1962 kwamen daar alle andere publiekrechtelijke lichamen bij en in de Archiefwet
1995 ook de privaatrechtelijke zelfstandige bestuursorganen.23 Wellicht is het nu
weer tijd om de Archiefwet en de Wob opnieuw te bezien in het licht van de huidige
vervagende grenzen tussen publiek en privaat. Het lijkt er immers op dat ze niet meer
aansluiten bij de manier waarop de overheid haar taakuitoefening organiseert. De
wet is bedacht vanuit scherp afgebakende overheidsorganen die binnen het bestuurs
recht handelen. In de praktijk is de overheid echter in toenemende mate één van de
spelers in complexe samenwerkingsverbanden en handelt steeds vaker in het
privaatrechtelijke domein, ook als het gaat om de uitoefening van publieke taken.
Uit verschillende hoeken komen ook geluiden om de wetgeving meer bij de tijd te
brengen. Zo vindt de Erfgoedinspectie "dat onderzocht zou moeten worden of het
'publieke belang' niet veel beter als uitgangspunt voor de reikwijdte van de Archiefwet
genomen kan worden. Langs die weg zou de Archiefwet ook van toepassing zijn op
archief dat bij een beleidsonderzoek of bijvoorbeeld bij het onderhoud van een weg of
brug door een bedrijf wordt gevormd.
Daarnaast pleit de Erfgoedinspectie ervoor om aandacht voor eigenaarschap en be
heer van digitale informatieketens in wet en beleid te verankeren.24 En GroenLinks
pleit ervoor de werkingssfeer van de Wob uit te breiden naar alle publieke taken die
met publiek geld betaald worden, zoals treinvervoer, bijzonder onderwijs, energie
leverantie of thuiszorg. Deze partij wil dat er een Wet op de vrije informatie komt,
die de gebreken van de huidige Wob herstelt en de Archiefwet moderniseert.25
Overigens zouden ook binnen het bestaande wettelijke kader ministeries meer ver
antwoordelijkheid kunnen - en volgens ons moeten - nemen voor het vraagstuk van
de archivering en transparantie als ze taken buiten de deur laten uitvoeren.
Ministers zijn immers volgens het Besluit informatievoorziening in de rijksdienst
1990 ook verantwoordelijk voor de informatievoorziening binnen hun beleids
terreinen buiten het eigen departement.26 De minister van BZK moet volgens dat
zelfde besluit de informatievoorziening coördineren voor de openbare sector als
geheel. Uit de Beleidsnota Informatievoorziening Openbare Sector uit 1988 blijkt dat
'openbare sector' breed moet worden uitgelegd: naast het Rijk en de andere overhe
den werd ook gedoeld op onder ministeries ressorterende diensten, bedrijven en
instellingen, en de zogenaamde 'gereguleerde sectoren', zoals het onderwijs en de
ziekenhuizen, die door de overheid worden betaald of volgens overheidsvoorschrif
ten gefinancierd.27
Wellicht is het nu weer tijd om de Archiefwet en de Wob
opnieuw te bezien in het licht van de huidige vervagende grenzen
tussen publiek en privaat.
"Verborgen achterstanden"
De Erfgoedinspectie constateert dat met het Project Wegwerken Achterstanden
Archieven, dat op 31 december 2008 formeel werd afgerond, niet alle achterstanden
daadwerkelijk zijn weggewerkt. Zij constateert 'verborgen achterstanden', onder
meer omdat het project zich uitsluitend richtte op het Rijk en sommige verzelfstan
digde diensten buiten beeld bleven. Als voorbeeld noemt de Erfgoedinspectie de
voormalige rijksmusea en rijksscholen. In hun beleidsreactie hebben de staats
secretarissen van OCW en BZK aangegeven alsnog stappen te zullen nemen om
deze organisaties te ondersteunen hun archiefachterstanden weg te werken.
