12
zekerheid in de oude archiefregeling aanwijzen kan, herstellen. Zoo h.y.
bij het inbinden der rekeningen een verzuim heeft plaats gegrepen, en
eene er van, na als processtuk dienst gedaan te hebben, niet op hare
plaats is teruggebracht, of zoo te midden der plechten een transport is
geliasseerd, dan herstelt hij zulk een verzuim, als het althans mogelijk
is; want, als een transport in het plechtenregister is ingeschreven, dan
kan het er niet meer uit verwijderd worden, en de archivaris moet met
eene verwijzing volstaan. Maar op één ding moet hier wel de aandacht
gevestigd wordende palaeontoloog-archivaris mag niet aan het verbeteren
gaan, tenzij hij zeker wete, dat hij zoodoende slechts recht doe wedervaren
aan de natuur van het organisme zelf.
Nog in een ander geval kan de palaeontoloog-archivaris zich niet streng
aan het vooropgestelde beginsel houden. Het dier, dat hij tracht te recon-
strueeren, kon zich vroeger, toen het nog leefde, vrij naar de behoeften
van het oogenblik bewegen, telkens nam het een anderen stand aan; het
is den palaeontoloog niet mogelijk aan het dier het leven weer te geven,
hij kan het slechts in enkele, in de meest kenmerkende standen afbeelden.
Niet anders gaat het den archivaris, ook hij kan in zijn inventaris niet
de veranderlijkheid weergeven, die het archief zelf bezat, toen het nog
dagelijks gebruikt werd en de rangschikking zich naar de behoeften van
het oogenblik wijzigde, ten hoogste kan hij eenige hoofdperioden onder
scheiden, maar binnen die perioden is hij aan zekere gelijkvormigheid
gebonden. Wanneer dus b.v. de secretarissen van eene gemeenschap de
vaste gewoonte hebben gehad de ingekomen stukken in bepaalde serieën
bijeen te voegen, maar die regel is voor eene korte poos onderbroken
geweest, dan mag de archivaris deze onregelmatigheid herstellen. Even
zoo kan het wenschelijk zijn verschillende stukken, die anders afzonderlijk
zouden moeten worden beschreven, in één nummer bijeen te brengen,
nl. wanneer die stukken een zelfde onderwerp behandelen, maar vele
jaren uit elkander liggen. Die stukken zijn alleen daarom oorspronkelijk
niet bij elkander gevoegd, omdat hun bestaan of hun verband den achter
eenvolgenden archiefbeheerders niet duidelijk voor den geest stond.
Nog één voorschrift, dunkt mij, zou een populair handboek der palae-
ontologie niet mogen achterwege laten. Hij, die de fossielen van een of
ander voorwereldlijk dier vindt, zij vóór alles uiterst voorzichtig. Hij
neme niets uit elkander, vóór hij zich volkomen rekenschap hebbe gegeven
van wat hij gevonden heeft. Zoolang hij nog in twijfel verkeert, late hij
het in denzelfden toestand, anders loopt hij gevaar te bederven, wat later
niet meer te herstellen is. Hetzelfde geldt voor den archivarisook hij
neme nooit eene lias, nooit een oud pak uit elkander, zoolang hij niet
heeft uitgemaakt, waarom deze stukken tot eene lias of een pak ver-
eenigd zijn. Zoolang hij dat niet weet, kan hij niet beoordeelen, of de reden
van bijeenvoeging juist of onjuist is, gehandhaafd moet blijven of niet.
13
Het motief der bijeenvoeging kan verkeerd zijn of zijne werking verloren
hebben, maar zonder motief is de bijeenvoeging niet geschied, en dat
motief heeft men dus eerst vast te stellen. Heeft men eens de stukken
uit elkander genomen, dan is het meestal onmogelijk de oude orde te
herstellen. Ieder, die ooit een archief geregeld heeft, dat vroeger reeds
zoogenaamd geordend werd, zal mij begrijpen, als ik tegen het uiteen
halen van oude pakken waarschuw.
Zelfs wil ik nog verder gaan: ook bijeenvoegingen, die niet tijdens de
wording van het archief maar eerst later ontstonden, moeten soms geëer
biedigd worden. Wanneer b.v. in later tijd verschillende archiefstukken,
die oorspronkelijk niet bij elkander behoorden, in één band vereenigd zijn,
dan is het niet altijd gewenscht aan die bijeenvoeging zonder meer een
einde te maken. Het deel kan in zijn laatsten vorm door verschillende
geleerden geraadpleegd en aangehaald zijn. Hunne citaten zouden onver
staanbaar zijn, zoo men den band uit elkander nam zonder nauwkeurig
aan te teekenen, waarheen men de verschillende stukken verplaatst.
Nog eene enkele opmerking ten slotte naar aanleiding van het laatste
gedeelte der besproken stelling. Daarin worden het chronologisch en het
dossier-systeem tegen elkander over gesteld.In beginsel is dat natuurlijk
juist, maar men heeft toch in het oog te houden, dat men niet licht
een eenigszins belangrijk archief vinden zalwaarin niet beide systemen
voor een gedeelte zijn toegepast, niet alleen omdat de daarvoor noodige
consequentie aan de verschillende archiefbeheerders wel altijd zal ontbroken
hebben, of omdat men ten allen tijde ook bij het bijeenvoegen der stuk
ken tot serieën van enkele belangrijke documentendie men voorzag
veel te zullen moeten naslaan, eene uitzondering zal hebben gemaakt,
maar vooral omdat de vraag, of een stuk in eene der chronologisch ge
ordende serieën moest worden ingevoegd, of wel met eenige andere tot
een dossier moest worden vereenigd, vóór alles eene vraag van praktische
beteekenis was; de omvang van de documenten bepaalde in den regel,
waar zij werden geborgen: een dikke bundel processtukken kon niet aan
de lias worden geregen maar moest afzonderlijk geborgen wordeneen
paar blaadjes papier konden daarentegen samen geen dossier vormen
maar werden best aan de lias bewaard.
Ziedaar enkele opmerkingen, die ik naar aanleiding van de beide
eerste stellingen van den heer Gratama meende te moeten maken. Zijne
volgende stellingen wil ik thans niet bespreken: zij betreffen een geheel
Ter voorkoming van misverstand, doe ik hier opmerken dat ik onder een dossier versta
eene verzameling archiefstukken betreffende hetzelfde onderwerp, ook al is die verzameling chro
nologisch gerangschikt, zoo slechts de verzameling blijkens den aard van het onderwerp, waarover
de stukken handelen, niet bestemd is te blijven doorloopen. De chronologisch geordende corres
pondentie tusschen de Staten van Gelderland en Utrecht vormt dus eene serie, die tusschen beide
colleges over hunne aanspraken op de heerlijkheid de Marsch zou een dossier uitmaken, hoewel
dit geschil eeuwen heeft geduurd en nooit is uitgemaakt.