18
verordeningen hebben er vier, althans tot 1891plaats gehad. Daaraan
namen 17 aspiranten deelterwijl ons niet is geblekenhoevelen daarvan
zijn geslaagd. Om tot het afleggen van het examen te worden toegelaten
is noodig, dat men buiten de voor de toelating tot de voorbereidings
periode noodige bewijsstukkenook een goed testimonium met betrekking
tot den in dien dienst verrichte werkzaamheden kan overleggen.
Het examen wordt mondeling en schriftelijk afgenomen en wel in de
in vier hoofdafdeelingen, gesplitste vakken; A. Archivalische: 1. Palaeogra-
phie, het lezen en verstaan van het oude schrift, en de geschiedenis er
van; 2. diplomatiek, 3. archiefleer, omvattende, blijkens de in de Arch.
Zeitschr. Neue Folge Bd. I medegedeelde vragen, de geschiedenis dei-
verschillende archievende deeleu waaruit zij zijn samengesteldordening
en inventarisatie, maar bovendien bijv. ook de beteekenis van tijd en
plaats der bewaring ten aanzien der oorkonden zelve.
B. Historische: 1. Geschiedenis van Duitschland en Europa, 2. van
Beieren, 3. middeleeuwsche aardrijkskunde van Duitschland.
C. Juridische: 1. Duitsche staats- en rechtsgeschiedenis. 2. begin
selen van het burgerlijk recht, 3. kerkrecht.
D. Taalkundige: Franscbe taal.
Het schriftelijk examen bestaat in de beantwoording van een vraagpunt
uit twee te kiezenin ieder der vakken van de eerste drie afdeelingen
terwijl in de vierde een acte uit het Fransch in het Duitsch moet worden
overgebracht. Daarenboven nog een „praktische Aufgabe" uit de afdee
lingen A. en C. Zooals uit de hierboven aangehaalde mededeelingen is
te zien bestond die uit A meestal in de behandeling eener oorkonde,
en het voor de uitgave geschikt maken daarvanmet de noodige ophel
deringen. Bij die voor C, moest de beteekenis van een in de middel
eeuwsche stukken niet ongewonen rechtsterm of formulier worden ver
klaard en in een gegeven geval worden toegepastof op een voor-
gekomene rechtsquestieuit de daarop betrekkelijke stukken, een bere
deneerde oplossing worden gegeven. In verband met de op de laatste
twee „Aufgaben" gegeven antwoordenwordt het mondeling examen af
genomen over de daarmede in verband staande wetenschappelijke punten.
Zooals men ziet, de gestelde eischen zijn niet gering, gaat men de
schriftelijke vragen na, dan wordt die indruk nog versterkt. Zelfs vraagt
men zich onwillekeurig af, of op sommige der vragen wel van de per
sonen, die het hier geldt, een wetenschappelijk voldoend antwoord is te
eischen. Er zijn er ten minste onder waarop dit, althans onzes inziens,
in den gestelden tijd van twee-en-een half uur, eenvoudig onmogelijk is,
tenzij men het met het „voldoende" en het „wetenschappelijk" wat luchtig
neme. Misschien bestaat ook hier als elderswaar examensals de
criteria van kennis en bekwaamheid, worden gehuldigd een soort africh-
tingssysteem. G.
19
Aan
het Bestuur der Vereeniging van
Archivarissen.
Met groote belangstelling heb ik kennis genomen van het eerste
nornmer van het Nederlandsch Archievenblad.
Ofschoon ik mij in 't algemeen zeer goed kan vereenigen met de
hoofdgedachte van het uitvoerig inleidingswoord, en geest en strekking
er van waardeer, en ook gaarne in de hand zal werkenkomen er een paar
punten in voor, waaromtrent ik meen enkele woorden in het midden te
mogen brengen.
Ik heb in de eerste plaats op het oog de zinsnedevoorkomende op
bladzijde 5„Beoordeelingen zullen niet zijn uitgeslotenzoo het werk
er zich toe leent, terwijl anti-critieken in het algemeen zullen worden
geweigerd".
Minstens noem ik dit een gewaagd voornemen. Wie toch zullen
over de archieven schrijven; wie toch zullen bevoegd zijn tot beoordeelen?
Immers de leden der Yereeniging van Archivarissen, en ik betwijfel het
zeer, of, bij gevolg geven aan dit voornemen, „gezellige kennismaking
en aanknooping van vriendschapsbanden onder de leden", wel in de hand
zullen worden gewerkt.
Zeer zeker zou ik die woorden schrappen of terugnemen.
Het werk der leden onderling moet m. i. alleen kroniekmatig mede
gedeeld worden. Alleen beginselen kunnen en mogen ter sprake worden
gebracht, zoowel naar aanleiding der indeeling van inventarissen, als naar
hetgeen blijkt omtrent de wijze van beschrijvenbehandeling en ordening.
Wil onze vereeniging kracht krijgenom evenzeer krachtig naar
buiten op te tredendan dient alle animositeit onder hare leden verre
gehouden te worden, en beoordeelingen zijn niet de ware factoren om
vrede en vriendschap te bevorderen of te bestendigen.
Meen echter nietdat ik adoration mutuelle wil predikenmaar elke
aanval, hoe gering ook, dreigt gevaarlijk te worden, vooral dan, wan
neer het hoor en wederhoor niet wordt toegepast.
Moeten beoordeelingenwat ik voor het in stand blijven der
vereeniging niet hoop behouden blijven, dan moet in elk opzicht het
droit de réponse worden gehuldigd. Doch wat ik u bidden mag, schrap
de rubriek beoordeelingen. Men kan zaken en beginselen van alle kanten
bekijken, maar laat den persoon buiten sprake. Er wordt helaas te
veel in ons land beoordeeldof beter gezegdmen laat de beoordeelingen
te veel in critiek vervloeien; zij moesten meer referaten zijn. Dit wat
het uitgeven van gedrukte mededeelingen betreft.
Daar ik het al of niet opnemen van beoordeelingen in ons tijdschrift