punt van de archivistiek luidt het eenvoudige antwoord op de laatste vraag: Leg een
archief aan, waarin het handelen van wetenschappers wordt vastgelegd. Bewaar cor
respondentie, onderzoeksdata en andere bronnen met betrekking tot de dagelijkse
werkzaamheden van wetenschappers en maak dit materiaal toegankelijk.
In deze bijdrage staan de archieven van de Nederlandse psychologie centraal.
Waarom is de (academische) psychologie zo alomtegenwoordig in de Westerse
samenleving? Wanneer is deze discipline ontstaan? Hoe ziet het erfgoed van de
Nederlandse psychologie er uit? Wie beheert dit erfgoed? Worden de archieven
van de psychologie door de Archiefinspectie geïnspecteerd?
De psychological society
In de loop van de twintigste eeuw is de Westerse samenleving meer en meer een
psychological society geworden. Psychologen spelen een belangrijke, niet te onder
schatten rol in wat ook wel het 'sociaal beheer' wordt genoemd: ze bemoeien zich op
allerlei niveaus met de wijze waarop mensen hun leven inrichten, zowel publiek als
privé. Psychologen zijn onder meer werkzaam in het onderwijs, het ziekenhuis, het
bedrijfsleven, bij justitie en defensie. De Verenigde Staten en Nederland hebben de
hoogste 'psychologendichtheid' ter wereld.5
Deze psychologisering loopt in de pas met de individualisering van de Westerse
mens: reeds in de vijftiende eeuw was er aandacht voor het 'innerlijk', maar pas in
de negentiende eeuw, met de opkomst van de academische psychologie (indertijd
ook aangeduid als karakterkunde en zielkunde)nam de interesse voor het binnen
ste (anders gezegd: het gemoed, de psyche, het 'zelf' van de mens) een grote vlucht.6
Vandaag de dag lijkt het de gewoonste zaak van de wereld dat bekende en onbekende
mensen op de televisie, vaak voor een miljoenenpubliek, hun psychische problemen
uitstorten. Vanaf de jaren vijftig van de twintigste eeuw introduceren televisiepsy
chologen - zoals tegenwoordig Dr. Phil, begonnen als hulpje van Oprah Winfrey -
psychologische begrippen als 'empathie', 'intelligentie', 'depressie' en het freudi
aanse begrip 'verdringing' bij het grote publiek.7 Iedereen, zo lijkt het althans, doet
aan psychologie.8
GOED ECHTGENOO'
Het feit dat psychologen een onmiskenbare rol spelen in het sociaal-maatschap
pelijke verkeer, brengt een zekere mate van verantwoordelijkheid met zich mee.
De beroepscode en beroepsethiek van de in het 'sociaal beheer' werkzame psycho-
DE PRAKTIJK
De invloedrijke naoorlogse psycholoog en methodoloog Adriaan D. de Groot verdedigt aan de
Gemeente Universiteit Amsterdam zijn proefschrift Het denken van den schaker. Een experimenteel-
psychologische studie (Amsterdam 1946).
Foto: Collectie ADNG Groningen/Utrecht
96
JACQUES DANE PSYCHOLOGIE EN ARCHIEFINSPECTIE
S/tc/r( tc/itjyenool
De omstandigheid, dal de echtelijke Trouw en de Kinder-
Jonge meisjes, prent U dit profiel goed in het geheugen. liefde u tr zwak ontwikkeld aijn trgenoser een zeersterke
teder man, die in staat is een goed. tronw echtgenoot te ontwikkeling van de eigenschap Geslachteti]kc Neiging, ia
worden, die uwe gevoelens eerbiedigt, heeft een profiel, oorzaak, dal deze man een slecht echtgenoot zal zijn. Jonge
dat met bovenstaand overeenstemming vertoont. meisjes,'die aan liet huwelijk denkt, wantrouwt zulk eenmanl
Tot begin twintigste eeuw verschenen er populaire psychologieboeken waarin werd uitgelegd
hoe men betrouwbaarheid kon afleiden uit de vorm van de schedel of waar meisjes in de
huwbare leeftijd op zouden moeten letten bij de keuze van een echtgenoot.9
Collectie ADNG Groningen/Utrecht
5 Jeroen Jansz Peter van Drunen (red.), A social history of psychology, Malden/Oxford/Carlton, 2004.
6 Harry F.M. Peeters, Hoe veranderlijk is de mens? Een inleiding in de historische psychologie, Nijmegen, 1994,
p. 163-176.
7 Jacques Dane, 'De psycholoog als bemoeial' in NRC/Handelsblad, Supplement Wetenschap Onderwijs,
17/18 april 2004.
8 Maarten Derksen, Iedereen doet aan psychologie. Retorica en demarcatie in de Nederlandse psychologie,
Groningen, 1999, p. 175-185. De stelling 'Iedereen doet aan psychologie' is van H.C.J. Duijker.
9 Illustratie uit: Louis A. Vaught, Gelaatskennis. Handleiding voor de beoordeling van karakter en eigenschappen,
zoowel bij zichzelf als bij anderen - volgens de leer der Phrenologen, Amsterdam, 1909.
97