30 Literatuurkroniek door Mr. J. E. Heeres. (Schrijvers en uitgevers, die werken in dit Tijdschrift wenschen bespro ken te zien, gelieven ze te zenden aan de redactie). Gisbertus Brom. Bullarium Trajectense. Romanorum pontificum diplomata quotquot olim usque ad Urbanum papam YI (an. 1378) in veterem episcopatum Trajectensem destinata reperiuntur collegit et auspiciis Societatis historicae Rheno-Trajectinae ediditTomi Secundi Fasciculus I. Haga-Comitis, Nijhoff. 1892. (8°); pagg. 1—120. De in deze aflevering uitgegeven n!- 1220—1700 loopen over de jaren 1347—1362. J. G. Ch. Joosting. Geldersche dingtalen. \Verslagen en mededeelin- gen der Vereeniging tot uitgave der bronnen van het oude vaderlandsche recht. III (1893), bldz. 20-102.] De meeste dezer dingtalen zijn uit het Kwartier van Nijmegen; zij zijn bijeengebracht uit verschillende handschriften en gesplitst „naar de verschillende onderwerpen, die zij behandelen", nl. I „dingtalen over doodslag" (uit een handschrift, dat Nijmeegsch recht bevat, vermoedelijk ouder dan de 15de eeuw, en dat thans berust in het archief te Dusseldorf); II dingtalen „voornamelijk behande lende klachte om schade en schuld en peinding" (uit een hand schrift in het Rijksarchief in Gelderland); III dingtalen „hande lende over peinding in Maas en Waal, de Graafschap, het Rijk van Nijmegen en Neder-Betuwe" (uit het Dusseldorfer handschrift, dat eene betere lezing heeft dan gelijksoortige handschriften in de Kon. Bibliotheek te 's Gravenhage en de Utrechtsche Universi- teits-bibliotheek); IV dingtalen „betrekking hebbende op dijk- en waterrecht" (uit een handschrift te Nijmegen in particulier bezit, enz.); Y „eene beschrijving van bevaring van een weerd enz", dat „ook enkele dingtalen bevat en typisch is om de in aclit te nemen vormen". G. A. Meijer. Dominikaner klooster en statie te Nijmegen. Eene bijdrage tot de geschiedenis van Nijmegens Katholieken. Nijmegen, Malmberg. 1892. (8°). 4, 244, 52 bldzz. Hierin als bijlagen een aantal archiefstukkenextractsgewijze of in hun geheel opgenomen, over de jaren 1397 1810, o.a. uit het Rijksarchief in Gelderland en het gemeentearchief van Nijmegen. A. C. Van Aelst. Schets der staatkundige en kerkelijke geschiedenis en van den maatschappelijken toestand der stad Oudewater tot hare inne ming en gedeeltelijke verwoesting in 1575. Volgens authentieke stukken en mededeelingen van geloofwaardige schrijvers. Gouda, Edauw en Johannissen. Z. j. (1892-1893). (8°). Afl. 1—14, bldzz. 1—448. 31 „Eene Kroniekmatige Schets", waaraan de groote menigte bronnen, in extenso of regestsgewijze opgenomen, soms het karakter eener proeve van een oorkondenboek verleenen. Vooral de afdeeling over de staatkundige geschiedenis geeft geregeld in chronologische volgorde archivalia van 12391575, o.a. afkomstig uit de archie ven der gemeenten Oudewater, Gouda en Hekendorp. De ver woesting van Oudewater in 1575 door de Spanjaarden „sloot hare oude geschiedenis af." P. N. Yan Doorninck. Inventaris van het oud-archief der heerlijkheid en gemeente Bennebroek, met Lijsten der Heeren, Predikanten, enz. van Bennebroek en Heemstede. Haarlem, Yan Brederode. 1892. (8°). IV, 161 bldzz. De hier geïnventariseerde stukken343 in getalloopen van 1464 tot 1855 en berusten „in het huis te Bennebroek" of „in het archief der gemeente". Verder strekken zich de burgerlijke-stands- archieven van Heemstede uit over de jaren 16381851, die van Berkenrode (thans een gehucht onder Heemstede) over 16941811, die van Bennebroek over 16751811. Het gerechtelijk archief van Heemstede, thans berustende in het depot der Rijks-archieven te Haarlem, loopt van 15941811, dat van Bennebroek, eveneens thans te Haarlem, strekt zich uit over 16541811. Een alpha- betisch register besluit dezen arbeid. S. Muller F.zn. Inventaris van het archief der provincie Utrecht van den vroegsten tijd tot en met het jaar 1813. Boekdeelen en bundels. 2" supplement. Utrecht, Breijer, 1892. (8°), VIII, 143 bldzz. In 1875 verscheen de inventaris der boekdeelen en bundels zelf, bewerkt door den toenmaligen archivaris Dr. P. J. Vermeulen, in 1885 het eerste supplement door den tegenwoordigen titularis. De nummers in het nu uitgekomen supplement zijnof 1 afkom stig „uit de vroegere zeer volumineuse verzameling zoogenaamde Losse stukken van het Provinciaal archiefeene massa losse papieren die vroeger slechts voorloopig chronologisch of systematisch was gerangschikt, doch thans gesorteerd en bijna geheel bij het archief is ingedeeld. De stukken, die daarvoor niet vatbaar waren en geschikt bleken om afzonderlijk geïnventariseerd te worden, zijn in dezen inventaris opgenomen"; of 2°. „een aantal stukken uit het Provinciaal Archief, voor lenige jaren ontdekt bij de betere orde ning van het archief van het kapittel van St. Marie" en afkomstig van de auctie Mr. P. Van Musschenbroek (1826); of 3°. de aan winsten sedert 1885 (Cheltenham en andere aankoopen; „de op machtiging van don Minister van Binnenlandsche Zaken van andere archieven overgenomen stukken", b.v. Overijsel, Montfoort; ge schenken b.v. Roijaards, De Pesters). Meest waren dit stukken,

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1893 | | pagina 22