Mr. Hendrik Octavius Feith, 56 volkomen juist en bovenal practisch gehandeld door bij de indeeling' van dit archief niet het stokpaard der consequentie te berijden, doch zich de vraag te stellen: hoe kan mijn inventaris het best worden ingericht, dat reeds de „Inhoud" of indeeling een helder overzicht geeft van wat het archief bevat, zoodat ook de tegenwoordige gebruiker daarin spoedig den weg vindt. Hij moeht dit doen, immers geene oude organisation honden hem en van de oude 16" eeuwsche inventarissen waren slechts extracten over, terwijl na dien tijd de verzamelingen zijn gewijzigd, geschonden en aangevuld. Toch ware het m. i. wenschelijk geweest, indien door den heer Fruin, bij de bespreking der geschiedenis van dit tot in de 13° eeuw opklimmende archief, met een enkel woord melding was gemaakt van het systeem, waarnaar die oude inventarissen waren ingericht en van de redenen, die hem weerhielden op het patroon dier oude inventarissen voort te arbeiden. Eene toetsing der begrippen over archiefinrichting uit de 16e eeuw aan onze einde-198-eeuwsche begrippen over die materie zou interessant en leerzaam zijn geweest. Wellicht verrast de heer Fruin ons nog eens met eene bijdrage over dit onderwerp in ons orgaan. Deze nieuw verschenen inventaris kan bij de meer en meer in organisatie komende archieven van heereu, geslachten, kasteelen enz. tot een uit stekend voorbeeld ter vergelijking, misschien mutatis mutandis ter navolging- strekken. Evenwel vergete men hierbij niet, dat zoowel de oude extract inventarissen als het oude merk, dat op de meeste Montfoortsche charters voorkomt, twee gidsen zijn geweest, die het vinden van den weg in de uit verschillende verzamelingen weder bijeengebrachte archief der heeren van Montfoort zeer hebben vergemakkelijkt. De inventaris, waarin de beschrijving der stukken om hare duidelijkheid allen lof verdient, bevat bovendien weinig nummers, waarin niet de heeren van Montfoort met name zijn genoemd, m. a. w. in dit archief schijnen weinig stukken aanwezig te zijn geweest, waarvan het zoeken en verklaren van het verband met de heeren van Montfoort moeilijkheden opleverde. J. A. FEITH. VARIA. In de Kerk. Ct. deelt iemand mede, dat vele lcerk-archieven in treu- rigen toestand verkeeren. Doch het ergste maakte het een predikants vrouw die de kast te goed gevonden had voor dien ouden rommel en ze tot bergplaats harer japonnen had ingericht. De archieven waren eenvoudig ten vure gedoemd. Gedrukt en uitgegeven bij Erven B. van der Kamp te Groningen. Orgaan van de VEREENIGING YAN ARCHIVARISSEN in Nederland. IN MEMORIAM. t 24 September 1895. Het is niet dan met een zekeren schroom, dat ik de pen op vat om ten behoeve van ons Tijdschrift in korte trekken het levensbeeld te ontwerpen van den man, wiens naam hierboven is geplaatst. Een schroom, die zijne verklaring vindt aan den eenen kant in de omstandigheid, dat deze man wars was van allen ophef en drukte, van wederkeerige ophemeling, zelfs bij werkelijke ver diensten, en aan de andere zijde daarin, dat hij zich zoowel op het gebied der wetenschap heeft bewogenals deelgenomen aan bet openbare leven in zijne woonplaats. En nu moge het waar zijn, dat hij daarin geen opmerkelijkenop den voorgrond treden den rol heeft gespeeld al viel zijn eerste optreden in den roerigen tijd van het jaar 1848, even onbetwistbaar is het zeker, dat van zijne geheele persoonlijkheid, in haren deftigen eenvoud, een invloed is uitgegaan, die zijn' stempel drukte op besluiten, welke zonder dien meer overijld en zonder rijp beraad waren genomen. Het zal duidelijk zijndat te dezer plaatse de wetenschappelijke werkzaamheid, bepaaldelijk die als archivaris en juist bij Feith raakte zij zoo dikwijls den practischen kant der dingen - Goedgekeurd bij Kon. besl. van 29 Sept. 1891.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1895 | | pagina 1