114
„dat ook in de Fransche archieven veel te vinden zou zijn, wat
„kon strekken tot toelichting van onze eigene geschiedenis". Boven
dien bevatten de openbare verzamelingen veel „ook uit onze
„streken", wat door 17e en 18e-eeuwsche verzamelaars van histo
rische documenten werd bijeengebracht. Op grond van de sterke
centralisatie van de Fransche regeering, is Parijs de plaats, waar
ongeveer alles te vinden zal zijn. De archieven der Departementen
(waarvan gedrukte inventarissen o. a. op de Leidsche Bibliotheek
voorhanden zijn) zullen weinig bevatten. Dr. B. bepaalde zich dus
tot Parijs. Gachard, Groen van Prxnsterer en Kervijn
de Lettenhove zochten indertijd te Parijs met het oog op hunne
speciale uitgaven. Er is dus nog veel nieuws te verwachten.
Met inachtneming van enkele formaliteiten bij sommige (ministe-
rieele) archieven is de toegang tot de archieven zeer gemakkelijk.
Uitstekende inventarissen bestaan in druk groote hulpvaardigheid
kenmerkt de beambten. Het werk van Langlois et Stein (Les
archives de l'histoire de France) was van zeer groot nut. De
heer Gédéon Httet onder-bibliothecaris aan de Bibliothèque Na
tionale, is bij K.B. d.d. 16 Dec. 1896 No. 8 aangewezen, onder
leiding van Dr. B., „nadere onderzoekingen naar sommige belang
rijke documenten in te stellen".
Achtereenvolgens wordt door den heer B. verslag gedaan van
zijne bevindingen in de Bibliothèque Nationalede Bibliothèque
de 1 Arsenal, de Bibliothèque Mazarinehet Ministère des Affaires
Etrangeres, het Ministère de la Guerre, de Ministères de la Marine
et du Commerce en de Archives Nationales.
J. G. Ch. Joosting. Verslag omtrent oude gemeente-waterschaps-
en veenderij-archieven in de Provincie Utrecht over 1895. (Uitgebracht
en gedrukt op last van Gedeputeerde Staten). Utrecht, Kemink en Zoon,
1896. 1 deel 8°. 125 bladzz.
De gemeenten Westbroek en Achttienhoven en het dijkcollege
van den Slaperdijk. Met bijlagen inventarissen van de oude archie
ven aanwezig op de gemeentehuizen van Westbroek en Achttien
hoven en van het archief van het College tot Directie van den Slaperdijk.
J. C. Over voorde. Verslag omtrent het gemeente-archief te Dord
recht over het jaar 1896. Dordrecht, Morks eu Geuze, 1897. 20 bladzz.
De regeling van het oud-archief werd voortgezet, ook die
van het nieuw archief voorzooveel doenlijk. De onderhandelingen
over het in bruikleen verkrijgen van het rechtelijk archief vlotten
niet, daar op eene missive van het gemeentebestuur d.d. Febr.
1896 geen antwoord der regeering ontvangen werd. De volontair
van der Elst vertrok. De raadpleging van het archief neemt
steeds toe. De inventaris van de bibliotheek over Dordrecht is
115
ter perse. Die van den atlas der gemeente, ruim 2100 nos.
kwam gereed. „De opgravingen van het klooster Eemsteijn
werden in het begin van 1896 beëindigd"; het verslag daarover
werd ingezondendochtengevolge van den onwil van den op
zichter der gemeentewerkenzonder kaart.
H. S. Yeldman. Yerslag van de bibliotheek, het archief en het
museum (te Delft over 1896). 6 bladzz.
De archivaris trad 1 Juli 1896 in dienst en nam eerst ter
hand de beschrijving der bibliotheek, die bijna gereed kwam.
Aan eene regeling van het archief kon nog niet worden begonnen.
De definitie van een archief, aangenomen door de Vereeniging
van Archivarissen wordt overgenomen; „al wat niet onder deze
„bepaling valt, behoort, zoo het niet tot de bibliotheek gerekend
„kan wordentot het museum." Topographische atlassen van
Delft en Delfland kwamen gereed, aan een historischen atlas van
Delft werd de hand geslagen. De politiekamers in het stadhuis
zullen worden vertimmerd tot ééne zaal voor het museum.
Corpus documentorum inquisitionis haereticae pravitatis Neerlandicae.
Verzameling van stukken betreffende de pauselijke en bisschoppelijke
inquisitie in de Nederlanden. Uitgeg. door Paul Fredericq en zijne
leerlingen. Dl. II. Stukken tot aanvulling van dl. I. (1077—1518). Gent,
J. Yuylsteke; 's Hage, Mart. Nijhoff. (22 en 411 bladzz.) gr. 8°. f 5.
„Meer clan twee honderd nieuwe stukken., om het eerste
„deel van ons Corpus aan te vullenbuiten enkelealdaar reeds
„opgenomen, doch onvolledig en die nu verbeterd worden afgedrukt.
„In dit uitvoerig supplement op Corpus I vindt men stukken van
„allerlei aard, maar voornamelijk over Lambert le Bègue,.. over
„de vervolging der Tempelridders in de Nederlanden, over die
„der Begijnen en Beggarden, over de Geeselaars], over de Dansers
„en over de Broeders en Zusters van het gemeene leven. Men
„vindt hier ook edicten van de Fransche koningen en uittreksels
„uit de werken van gezaghebbende rechtsgeleerdeneenige nieuwe
„processtukken van de pauselijke en van de bisschoppelijke inqui
sitie,.. eindelijk nieuwe aanteekeningen over de godslastering
„die omstreeks den tijd van het uitbreken der zestiendeeuwsche
„Hervorming op onrustbarende wijze schijnt te zijn toegenomen in
„de Nederlanden."
H. D. J. van Schevichaven, Oud-Nijmegen's straten, markten,
pleinen, open ruimten en wandelplaatsen. Nijmegen, Firma H. tenHoet,
1896. 1 deel. f 3.50.
Gegevens voor deze uitgave hebben geleverd het archief der
gemeente, het vroeger over Nijmegen in het licht gegevene, de
bibliotheek van den wethouder J. IT. Graadt van Roggen en mon-