28 Een en ander over alfabetische naamregisters. Het is eene schijnbaar onbeduidende zaak, waarover de volgende op merkingen handelenmaar zij is van grooter belang dan men oppervlakkig zou meenen. De bruikbaarheid van een archief berust voor een groot deel op naam- en zaakregisters. In den inventaris weerspiegelt zich de inrichting, de organisatie van het archief; men moet hem opslaan om te weten, welke registers men zal raadplegen om het gezochte te vinden. Maar die registers zeiven zijn vaak zoo uitvoerig dat ze zonder indices schier niet zijn doorteworstelen. Wat zij behelzen, moeten de indices klappen, welnu, het is van overwegend belang dat dezen juist klappen. Doen zij het niet, dan is de acte die zij of niet of verkeerd vermelden, voor goed begraven. Want, geeft de index geen succes, dan zal bijna nimmer het register zelf toch nog worden opgeslagen. Daarom, veel liever geen index dan een verkeerd ingerichte. De gewone inrichting der naamregisters nu, om ditmaal bij dezen te blijven, bestaat in het strict alfabetisch rangschikken der namen over eenkomstig de in de acten gevolgde spelling. Soms worden de namen met S en die met Z beginnende, bijeengevoegd, ook wel worden bij de K de klanken Ca, Co en Cu ingelascht. De gedachtedie hieraan ten grondslag ligtzou ik consequent willen toepassen m. a. w. niet alfabetiseeren volgens de aangetroffen spelling, maar op den klankde uitspraak af. De ae beschouwe men als aaden dub belen klinker voor een medeklinker, gevolgd door een e als een enkelen, b.v.b. Looten als LotenEaave als Rave\ de ck worde kkdus Breecker in verband met het vorige Brekerde ch worde in den regel g en evenzoo de ey ei. In den regelwant bij de klanken eieyy en i moet men naar omstandigheden handelen, evenzeer als bij oe en ou. Lourens behoort bij Laurens thuis, maar andere ou klanken kunnen met de oe gecombineerd worden. In allen gevalle zorge men, dat niet de spelling van denzelfden naam dan eens zusdan weer zoo worde opgevat. Het voordeel van de besproken methode is juist dat daardoor alle personen van denzelfden familienaam bij elkander worden gesteld. Dit is het streven althans. Want dat Adriaans en AryensAalberts en Alberts Thonis en Anthonis, Aarts en Arents, Battist en BaptistOpdam en ObdamMathijs en Thys, bij elkander behooren te staan, spreekt van zelf en men zal ook al licht bijeenstellen van der Molen en van der MeidenMulder en MullerOsenbrug en Osnabrugmen zal de Schra als Sra lezen, men zal Scholten wellicht zelfs met Schouten identificeeren en den genitivus wegwerpende, Otten in den nominativus Otto veran deren. Maar men stuit toch nog al eens op gevallenwaarin combinatie gewaagd is en dan spreekt het van zelf dat men in dubio abstinet. 29 Waar men toevallig vindt dat Opdenend elders Opgeenend heet, is nog de vraag, waar de plaats van dat heerschap is; gerekte uitspraak heeft spel lingen als van SullickSpar ren aRuwel, OosterumOorringen doen ontstaan, die niet altoos zonder tegenspraak reduceerbaar zijn. Het voor voegsel van kan men als niet geschreven beschouwenmaar waar de hoofdnaam met een klinker begonis soms door de verdubbeling der n die klinker naar den tweeden grond verschovenzoo bij menigen van Nes, die eigenlijk van Es heette. Andere voetangels en klemmen leggen de buitenlandsche namen de regel ligt voor de hand daarvoor de oorspronkelijke spelling te her stellen, maar hoe moeielijk is dit niet. In het Duitsch komt de oe zijn plaats als u opeischen, maar elke Duitsch klinkende naam is niet die van een Duitscherbij het Fransch en hoevele duizende namen in die taal komen in Holland niet tusschen 1640 en 1700 voor, komen de vertalingen ons parten spelen. Werk voor TravailleKetel voor ChaudronVermouth voor Fremeaux, komen mij het eerst in de gedachte, maar er zijn hon derden anderen. Alle deze gevallen doen vaak weifelen, maar in den regel, de onder vinding heeft het mij geleerdis eene rangschikking in den geest als hier door mij wordt voorgestaan, praktisch uitnemend uitvoerbaar. De 40000 stroken het alfabeth vormende op de Leidsche trouwboeken ten Raadhuize zijn aldus geordend. Op veel grooter schaal zijn de één a anderhalf millioen fiches in de Bibliothèque de l'Eglise Wallonne evenzoo herschikt, nadat aanvankelijk de zuiver alfabetische volgorde was aan genomen. Ook daar geeft bet veel gemak bij 't zoeken. Verwijzingen en een lijst van alle spellingen voegen natuurlijk aan het werk zekerheid toe. Men bewere niet dat de hier aanbevolen weg, die van willekeur is en men hem volgende allicht een naam op een geheel verkeerde plaats brengt. Dit schrijven is voor archivarissen bestemd en ik behoef dus niet toetelichtenhoe secretarissen en andere schrijvers van vroegere dagen met de spelling omsprongen. Geen opvatting, maar slordigheid beheerschte hun schrijfwijze. Mijne bedoeling is juist voor hun willekeur een systeem in de plaats te stellen. Een ander punt hierbij als van zelf ter sprake komende is het volgende- Zooals men weet, slaan de naamregisters van vroeger tijden tot aan het einde der 18" eeuw allen op den voornaam, wij alfabetiseeren den fami lienaam en doen dit ook, waar deze een patronym is. Is dit juist gezien, althans wat den tijd vóór 1600 betreft? Later is de patronym veelal familienaam geworden. Oppervlakkig doet het er weinig toe of men Jan Pieters op de J of op de P stelt. Zijn persoon kan den een belang inboezemen als zoon van zijn vaderde P wordt dan opgeslagenden ander als vader van zijn zoon, de J moet dan het antwoord geven. Het is dus zeker het best dubbel te alfabetiseeren. Maar wil men dit niet,

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1894 | | pagina 19