dienst; Onderwijs; Handel en Nijverheid (ook over het stapelrecht en het gildewezen)Middelen van verkeerMilitaire ZakenKerkelijke

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1898 | | pagina 25