voor het specifieke archieftoezicht met de invoering van de Wet revitalisering generiek toezicht uit de wet te schrappen. Generieke bepalingen moeten volstaan. De vraag is vervolgens hoe de provincies dit vorm gaan geven. In april 2008 werd hiertoe door het LOPAI een werkgroep IBT gevormd, die het provinciaal archief toezicht binnen de brede werkgroep IBT van het IPO vertegenwoordigde. Van specifiek naar generiek Het vervangen van specifiek archieftoezicht door generiek toezicht betekent dat toezichtbepalingen in de Archiefwet 1995 en Politiewet over het toezicht van GS op de archiefzorg bij gemeenten, waterschappen, politiekorpsen en gemeenschappelijke regelingen komen te vervallen. Deze bepalingen worden vervangen door de generieke bepalingen in de Gemeentewet en de Provinciewet over schorsing en vernietiging resp. indeplaatsstelling in geval van taakverwaarlozing. Hiervoor is door BZK in overleg met het IPO en de VNG een algemeen beleidskader gemaakt en vastgesteld. Vervolgens zijn uitwerkingen gemaakt van het algemene kader, de zogenaamde aan vullende beleidskaders schorsing en vernietiging resp. indeplaatsstelling, voor onder meer Archieftoezicht. Een LOPAI-werkgroep werkte in IPO-verband mee aan de opstelling van dit laatste kader, opdat het een bruikbaar instrument wordt voor het vernieuwde IBT. Het concept van dit beleidskader, 'Nieuwe schoenen' genaamd, is in september 2011 aangeboden voor overleg met de VNG en vervolgens de betrokken ministeries.12 Het IPO bestuur heeft, in overleg met de VNG, het aanvullend beleids kader vastgesteld in 2012. Elke provincie dient dit kader vervolgens zelf vast te stellen. Dit is in diverse provincies gerealiseerd rondom de inwerkingtreding van de Wet Revitalisering Generiek Toezicht. In het aanvullende beleidskader zijn onder meer het informatiearrangement en de interventieladder uitgewerkt. Taakverwaarlozing Van taakverwaarlozing op grond van de Archiefwet zou kunnen worden gesproken wanneer uit de beoordeling van de toezichthouder blijkt dat bij een onder toezicht gestelde gemeente, waterschap of openbaar lichaam de informatiehuishouding in ernstige mate niet voldoet aan de in de Archiefwet en nadere regelgeving gestelde eisen. Dergelijke vormen van taakverwaarlozing en de wettelijke basis ervan voor dit archieftoezicht moeten tevoren zijn vastgelegd in het aanvullend beleidskader. Voorbeelden kunnen zijn: onvoldoende maatregelen voor informatiehuishouding bij splitsing of opheffing van een orgaan, onvoldoende interne kwaliteitszorg, onvol doende selectie en toegankelijkheid, het ontbreken van overzichten en metadata- schema' s van informatiebestanden, onvoldoende materieel beheer, onwettige vervreemding, het niet voldoen aan wettelijke eisen van archiefbewaarplaatsen en -ruimten, niet gedocumenteerde en/of onjuiste vervanging op een ander medium. Het is nog onduidelijk hoe onomkeerbare schade door bijvoorbeeld het onvolledig of onjuistvervangen of door onveilig gebouwde archiefbewaarplaatsen moet worden voorkomen. Tijdig overleg tussen de zorgdrager en de toezichthouder voorkomt der gelijke problemen.13 Deze zogenaamde voorkantsturing past bij het vernieuwde interbe stuurlij k toezicht. 136 Het informatiearrangement uitgewerkt in relatie tot de Archiefwet Een inhoudelijk stevig informatiearrangement achten wij noodzakelijk. Provincies die een zogenaamde Informatieverordening vaststellen zouden dit daarin moeten neerleggen. Wij komen verderop terug op deze informatieverordening. Hoe zouden GS zich zonder te beschikken over voldoende informatie een oordeel kunnen vormen over taakverwaarlozing door de gemeente, het waterschap, een Gemeenschappelijke Regeling of een openbaar lichaam? Provincie en zorgdrager komen overeen, welke informatie noodzakelijk is - dus beschikbaar moet zijn - bij de