Het streven naar wetenschappelijke integriteit en brede collectievorming botste
incidenteel met de belangen van de Bijzondere Rechtspleging, die in deze jaren belast
was met het onderzoek ter ondersteuning van de berechting van collaborateurs. Zo
stuurde De Jong in 1947 een brief op hoge poten naar de minister van OKW, toen
rechercheurs van de procureur-fiscaal van het Bijzondere Gerechtshof te Amsterdam
beslag dreigden te leggen op stukken uit de collectie die door de oorspronkelijke
eigenaars op voorwaarde van strikte geheimhouding aan het instituut waren over
gedragen.24 Al in 1946 gaf het eerder genoemde archief van de Generalkommissar
für Verwaltung und Justiz aanleiding tot een dispuut met het directoraat-generaal
voor Bijzondere Rechtspleging, dat de stukken direct bij terugkomst van de vrachtwa
gen claimde. Het resulteerde in een compromis, waarbij de ambtenaren van de
Bijzondere Rechtspleging werd toegestaan kopieën van de originelen te maken.25
Ondanks deze incidenten verliep de samenwerking tussen het RVO en Justitie door
gaans harmonieus. Er werden bijvoorbeeld afspraken gemaakt over stukken betref
fende de NSB die door de opsporingsdiensten werden geconfisqueerd. Documentatie
die niet direct voor de rechtsvervolging en berechting van politieke delinquenten van
belang was, werd overgedragen aan het RVO. Voor de opsporingsambtenaren van
Justitie hadden de documenten wel een andere betekenis dan voor de onderzoekers
van het RVO. Eind 1946 en begin 1947 ontving het instituut in enkele kisten de
eerste archiefstukken van het Hoofdkwartier van de NSB. De toenmalig archivaris
J. Steur beklaagde zich over de werkwijze van de opsporingsdiensten, die regelmatig
archieven uit elkaar haalden om bewijsstukken eruit te vissen en daarbij 'overbodig'
materiaal zomaar weggooiden.26
Anno 2014 beschikken we over een omvangrijke hoeveelheid oorspronkelijk bron
nenmateriaal uit of over de Tweede Wereldoorlog in Nederland. Naast alles wat het
NIOD heeft verzameld, bevinden zich nog belangrijke archieven bij het Nationaal
Archief (bijvoorbeeld het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging, CABR)27 en in
de honderden verspreide collecties in musea, archieven, bibliotheken en andere
instellingen.28 De publieke belangstelling voor het materiaal - steeds vaker digitaal
beschikbaar - is nog altijd groot. Elk jaar ontvangt het NIOD nog enkele honderden
schenkingen (dagboeken, foto's, documenten) van particulieren.
Polen 1989
'Our history creates our identity'
Slogan uit het Handboek van het Instytut Pamigci Narodowej (IPN).29
'Het is gemakkelijk praten over Polen. Het is moeilijker om ervoor te werken.
Nog moeilijker ervoor te sterven. Het allermoeilijkste is ervoor te lijden.'
Poolse gevangene in Gestapogevangenis in Warschau.30
In de recent verschenen studie Bloodlands stelt historicus Timothy Snyder dat
buiten Polen de omvang van het Poolse lijden in de twintigste eeuw wordt onder
schat.31 Al in de jaren dertig werden er onder Stalins bewind in Oekraïne en
Kazachstan grote aantallen Polen doodgehongerd. De luchtaanval die de Duitsers in
september 1939 uitvoerden op Warschau, kostte evenveel levens als de veel bekende
re aanval van de geallieerden op Dresden in 194 5In Katyn werden naar schatting
20.000 Poolse officieren en intellectuelen door het Narodnij Komissariat
Vnoetrennich Djel (NKVD) - de geheime dienst van de Sovjets - geëxecuteerd.32
Tijdens de opstand van Warschau in 1944 vielen er meer Poolse slachtoffers dan
Japanners na de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki. Cijfers spreken boek
delen: in de Tweede Wereldoorlog kwamen volgens Snyder circa vijf miljoen Poolse
burgers om (waaronder drie miljoen Joden), meer dan 10% van de totale bevolking.33
De Tweede Wereldoorlog was een traumatische ervaring voor Polen. Het grond
gebied van de jonge Poolse natie, die na de Eerste Wereldoorlog eindelijk over een
zelfstandige status beschikte, vormde voor de zoveelste keer het strijdtoneel van
buitenlandse machten. Vanaf september 1939 werd Polen opgedeeld tussen de
Duitsers en de Russen. Zowel het nazi-als het Sovjetbeleid was erop gericht de Poolse
cultuur en identiteit de kop in te drukken. Nadat het naziregime was afgezet, volgde
bijna een halve eeuw communistische overheersing. Openlijke verwerking van
hetgeen de Polen was overkomen in de oorlog, bleek onmogelijk. Het repressieve
beleid van het nieuwe regime bezorgde Polen na de Tweede Wereldoorlog een nieuw
trauma.
In 1989 kwam er een einde aan het communistische bewind. In zijn eerste speech in
het parlement op 24 augustus 1989 verkondigde de nieuwe, democratisch gekozen
premier Tadeusz Mazowiecki een 'gruba kreska' (dikke streep) te willen zetten onder
wat er in het verleden was gebeurd. Oude loyaliteiten mochten geen aanleiding
geven tot discriminatie. Iedereen - inclusief de communisten - had recht op een
nieuw leven, zolang het nieuwe democratische stelsel maar werd gerespecteerd.34
35
HOOFDSTUK 2
24 Ibidem, 31.
25 De Jong, Herinneringen. Deel II, 20.
26 E. Somers, 'Het archief van de NSB. Totstandkoming, samenstelling en ontsluiting', in: Jaarboek
Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie 1 (Den Haag, 1989), 210-222.
27 S. Faber enG. Donker, Bijzonder Gewoon. Het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (1944-2000) en de
"lichte gevallen" (MORE 2000, 2e druk), 81-92.
28 Zie voor overzicht de portal W02-collecties Netwerk Oorlogsbronnen, http://www.oorlogsbronnen.nl.
34
EDWIN KLIJN ARCHIEVEN EN DE 'HISTORISCHE' WAARHEID
29 The Institute of National Remembrance Guide (Warschau 2009).
30 T. Snyder, Bloedlanden. Europa tussen Hitler en Stalin (Amsterdam 2011), 522. Voor dit artikel is gebruik
gemaakt van de Nederlandse vertaling van Bloodlands: Europe Between Hitler and Stalin, dat in 2010 bij
Basic Books verscheen.
31 Snyder, Bloedlanden, 516.
32 Zie N. Davies, God's Playground. A history of Poland. Volume II. 1795 to the Present (New York 2005, revised
edition), 335.
33 Polen telde in 1939 circa 35 miljoen inwoners. Aantallen genoemd door Snyder, Bloedlanden, 517.
34 L. Stan, 'Poland' in: L. Stan (ed.), Transitional Justice in Eastern Europe and the Former Soviet Union.
Reckoning with the communist past (Abingdon, 2009), 79 ev.