Het voorbeeld maakt naar onze mening wel duidelijk dat het niet vanzelfsprekend is
de archieven van organisaties op afstand ookals overheidsarchief te duiden. Ook
recente beleidsbrieven van de bewindslieden van OCW en BZK aan de Tweede
Kamer beperken zich tot de verbetering van het informatiebeheer bij het Rijk zelf.28
Slot
Toezichthouders en archivarissen hebben een aantal zaken gemeen. Ten eerste
moeten zij beide kunnen omgaan met een politiek-maatschappelijke context waarin
zij het op ene moment vooral als last worden gezien en er op het andere moment
zulke hoge verwachtingen bestaan ten aanzien van hun toegevoegde waarde dat
teleurstellingen onvermijdelijk zijn. Op de tweede plaats worden zij beide geconfron
teerd met een enorme toename aan informatiebronnen. Waar vroeger het geschre
ven woord, afkomstig uit een beperkt aantal bronnen, de basis voor hun werk
vormde, is er nu een veelheid aan geschreven, mondelinge en digitale data in allerlei
vormen en vaak in veelvoud beschikbaar.
Met de eerder genoemde verbreding van toezicht en verantwoording neemt ook het
aantal informatiekanalen voor de toezichthouder toe. Zoals de toezichthouder
probeert relevante informatie uit een veelheid van bronnen te vergaren teneinde een
goed beeld van de werkelijkheid en van reële risico' s te krijgen, zal de archivaris in die
veelheid van digitale en papieren documenten voor wegwijzers moeten zorgen. Het
probleem van de weging en duiding bestond voor beide beroepsgroepen natuurlijk
al langer, maar wordt nu wel heel urgent: hoe schift je de relevante en betrouwbare
informatie uit de onoverzienbare databergen? Een klakkeloos de digitale wereld
ingestuurd summier twitterbericht kan achteraf vanuit het oogpunt van verant
woording of cultureel erfgoed van wezenlijk belang blijken te zijn.
Door de digitalisering is heel veel informatie overal beschikbaar, maar tegelijkertijd
wordt het onmogelijk om een document (terug) te vinden als je niet de goede zoek
strategie hebt. Zoekstrategieën zullen in de toekomst belangrijker worden naast
ordenings- en selectieprincipes.30 De massale hoeveelheden beschikbare informatie
VERGEZICHT
23 Erfgoedinspectie, De andere overheidsorganen. Archiefwet en zelfstandige bestuursorganen, Den Haag, 2000, p. 31.
24 Erfgoedinspectie, Nieuwsbericht 18 (november 2010): 'Werken aan de nota Archiefvisie', zie
http://www. erfgoedinspectie.nl/archieven/nieuwsberichten/detail/werken-aan-de-nota-archiefvisie/1478.
25 GroenLinks, Maak publieke informatie publiek! (21 mei 2010), zie http://groenlinks.nl/files/maak%20
publieke%20informatie%20publiek.pdf.
26 Staatsblad, 1991, nr. 20.
27 Kamerstukken II, 1987-1988, 20 644, nrs. 1-2: 'Informatievoorziening openbare sector.' Brief van de minister
van BZK.
50
MARIE-ANNE VAN DE GRIEK EN COR VAN MONTFORT TOEZICHT HOUDEN EN ARCHIVEREN:
BOUWSTENEN VOOR LEREN EN CONTROLEREN
Een voorbeeld uit: Erfgoedinspectie, Verslag over het toezicht in 200929
28 Bijv. Kamerstukken II, 2008-2009, 29 362, nrs. 156 en 162; de meest recente 'Archiefvisie' Kamerstukken II,
2010-2011, 26 643, nr. 187) benadrukt wel het belang van particuliere archieven als onderdeel van de
"Archiefcollectie NL", maar gaat niet in op de 'ontgrenzing' tussen publiek en privaat en tussen organisaties.
29 Erfgoedinspectie, Verslag van het toezicht in 2009, Den Haag, 2010, p. 35-36.
30 Vgl. 'President van de Algemene Rekenkamer, Stuiveling' in Wetenschappelijke Raad voor het
Regeringsbeleid, iOverheid, p.l79.
51