68
Berichten, enz.
Benoemd
tot archivaris der gemeente Leeuwarden mr. J. Ij. van Sloterdijk aldaar;
tot archivaris der gemeente Ylaardingen de heer IJ. Schuitemaker, com
mies ter secretarie aldaar.
Door zijne benoeming tot leeraar te 's Hertogenbosch en zijn vertrek
naar genoemde plaatsheeft de heer F. Allan opgehouden archivaris te
Goes te zijn.
In de laatste algemeene vergadering der Yereeniging van archivarissen
werd na herhaalde stemmingen, die tot geen positief resultaat leidden,
besloten aan het bestuur op te dragen een commissie samen te stellen,
die in opdracht der Vereeniging zou samenstellen een handleiding voor de
inventariseering der Nederlandsche archievenzooals die gewenscht werd in
in het door mr. Dozy geamendeerde en daarna door de vergadering aangeno
men voorstel van mr. Heeres. Het bestuur heeft gemeendbij het vormen
dezer commissie de laatste stemming der vergadering als leiddraad te moeten
aannemen. De meeste stemmen hadden op zich vereenigd de II. II. mrs.
Muller Feith en Bondam dezen werden dus het eerst uitgenoodigd
daar de vergadering verklaard had zich te vereenigen met het amendement
van den heer de Bussy, dat een comissie van drie leden wenschte.
Toen de heer Bondam meende zich wegens drukke ambtsbezigheden te
moeten verontschuldigenwerden de H.H. mrs. Dozy en Fruin die een
gelijk aantal stemmen (het hoogste na mr. Bondam) op zich vereenigd
haddenuitgenoodigd in de commissie zitting te nemen. Ook de heer
Dozy had daartegen bezwaren Zij is dus thans samengesteld uit de H H.
Muller, Feith en Fruin.
Naar aanleiding van het wetsontwerp tot verhooging van art. 156 op
Hoofdstuk V der loopende Staatsbegrooting, teneinde daarvoor aan te koopen
een terrein tot het bouwen van een brandvrij archief gebouwte Assen, werd
in het Voorloopig Yerslag de vraag gedaan, of „het uit een oogpunt van
zuinigheid geen aanbeveling zou verdienen het provinciaal archief van
Assen naar Groningen over te brengenalwaar het zonder veel kosten
in het archiefgebouw te bergen zou zijn." Daarbij wenschte men een
overzicht der eventueele kosten van den bouw en de inrichting te
ontvangen, alvorens een beslissing te nemen. Nadat reeds eenige leden
„de wenschelijkheid om het archief te Assen te laten" hadden betoogd,
wordt in de Memorie van Toelichting er nog op gewezendat de „over
brenging van de Drenthsche archieven naar Groningen voor den dienst
69
der admidistratie zeer ongewenscht" zou zijn, en dat zij bovendien geen
bezuiniging zou opleverenomdat er te Groningen even goed als te
Assen zoude moeten worden gebouwd, terwijl het terrein, dat nu is
verkregen voor matigen prijs, groot genoeg en zeer geschikt is. Yoor
het overzicht der kosten verwijst de Minister naar de nadere plannen.
Toch schijnt het niet in de bedoeling te liggen reeds in 1896 met den
bouw te beginnen. Waarom dan een verhooging der loopende begrooting
voorgesteldwerd gevraagd. En de Regeering antwoordtdat anders
mogelijk de koop niet ware doorgegaan.
Niettegenstaande deze bedenkingen is het wetsontwerp zonder op deze
post betrekking hebbende discussie in de Tweede Kamer aangenomen
en ook door de Eerste goedgekeurd.
Ten behoeve van het Rijk is aangekocht, met onlangs verleende goedkeu
ring door de wetgevende macht in den vorm van de aanneming der verhoo
ging van een post op Hoofdstuk V der Staatsbegrooting voor 1895, een ver
zameling van bescheiden op den admiraal de Ruyter en diens geslacht be
trekkelijk of van hem afkomstig. Een verzameling van bijzonder groot belang,
te grooter, wijl bij den noodlottigen brand van het ministerie van marine
in 1844 verreweg het grootste gedeelte der archieven vernield zijnwelke
de geschiedenis van de roemrijke daden onzer vlootvoogden in de 17de
eeuw bevatten. De collectie omvat behalve eenige open brieven van
adeldom
26 meest eigenhandig door M. de Ruyter geschreven journaalboeken
loopende van 1633 tot 1676;
18 brievenboeken, loopende van 1652 tot 1675;
8 rekeningen en comptabele boeken van 1661 tot 1676;
een memoriaal omtrent het vrijkoopen van christenslaven te Algiers, 1664;
16 deelen akten en resolutien van de scheepskrijgsraden van 1655 tot
1674, waaronder die van Joan de Witt tijdens de ziekte van De Ruyter
in 1666, en die rakende het „exploot" op de rivier van Chatham;
een collectie van ruim 1100 brieven van 1641 tot 1680, waaronder
van Willem III, van graaf Maurits van Nassau, van de gebroeders De
Witt, van de koningen van Frankrijk, Spanje en Denemarken, van den
Keurvorst van Brandenburg, van den Groothertog van Toskane, enz.
11 journaalboeken, meest eigenhandig geschreven, van 1664 tot 1681.
In verband met een aantal historische kunstvoorwerpen bedraagt het
voor den aankoop vastgestelde bedrag 15000.
Aan het Algemeen Rijksarchief zijn voor eenigen tijd in bruikleen
afgestaan de nagelaten papieren van den bekenden patriot en lateren
generaal H. W. Daendels. (Zie Staats Courant Jan. 1895).