84
Orgaan van de VEREENIGING VAN ARCHIVARISSEN in Nederland.
IN MEMORIAM.
r. WlLLEü BeZEMER.
fiïr Heiroatkunde würde dadurch ausserordentlieh geschildigt werden, ferner
wiirde die Kunstakademie, insbesondere die Historienmalerei, darunter leiden.
Eür die Geschichtsyereine aber sei es eine Existenzfrage. Neben den kleinern
zu Neuss, Essen und Werden kommen die grössern, der Bergische uud der
Düsseldorfer, in Betracht, deren bisherige Veröffentlichungen beweisen, dass für
ihre Studiën das Archiv ganz unentbehrlich ist. Demgegenüber wiire der
Gewinn für die Bonner Interessen geringfiigig. Die Professoren bekamen ja
die Acten geschickt, würden sie also künftig statt auf der Bibliothek im Archiv
selbst benutzen. Die Studenten kamen insofern nicht in Betracht, als archiva
lische Studiën nur selten in den Bereich. der akademische Aufgaben gezogen
würden. Der Yerein von Altertumsfreunden im Rheinland, der in Bonn*seinen
Sitz habe, treibe ausschliesslich archeologische und antiquarische Studiën, habe
also das Archiv erst recht nicht nötig. Und für den Historischen Yerein für den
Niederrhein sei ebensowenig gewonnen, da dieser in Köln seinen Mittelpuuct habe.
Geheimer Justizrat Courth hielt es für eine Ehreusache Düsseldorf's, gegen die Verle-
gung Einspruch zu erheben, ucd' bat, der Vorstand möge sich mit der Stadt und der
Regierung, in zweiter Linie auch mit der Provincialverwaltung, der Kunst
akademie und dem Malkasten in Verbindung setzen. Es könne der Stadt nicht
darauf ankommen, auch ein financielles Opfer zu bringen. Dr. Reinartz betonte,
dass bei einer Verlegung des Archivs z. B. die hiesige Lamberti-Pfarrgemein-
de nicht verfehlen würde, ihre im Staatsarchiv befindlichen Archivalien, deren
Abgabe Lacomblet 1832 veranlasst habe, wieder an sich zu nehmen. Professor
Hassencamp verlas ein Schreiben des Bergischen Geschichtsvereinsin dem
dieselben Absichten wie die vom Düsseldorfer Geschichtsverein verfolgten kund-
gegeben werden. Der Vorschlag des Vorsitzenden, in Antragen an Stadte,
Körperschaften and an die Provincialverwaltung gegen die Archivverlegun^
Stimmung zu machen, wurde beifallig aufgenommen."
„Zur Frage der Verlegung des Staatsarchivs von Düsseldorf nach Bonn hat
nunmehr auch der Bergische Geschichtsverein Stelluug genommen und in seiner
letzten Sitzung beschlossen, alles aufzubietenum die Erhaltung des Archivs
in Düsseldorf zu orwirken, da es eiue schwere Schadiguug für die Forschuugen
des Vereins bedeute, wenn das Archiv verlegt und seine Benutzung nicht mehr
in der bisherigen Weise möglich ware."
Uit een later bericht bleek, dat 17 Sept. in deze zaak nog geene beslissing
was genomen, maar dat volgens de Düsseldorfer Zeitung het archief waarschijnlijk
voor Düsseldorf behouden zou blijven.
Wij vernemen, dat in plaats van den heer Léon Gautier, wiens overlijden
wij in het vorige no. mededeelden, de heer Elie Berger tot professor in de
palaeographie aan de École des Chartes is benoemd.
Gedrukt en uitgegeven bij Erven B. van der Kamp te Groningen.
1897/8. No. 4.
Goedgekeurd bij Kon. besl. van 29 Sept. 1891.
19 Februari 1867 5 Maart 1898.
Den 5 Maart 1898 overleed te Rotterdam mr. Willem Bezemer,
adjunct-archivaris aldaar. Onze Vereeniging verliest in liean een liarer
ijverigste, werkzaamste leden, die, ofschoon nog jong, reeds veel voor de
wetenschap had gedaan.
Geboren te 's-Hertogenbosch den 19 Eebruari 1867, bezocht hij, na de
lagere school te hebben doorloopen, in 1879 aldaar eerst de Hoogere Bur
gerschool, om in het volgend jaar over te gaan in de tweede klasse va.11
het Gymnasium. In September 1885 vertrok hij, na een uitstekend geslaagd
eindexamen in beide afdeeling'en A en B, naar Leiden om in de rechten
te gaan studeeren, niettegenstaande de oude letteren hem meer aantrokken.
Aan de academie ontwaakte bij hem de lust voor het oud-vaderlandsch
recht. Zijn proefschrift: Bijdragen tot de kennis van het oude cijns- en
grondrenterecht in Brabantwaarop hij 30 September 1889 cum laude
promoveerde, bracht hem voor het eerst in aanraking met het archiefwezen.
Uitgebreide onderzoekingen, maanden lang, in zijn vaderstad, in Brussel en
andere plaatsen, maakten hem vertrouwd met werken in oude archieven.
Het was dus niet te verwonderen, dat, toen door de benoeming van
mr. L. van Hasselt tot rijks-archivaris in Overijsel de betrekking van
commies-chartermeester aan het Rijks-archief in Noord-Brabant open
