28 natuurlijk, want naar mijne overtuiging zijn daarop niet vele aanmerkin gen te maken. A u ik aldus eere gegeven heb wien allereerst eere toekomt, mag ik ook wel aan onze vereeniging een klein pluimpje geven. Zeker, ik ben liet mij bewust, indien de machthebbenden niet gewild hadden, zou alles, wat wij gedaan liebben, vruchteloos geweest zijnvox clamantis in desertoMaar het feit, dat wij ons vereenigd hebben, en gezamenlijk voor onze aanspraken zijn opgekomen en die aanspraken luide hebben doen klinken, moet toch ©eni gen invloed ten goede hebben gehad. Allerminst vergeten wij daarbij onze beide wakkere collega's, die er niet tegen op gezien hebben den Minister een persoonlijk bezoek te brengen, waarbij zeker, nu het een financiëel be lang gold, niemand onzer hun de eer zal benijd hebben, om in Zijner Excel lentie'» tegenwoordigheid te worden toegelaten Yan niet minder beteekenis (eene zuiver immaterieele beteekenis ditmaal) voor het Kederlandsch archiefwezen acht ik een tweeden maatregel, in het afgeloopen jaar (10 Juni 1897) door de regeering genomen. Ik bedoel de vaststelling der „Regelen voor de indeeling, ordening en inventarisatie van 's Rijks archieven". Ook dit besluit, dat uit den aard der zaak minder naar buiten werkt, schijnt mij niet alleen gewichtig, maar ook hoogst ver blijdend. De regeering heeft zich in de eerste plaats doen voorlichten door den Algemeenen rijksarchivaris, daarna de gezamenlijke rijksarchivarissen gehoord en ten slotte, de gevoelens pro en contra overwogen, na rijp beraad hare beslissing genomen. Ik verheug mij daarover van harte en ik geloof zelfs, dat ik mij er over verheugen zou, al was de beslissing niet in mijnen geest uitgevallen. Er is thans een einde aan de onzekerheidwij bezitten de leiding, die wij behoefden. Er is nu kans, dat bij de bewerking onzer archieven eene zekere uniformiteit in acht zal worden genomen zonder ge vaar, dat alles, ook het heterogene, naar een vast patroon zal worden behan deld en dus mishandeld. Ik herzegde maatregel schijnt mij verblijdend wij hadden behoefte aan eene beslissing, en die beslissing kan niet anders dan nuttig zijn, nu ze is genomen na verhoor van alle daarbij betrokkenen. En voor ons, voor onze vereeniging is er meer reden om trotsch te zijn op dit verkregen© resultaat dan bij de uitvaardiging van het Koninklijk Besluit, dat ik zoo even vermeldde. Ik weet wel, dat slechts eene der vier bepalingen, die thans zijn vastgesteld, van deze vereeniging is uitgegaan, en dat slechts een deel van eene andere voor het eerst in ons orgaan is ont wikkeld. Aan de openbare werkzaamheid onzer vereeniging als zoodanig mogen wij dus werkelijk slechts voor een zéér gering deel het verkregene resultaat toeschrijven. Maar geen toeval mag het heeten, dat de vier stel lingen in hoofdzaak alle zijn uitgegaan van leden dezer vereeniging. M. i. kan het niet betwijfeld worden, dat alleen door de kennismaking met elkan der en met elkanders denkbeelden, door de onderlinge gedachten wisseling en wrijving de betrekkelijke eenstemmigheid van zienswijze is verkregen. 29 Alleen zoo is thans mogelijk geworden wat voor eenige jaren nog ondenk baar scheeneene beslissing, zoo belangrijk voor onze werkzaamheid, is door de regeering genomen, vaste regels zijn ons voorgeschreven en er is geene ontevredenheid. Wel is de volkomen© eenstemmigheid van inzicht, die toch voor de hoofdzaken zeker mogelijk is, denkelijk voorshands nog niet verkregenmaar ik meen te mogen zeggen, dat de meerderheid onzer leden met de genomene beslissing van harte ingenomen zal zijn. Rog een derde feit van beteekenis maakte het afgeloopene jaar voor de Rederlandsche archieven toe een zeer verblijdend jaar: de gelden zijn uit getrokken voor de stichting van een rijks-archief gebouw in Drenthe, en daarmede is de reeks van de bergplaatsen der rijksarchieven compleet. Gelderland, Koordbrabaiit, Utrecht, Groningen en Limburg zijn reeds lang in het bezit hunner bescheiden© archiefpaleizen. De gebouwen in Friesland, Roordholland en Overijsel zijn gereed of nagenoeg gereed, om nog in dit jaar betrokken te worden. In Zeeland gaat de zaak langzamer voort; maar zij vordert toch gestadig, en wij zijn gaarne bereid die lang zaamheid te verontschuldigen, nu zij ons tegelijk de restauratie der be roemde Middelburgsehe abdij schenkt. Drenthe eindelijk zal de regeling voltooien. Want (en dit is waarlijk niet het geringsteook het centrale archief in Den Haag zal eerlang geholpen zijnvoor het Algemeene rijks archiefgebouw is in het afgeloopen jaar de eerste steen gelegd. En de bouw der nieuwe bergplaats van het Huisarchief van H. M. de Koningin vordert goed. Welk een vooruitgangWie had voor 25 jaren gedacht, dat wij zoo spoedig zulk eene reuzenschrede vooruit zouden doen? En zelfs de gemeenten, althans de groote, volgen op dien weg en trach ten hare archieven behoorlijk te huisvesten. Utrecht heeft voor zijne schatten van het rijk eene woning gehuurd, terwijl Groningen en Arnhem zonder geldelijke, opoffering als logeergasten door het rijk niet minder wel kom gelieeten schijnen te worden. Schiet de plaats niet te kort, dan laat het zich aanzien, dat ook elders (b.v. te Zwolle en te Middelburg) metter tijd dezelfde weg zal bewandeld worden, nu deze oplossing door eene perso- neele unie reeds eenigszins voorbereid schijnt te worden. Wat wij daartoe zeggen? Naar mijne meening dit„Quand on n'a pas ce qu'on aime, il faut aimer ce qu' on aMaar Amsterdam heeft zelve eene harer oude poorten voor haar archief ingericht en zag binnen zijne veste een tweede archief paleis voor de notarieel© protocollen verrijzen. Zelfs het betrekkelijk kleine Leiden heeft voor zijne archieven eene afzonderlijke woning kunnen stich ten. En Rotterdam besloot dezer dagen om met opoffering eener som van f 131.000 een tweede, grooter archief gebouw te stichten, nu het oude ge bouw, dat indertijd een voorbeeld geacht werd voor alle, op den duur te klein is gebleken. Ook daar zullen eerlang twee arcliiefgebouwen bestaan immers voor het archief der rechtbank (met de notarieel© protocollen) is mede eene brandvrije bergplaats in aanbouw.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1897 | | pagina 5