sterk uitbreidde besloot men de woningboeken te vervangen door een losbladig systeem, de zogenoemde 'woningkaarten'. De woningkaarten zijn gebruikt van 1923 t/m 1989, toen de applicatie GBS in Amsterdam werd ingevoerd als een geautomati seerd systeem voor bevolkingsregistratie. De woningkaarten De woningkaarten bestaan uit twee series. De eerste serie woningkaarten loopt van 1923 t/m 1953 en de tweede serie looptvan 1954 t/m 1989. Bij de start van de tweede serie zijn de meest recente gegevens uit de eerste serie overgenomen. De kaarten uit de twee series zijn niet gelijk van vormgeving. Op de voorzijde van een woningkaart staan de adresgegevens (straatnaam en huis nummer met eventuele toevoegingen) van het pand en de familiegegevens van de hoofdbewoners. Op de achterzijde van de kaart staan de gegevens van eventuele inwonenden (bijvoorbeeld dienstbodes of studenten). De familiegegevens van de hoofdbewoners en eventuele inwonenden bestaan uit: startdatum van de bewoning; achternaam, voornaam en eventuele verdere voorletters van de hoofdbewoner; geboortej aar van de hoofdbewoner; aantal mannen en vrouwen in het gezin van de hoofdbewoner; datum en nieuw adres bij verhuizing. Bij verhuizing naar een andere gemeente wordt alleen de naam van de nieuwe gemeente vermeld. Er zijn ook kaarten van schepen, woonwagens, bedrijfspanden en instellingen zoals bejaardenhuizen, verpleegtehuizen, huizen van bewaring, pensions en dergelijke. Ook bij deze panden zijn de namen van eventuele hoofdbewoners en/of inwonen den geregistreerd. De woningkaarten zijn van groot belang voor wijk- en buurtgericht, sociaal geografisch historisch en wetenschappelijk onderzoek. Dit geldt uiteraard ook voor genealogisch onderzoek. Het overbrengen naar de archiefbewaarplaats De belangrijkste taak van de twee archiefinspecteurs van het Stadsarchief Amster dam is uiteraard het 'toezicht houden op de niet naar de archiefbewaarplaats overge brachte gemeentelijke archieven'.2 Maar daarnaast behoort de 'begeleiding van het overbrengen van een blijvend te bewaren gemeentelijk archief naar het Stadsarchief' ook tot de taken. De archiefinspecteur ziet erop toe dat het over te brengen archief zich in de archiefwettelijke 'goede, geordende en toegankelijke staat' bevindt of wordt gebracht.3 Daarnaast zorgt de archiefinspecteur voor het opstellen van de 'verklaring van overbrenging', in tweevoud te ondertekenen door de directeur van de overbrengende gemeentelijke dienst en de beheerder van de archiefbewaarplaats, zijnde de gemeentearchivaris.4 Het stellen van eventuele openbaarheidsbeperkingen Na de overbrenging is het archief openbaar en te raadplegen door eenieder.5 Daarom is het nodig om voorafgaand aan de overbrenging te bekijken of archiefbescheiden in openbaarheid beperkt moeten worden. Een openbaarheidsbeperking mag alleen 62 gesteld worden voor een bepaalde termijn, met het oog op: de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer, het belang van de Staat of zijn bondgenoten, of het anders zins voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen dan wel van derden.6 In of bij de verklaring van overbrenging moeten de eventueel te stellen openbaar heidsbeperkingen worden opgenomen.7 De openbaarheidsbeperkingen worden formeel gesteld door de directeur van de overbrengende dienst, als gemandateerde van de zorgdrager. De gemeentearchivaris heeft in deze een adviserende rol; een rol die door de archiefinspecteur ten uitvoer wordt gebracht. Om te kunnen voldoen aan het gestelde dat overgebrachte archiefbescheiden in principe openbaar zijn, zal de archiefinspecteur binnen de grenzen van de relevante wet- en regelgeving proberen een zo groot mogelijke openbaarheid te bewerkstelligen. De Beroepscode voor Archivarissen stelt in punt 6 dat de archivaris onredelijke beperkingen van de openbaarheid dient te ontmoedigen De Beroepscode voor Archivarissen stelt in punt 6 dat de archivaris onredelijke beperkingen van de openbaarheid dient te ontmoedigen. In punt 7 wordt de archi varis opgeroepen zowel de openbaarheid als de privacy te respecteren en te handelen binnen de grenzen van de relevante regelgeving. Omdat het overbrengen van archieven en het stellen van eventuele openbaarheids beperkingen geen dagelijkse werkzaamheden zijn van gemeentelijke diensten, is het in de praktijk meestal zo dat de archiefinspecteur met een startadvies komt, waarop de overbrengende dienst dan reageert. En vaak wordt het advies van de archiefinspec teur zonder al te veel discussie overgenomen. Wet Bescherming Persoonsgegevens Bij het eventueel stellen van openbaarheidsbeperkingen moet ook rekening worden gehouden met de bepalingen in de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP). Een persoonsgegeven is elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon; gegevens over overleden personen zijn geen persoonsgegevens in de zin van de WBP.8 Persoonsgegevens mogen slechts met het oog op een bepaald doel worden verza meld.9 Deze doeleinden worden opgesomd in artikel 8 van de WBP. Persoonsgegevens mogen niet verder worden verwerkt op een wijze die onverenigbaar is met de doeleinden waarvoor ze zijn verkregen, maar verdere verwerking (waar onder openbaarmaking) van de gegevens voor historische, statistische of weten schappelijke doeleinden wordt niet als onverenigbaar met de oorspronkelijke doeleinden beschouwd.10 De verwerking van persoonsgegevens die deel uitmaken 63 DE PRAKTIJK 2 Archiefwet 1995 (AW), artikel 32, tweede lid. De gemeentearchivaris heeft de uitvoering van het toezicht, conform de Archiefverordening 2008, neergelegd bij de twee archiefinspecteurs. 3 AW, artikel 3 4 Archiefbesluit 1995 (AB), artikel 9, derde lid. 5 AW, artikel 14. RICHARD VAN DEN BELT DE OVERBRENGING VAN DE AMSTERDAMSE WONINGKAARTEN 1954-1989 6 AW, artikel 15, eerste lid. Als het gaat om milieu-informatie als bedoeld in artikel 19.1a van de Wet Milieubeheer mogen geen openbaarheidsbeperkingen worden gesteld, zie AW, artikel 15a. 7 AB, artikel 10. 8 Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP), artikel 1. 9 WBP, artikel 7. 10 WBP, artikel 9, eerste en derde lid.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2013 | | pagina 33