130
Dez. Het recht der keurmedigen in Gooiland, W. Bezemer.
Keur van Nieuwkoop en Noorden. 1589, J. G. Ch. J oosting.
Eenige stukken betreffende het zeventuigsrecht, F. A r e n s.
I)as Heberegister des Stiftes Essen vo'n seinen drei Oberhofen Olst,
Arcliem und Yrthe in Salland, Yaria.
Yereeniging tot beoefening van Geldersche geschiedenis, oudheidkunde
en recht. Bijdragen en mededeelingen. Deel I. Arnhem, P. Gouda Quint,
1898, 266 bladz. 8°.
J. S. v an Y e e n. Uit de uitwendige en inwendige geschiedenis
der voormalige Geldersche Hoogeschool, A. J. C. Kremer.
Hameland (Gelderland benoorden den Rijn tot het jaar 1100),
L. H. C. B e ij e n s. De inval der Orangisten in Gelderland in Sep
tember 1799, J ac. A n sp ac li. Dreumel, Wamel en liet geslacht
van Wamel, W. van de Poll, Het leengoed de Dukenburg in
het schependom, van Nijmegen, J. Gimberg. Iets over de_ Ile-
mony's en den uurwerkmaker Juriaan Sprakel, Dez. Een bouw
contract van 1392, J. II. Hofman. De stad Groenlo en haar
wigbold, H. D. J. van S ch e v i c h a v e n. Yrijgeleide voor hei
dens, J. S. van Veen. Stukken betreffende plannen tot aanleg
eener waterleiding te Arnhem in het midden der 16de eeuw,
H. D. J. van Schevicliaven. Historische aanteekeningen van
Diederik van der Yoordt, H. de Iager, Bijzonderheden uit de
kerkeraadsacta der hervormde gemeente te Borculo, van de jaren
16661721,
Vereeniging tot beoefening van Overijsselsch regt en geschiedenis.
Verslag v. d. handelingen der 80ste vergadering, te Zwolle op 26 Oct. 1897.
Zwolle, de Erven J. I. Pijl, 1898, 11 bladz. 8°.
C r a m e r, Opmerkingen over de topograpliie van Zwollev.
Hasselt, Het ontstaan van Zwolle Nanninga U i terd ij k,
Eene uitspraak van Rudolf van Diepholt over het vuurofferen in
de kerk te VollenlioveNanninga U i t e r d ij k, Drie stukken
in het Kamper archief over Geert van Wou.
-J.
Paul Fredericq. Inquisitie liaereticae pravitatis Neerlandica. Ge
schiedenis der Inquisitie in de Nederlanden tot aan hare herinrichting
onder Keizer Karei Y (10251520). II. De Nederlandsche Inquisitie
tijdens de veertiende eeuw. Gent, J. Vuylsteke's Gravenliage, Martinus
Nijhoif. 1897. 8°. XX, 195 blz. ƒ2,50.
Prof. Eredeiicq behandelt hierin de 14de eeuw, een eeuw van
131
beroering op godsdienstig, staatkundig en maatschappelijk g*ebieci.
Het pausdom, in minachting gekomen, sleepte in zijn val het over
geleverd gezag der kerk mede. Waar de basis van geloof en zede
lijkheid wegviel, schoot de ketterij overal welig op. Ook in de
Nederlandendaar vond men de verdachte vrije broederschappen
der begijnen en begarden, de geheimzinnige ketterin Bloemaerdinne,
door prof. Fredericq voor dezelfde als de dichteres Zuster Hadewijcli
gehoudendaar trok de dweepzieke secte der G eeselaars als een
wervelwind tot tweemaal toe het land doordaar vertoonden zich
ook de fanatieke Dansersdaar werd ook het proces tegen de
tempeliers gevoerd, die men evenwel niet alleen als ketters ver
volgde daar namen de gevaarlijke volksopstanden hier en daar een
kettersche kleur aandaar trad de beroemde Geert Groote met
klem op tegen de afdwalingen van broeder Bartholomeus en zijn
aanhangdaar ontgingen zelfs de Broeders en Zusters des Ge-
meenen Levens de verdenking der ketterij niet. Zoo moest de ker
kelijke overheid dikwijls tusschen beide treden om de zuiverheid
der leer te bewarenmaar van een eigenlijk gezegde Inquisitie is
niet veel te bespeuren. Eerst tegen het einde der 14de eeuw ver
schijnen weer pauselijke Inquisiteurs in de Nederlanden. Prof. Fre
dericq putte de stof voornamelijk uit zijn bekend Corpus documen-
tarum Inquisitionis liaereticae pravitatis Neerlandica©.
W. F. N. Yan Rootselaar, Amersfoort. Geschiedkundige Bijzonder
heden. Ie Bundel. Amersfoort, J. P. H. Hamers, 1897. 8°. 172 blz. ƒ2.
Inhoud: Het feest van 19 Hei 1798 (ter eere van de aanne
ming der Staatsregeling). Het bezoek van Keizer Napoleon aan de
stad Amersfoort, Ao. 1811. Het bezoek van den Prins van Oranje,
Ao. 1816. Bezoek van Koning Willem I (in 1837). De Doelen
(Het Franciskaner klooster, in 1472 gesticht, werd in 1579 opge
heven en ingericht tot een Doelen voor de schutterij welhaast
werd het een der beroemdste logementen in de Republiek, waar
vorsten en aanzienlijken werden gereguleerd. Sedert 1806 diende
het voornamelijk voor allerlei militaire doeleinden). De taxatie der
Sint Joris-kerk in 1798 (krachtens de Staatsregeling, ten einde de
waarde der bezittingen der Hervormde Kerk te kunnen bepalen).
Üldenbarneveltiana (Over O.'s vader en diens geboorte- en woon
huis de familie blijkt niet onbesproken te zijn geweest). Het liuis-
geld (Een uittreksel uit het kohier van 1758). Opheffing der gilden
(in 1798). Rectoren van het Gymnasium in de XYIde eeuw, (o.a.
Lambertus Hortensius).