3*
ah
aarJïeia
tk
'historische' waarheid
acoeB
1 Sm #^A<thV"aw a arfi e 1 d
Archieven en de'historische'
waarheid
Afrekenen met de last van oorlog,
grootschalig geweld en onderdrukking
hoofd:
'Who controls the past, controls the future:
who controls the present, controls the past.
Slogan van de Partij, George Orwell, 1984.
'De waarheid is altijd partijdig.
DDR-communist Harry Zenk in: Eugen Ruge,
In tijden van afnemend licht (Breda 2012).1
Introductie
Het beeld dat een gemeenschap heeft van het verleden, bepaalt haar visie op het hier
en nu. Het collectieve geheugen van groepen wordt ingekleurd door een gedeelde
traditie, gevoed door een breed scala aan 'momenten van de waarheid', van gedenk
waardige voetbalwedstrijden tot middeleeuwse veldslagen. Omdat het stuk voor stuk
gaat om complexe historische werkelijkheden die onmogelijk als zodanig kunnen
worden gereconstrueerd, wordt er een verhaal verteld dat aansluit bij de perceptie
van de verteller, die op zichzelf ook weer een product van zijn eigen tijd en sociale
omgeving is. Dit verklaart bijvoorbeeld waarom er - vaak op basis van hetzelfde
bronnenmateriaal - boekenkasten vol monografieën over het nationaalsocialisme
zijn geschreven. Geschiedschrijving is ooit treffend door historicus Pieter Geyl
aangemerkt als een 'discussie zonder eind'.2
Perioden van grootschalig geweld en onderdrukking zijn bijna per definitie
identiteitsbepalende ervaringen. De interpretatie achteraf is altijd subjectief, hoe
welgemeend onafhankelijk sommige beschouwers ook wensen te zijn. Perioden van
oorlog en onderdrukking spreken tot de verbeelding. Ze leven voort in het collectieve
geheugen als bepalende momenten in de levensloop van de groep, waarop de
gemeenschap op de proef wordt gesteld. Verhalen over dappere ontsnappingen,
standvastig verzet of laffe collaboratie worden 'mythen' die blijk geven van de
'ware aard' van de gemeenschap en zo de groepsidentiteit vormgeven. Deze identiteit
is geen statisch gegeven, maar voortdurend in ontwikkeling. Zelfreflectie en her-
ei?
EDWIN KLIJN
1 Hier geciteerd uit de editie die in 2013 verscheen bij uitgeverij De Geus, 284.
2 P. Geyl, Napoleon. Voor en tegen in de Franse geschiedschrijving (Utrecht 1965). Titel van hoofdstuk.
29