provincie om de archiefzorg bij de betrokken zorgdrager te kunnen beoordelen. Een goed voorbeeld van het informatiearrangement is in onze optiek een monitor, zoals de Erfgoedinspectie (EGI) hanteert bij de zorgdragers op rijksniveau. In elke provincie werd tot 2013 een gestandaardiseerde vragenlijst gehanteerd die eens in de twee a vier jaar is ingevuld. Om de administratieve lastendruk (verder) te verminderen is de volgende wijze denkbaar: de eerste keer dat een brede vragenlijst wordt ingevuld levert een zogenaamde nulmeting op. Als er na een periode van twee tot vier jaar opnieuw om informatie wordt gevraagd, kan worden volstaan met het aangeven van de wijzigingen die zich sinds de nulmeting hebben voorgedaan. Plus, voor zover van toepassing, wat de zorgdrager heeft gedaan met de aanbevelingen uit het vorige inspectierapport. Bij het informatiearrangement horen ook de horizon taal beschikbare informatiebronnen, zoals de verslagen van de gemeentearchivaris over zijn toezicht op het beheer, auditverslagen van intern toezicht, meldingen van risicovolle zaken zoals vervanging en de bouw van een archiefbewaarplaats, begrotingen en beleidsstukken.14 Er moet naar worden gestreefd dat dergelijke infor matiestromen aansluiten op bestaande stromen zoals die ook voor het horizontaal toezicht zijn verzameld. Er is een ontwikkeling te zien dat de Kritische Prestatie Indicatoren, de KPI's die de VNG in 2011 aanbood aan haarleden, worden verwerkt in de verslaglegging aan B&W, respectievelijk die door B&W aan de raad.15 Horizontaal beschikbare informatie kan worden 'uitgelezen' door de toezichthouder of door de zorgdrager en met één muisklik ook actief worden aangereikt bij de toe zichthouder, in casu GS. Als de informatie tekort schiet zal de toezichthouder zelf de benodigde informatie moeten opvragen (dat is dan de stap 1 op de interventie ladder). Dat het toezicht in veel gevallen risico-georiënteerd is of thematisch is opgezet betekent ook een vermindering van administratieve lasten. Systeemtoezicht is moge lijk de volgende stap: een vorm van toezicht waarbij de toezichthouder de processen en beheersingsmaatregelen binnen een bedrijf (of overheidsorganisatie) beoordeelt. Deze vorm van toezicht is alleen mogelijk als er kwaliteitssystemen zijn geïmplemen teerd, en dat staat bij de decentrale overheden (absoluut) nog in de kinderschoenen. Wij onderschrijven de uitspraak van EGI in haar jaarverslag 2007 over systeemtoe zicht: "Er zal worden gewerkt op basis van systeemtoezicht ('trust but verify' waarnaast regelmatig inspecties ter plaatse nodig zullen zijn om steekproef sgewij s de kwaliteit in het veld te toetsen en voeling te houden met de praktijk." EGI noemt dat elders 'reality checks'; in gewoon Nederlands zeggen collega-archiefinspecteurs dat zo nu en dan de thermometer er in moet. Ook in het nieuwe IBT zijn reality checks ingebouwd. 137 HET BESTEL 12 Zie voor Nieuwe schoenen: www.lopai.nl 13 Dit botst met het uitgangspunt van Oosting: alleen toetsen en ingrijpen achteraf. Oosting biedt geen oplossing voor dit spanningsveld. Onder andere de provincie Gelderland zal niet ingrijpen, maar juist inzetten op sturing aan de voorkant. JETZE DIJKSTRA, LOLKE FOLKERTSMA EN FRANS SCHOLTEN, M.M.V. BENNIE TE VAARWERK ARCHIEFWETTELIJK TOEZICHT VAN SPECIFIEK NAAR GENERIEK 14 Zie ook het Uitvoeringsplan Herziening Interbestuurlijk Toezicht, opgesteld door BZK, IPO en VNG, 19 mei 2009 15 In Gelderland - en hopelijk volgen de andere provincies dit voorbeeld - is dat nadrukkelijk de bedoeling en te verwezenlijken door de verwerking van de KPI's in de horizontale verslaglegging door archivarissen/ controllers of auditors. In het informatiearrangement zullen hierover afspraken gemaakt moeten worden.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2013 | | pagina 70