122 bestemd om ambtshalve te worden gebruikt moest vergezeld gaan van eene verklaring der directie van dat proefstation omtrent de hoedanig heid van dat papier. Daarvan moest tevens een monster worden overlegd voor een eventueel nieuw onderzoek. Nadere voorschriften gaven voor verschillende soorten van officiee bescheiden de klasse aan van het daarvoor te gebruiken papier. „1 o z- schliff" en stroo was geheel uitgesloten en een maximum hoeveelheid van asch bij verbranding gesteld ter beperking van liet gebruik van vu stoffen. Sinds 1893 zijn nieuwe bepalingen m werking getreden vroeger vastgestelde normaalstaten gewijzigd. Omtrent deze wordt oven- neus gpVIaagA dat zij te omslachtig zijn. n Een tarief stelde de mate van vergoeding vast voor onderzoekingen ten behoeve van particulieren. De uitkomst bewees dat dit onderzoek m een groote behoefte voorzag en het proefstation éene bij uitstek nut ;ige instelling mocht genoemd worden. Het zou mij te ver voeren dit met cijfers toetelichten. De belangstellende lezer kan een uittreksel der otti- ciëele statistiek vinden in de Yragen des Tijds van 1892 blz. Wi vgg. de Heer P. van der Burg stelde de kwestie die ons bezig houdt m eene lezing te 's Gravenhage in Diligentia aan de orde en publiceerde later zijne rede in genoemd tijdschrift. In hetzelfde jaar als te Charlottenburg werd te Weenen een rijks- controlebureau opgericht en een paar jaar later volgden Denemarken en Finlandbinnen de Duitsche grenzen kwam Leipzig als tweede en Bre men als derde instelling van dien aard. Later kreeg Hongarije te Buda- Pestli zijn eigen bureau. Hoe het in andere landen gesteld is, kon ik tot mijn leedwezen niet vernemen. In Engeland schijnt men even als bij ons nog in de periode van aandrang en betoog t-e zijn. Wat dien aandrang ten onzent betreft, noemde ik reeds de Heeren van der Burg en Stufkens. Ik moet in aansluiting aan het door lien geschrevene wijzen op een reeks uitvoerige, zeer zakelijke artikelen in het Weekblad de Ingenieur van December 1892 van de hand van den Heer A. II. Berkhout, die zelf te Charlottenburg praktisch werkzaam was. De Eegeering betoonde zich niet geheel blind voor liet gevaarin de aanbestedingvoorwaarden voor de levering van papier ten behoeve a an het Ministerie van Waterstaat, Handel en Nijverheid werd beslist alle papieï, waarin zich hout of houtstoffen bevonden uitgesloten. De voorschriften voor de levering ten behoeve van onze Koloniën in 1892 gegeven deden dit evenzoo en duidden veel meer in bijzonderheden aan, aan welke eisclien het papier moest voldoen. Bij de aanbesteding voor papier ten behoeve der Algeméene Lands drukkerij voor 1894 werden in overleg met den Heer van der Burg enkele 123 monsters normaal papier ingevoegd, met aanwijzing aan welke vereischten deze voldeden. Het zou zeker belangrijk zijn te weten hoe de praktijk ten deze thans is. De Heer Greshoff deelt alleen mede dat bij de Landsdrukkerij jaarlijks eene zekere hoeveelheid normaalpapier wordt voorgeschreven. In de zitting der Tweede Kamer van 14 December 1897 bracht de Heer J. E. W. Conrad het onderwerp ter sprake en verkreeg liij van den Minister van Binnenlandsche Zaken de belofte dat een onderzoek zou worden ingesteld. Het lag voor de hand dat ondernemende papierhandelaars a.ras aan het gegarandeerde Duitsche papier bij ons ingang zouden verschaffen en velen het zouden verkiezen boven het hier te lande vervaardigde, waarvoor elke waarborg ontbreekt. Natuurlijk strekt dit tot schade aan onze eigen papierindustrie. Daarenboven is het woord normaalpapier ten onrechte een tooverwoord geworden dat alle verdere navraag uitsluit. Niet alleen is het de vraag of alle papier dat onder dien naam over de grenzen tot ons komt dien verdient, maar in Duitscliland zelf duidt hij zeer uiteenloopende soorten, waaronder ook inferieur en snelvergangelijk papier aan en hangt alles af van de klasse, waarin het geplaatst is. Bij gebreke van staatscontrole zijn partikuliere inrichtingen verrezen. De Heer P. Eerman te Amsterdam berekent voor volledig onderzoek tien gulden, bijna 50 minder dan de rijksinrichting te Charlottenburg, die als Duitsche staatsinstelling, naar beweerd wordt, te weinig let op de eisclien van liet publiek en van den kleinhandel. Genoemde heer doet alle papierkeuringen voor de Transvaalsclie regeering. De firma H. E. de Charro en Zonen te 's Gravenhage brengt papier in den handel te Maastricht gefabriceerd. Zij heeft een eigen inrichting voor papieronderzoek. Eeeds in 1892 stelde de directie der fabriek te Maastricht eene eenvoudiger klassenregeling samen dan de Duitsche, die slechts a ooi vakmannen duidelijk zou zijn. Van haar papier deelt zij dus de mate van stevigheid, liet aschgehalte enz. enz, mede. Hoeveel waarde dit voor het publiek heeft, kan het voor den verbrui ker niet de waarde van een controlebureau hebben. Het ligt voor de hand dat alleen de Staat in die behoefte afdoende kan voorzien. Waar aan de Polytechnische school te Delft de wetenschappelijke krachten aanwezig zijn om eene uitstekende inrichting van zulk een bureau te waarborgen, mogen wij vertrouwen dat eindelijk het voorbeeld dei oostelijke geburen gevolgd zal worden. Dr. Greshoff verdient onzen dank dat liij opnieuw op de zaak heeft aangedrongen en de Maatschappij a an Nijverheid dat zij de aandacht der Eegeering rechtstreeks daarop gevestigd

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1898 | | pagina 20