Wat staat het toezicht te wachten? We staan nu aan de vooravond van een periode waarin de effectiviteit van het toe zicht centraler zal komen te staan en waarin nieuwe vormen van toezicht en checks and balances zullen worden ontwikkeld. De komende jaren zal het belang van de Europese Unie voor het toezicht nog toenemen. Nederland is een land van gedogen, maar de strengere handhavingscultuur die vanuit de Europese Unie Nederland bin nendringt, zal zijn weerslag krijgen op onze toezicht-en verantwoordingssystemen. En Europese (markt)toezichthouders zullen hun invloed ook in Nederland doen gelden. Verder schatten wij in dat de verbredingstrend zich zal voortzetten en dat toezicht nog meer dan nu gezien zal gaan worden als een onderdeel van een breder systeem van checks and balances, dat wil zeggen instrumenten waarmee instellingen 'bij de les worden gehouden', zoals visitaties, een accrediteringssysteem, intern toezicht in allerlei vormen, onderlinge concurrentie en de prestatielijstjes van de Radars, Kassa's en Elsevierenvan deze wereld. In de paragraaf over de gevolgen voor archivering en informatievoorziening verbin den we de ontwikkelingen in het toezicht aan archivering en informatiebeheer en trekken we een aantal parallellen tussen deze domeinen. Bestuurlijke ontwikkelingen: ontgrenzing Naast de ontwikkelingen in het toezicht signaleren we ook een aantal bestuurlijke ontwikkelingen die hier relevant zijn. We vatten ze samen onder de noemer 'ont grenzing' ,9 We spreken van ontgrenzing in het publieke domein als we niet meer goed kunnen onderscheiden of een bepaalde activiteit nu bij het ene domein behoort of bij het andere, of dat er sprake van een publieke dan wel private activiteit. Ontgrenzing is in onze visie een fundamentele ontwikkeling in het publieke domein die grote gevolgen heeft voor de dienstverlening aan de burger, met name in zijn rol als klant - of wellicht beter: als bewoner, leerling, patiënt. Voor de burger ontstaat een gemengd beeld. Dat beeld varieert van bureaucratische, ontoegankelijke molochs die ontstaan omdat talrijke diensten en functies binnen een moederorgani satie bijeen worden gebracht, tot het creëren van op maat gesneden integrale dienst verlening waarin de schotten tussen sectoren zijn weggevallen. In veel nieuwe vormen van 'publieke' dienstverlening staat niet langer de organisa torische eenheid centraal (het ziekenhuis, de corporatie, de school etc.), maar de behoeften, functies en belangen van klanten, burgers, bewoners en andere partijen. De organisatorische setting en de fysieke vormgeving worden in toenemende mate toegesneden op lokale behoeften, belangen en functies. Er wordt met andere woorden in toenemende mate 'om het probleem heen georganiseerd'Zo wordt bijvoorbeeld de brede school om de behoeften van het kind georganiseerd, worden publiek-private allianties op maat gesneden rondom regionale belangen en worden woon-zorgcombinaties opgericht om de functie van 'wonen voor zorgbehoevende ouderen' adequaat vorm te geven. Niet alleen tussen organisaties, maar ook op andere niveaus en vanuit andere invals hoeken worden bestaande grenzen verlegd en overschreden. Ter illustratie geven we een aantal voorbeelden: De grenzen van sectoren. Deze worden diffuser, zoals tussen zorg, welzijn en wonen. Er worden bijvoorbeeld steeds meer locaties ontwikkeld, waarin functies worden gecombineerd en soms ook vermengd raken doordat het theater, de sportvereniging, de school, de kinderopvang en het verzorgingshuis of zelfs de kerkgemeenschap gebruik maken van hetzelfde gebouw en soms ook van dezelfde ruimtes, die dan weer al dan niet door een woningcorporatie worden beheerd en onderhouden. Of denk aan elektriciteitsbedrijven die een breed scala aan internetdiensten aanbieden. De grenzen van besluitvormingsarena's. Denk aan de wijk, het gemeentebestuur, de nationale overheid, de Europese Unie. Hier valt op dat initiatieven meer- schalig zijn, dat wil zeggen tegelijk lokaal (via de concrete vestiging of het gebouw waar onderwijs wordt gegeven of zorg wordt verleend)als regionaal (via de instelling van waaruit de dienstverlening wordt georganiseerd die meerdere locaties beheert), als ook nationaal en zelfs internationaal (via de allianties en netwerken waarin wordt samengewerkt bij het ontwikkelen van nieuwe diensten en de uitvoering van bestaande) De grenzen van privésfeer en openbaarheid. Een voorbeeld is de ID-kaart voor studenten of klanten en cameratoezicht, waarvan vaak al niet zo scherp meer is van wie en voor wie en door wie de dienstverlening en het daarbij behorende toezicht worden georganiseerd, hoe daarbij verantwoordelijkheden zijn toebe deeld en verantwoording wordt afgelegd en hoe de burger zijn recht kan halen als hij wordt benadeeld. De grenzen van individu en staat. Hierbij kunnen we denken aan de discussie over verantwoordelijkheid voor de publieke zaak (wijkinitiatieven op het terrein van veiligheid, overheid 'achter de voordeur'). De grenzen tussen organisatie en netwerk. Instellingen die publieke diensten verlenen gaan steeds meer op in organisatienetwerken of netwerkorganisaties die op uiteenlopende locaties en in heel verschillende verschijningsvormen proberen tegemoet te komen aan de behoeften en belangen van hun bewoners en klanten. De grenzen tussen nationaal en internationaal. Publieke dienstverleners maken in toenemende mate deel uit van organisatienetwerken die zich weinig aantrekken van de territoriale grenzen waaraan politiek en bestuur zijn gebonden. Deze (internationale) dynamiek kan in een spanningsvolle verhouding staan tot de nationale wetgeving en politiek. Denk bijvoorbeeld aan grote internationale spelers die op het gebied van publieke infrastructuur, nutsvoorzieningen, com municatie of openbaar vervoer in Nederland de marktleiders zijn. Scherp gesteld wordt de borging van het publieke belang in Nederland afhankelijk van de bedrijfseconomische afwegingen van multinationale bedrijven, waarin de Nederlandse markt 'slechts' een niche is. De overheid kan daarbij uiteraard wel (wettelijke) kaders stellen en bijsturen, maar zal in toenemende mate ook op terreinen die vroeger tot het pure nationale belang werden gerekend machtige multinationale ondernemingen tegenover zich vinden. De grenzen tussen 'publiek'en 'privaat'. Een laatste belangrijke vorm van ont grenzing is het ontstaan van publiek-private mengvormen. Nederland kent een divers terrein aan organisatievormen, die op verschillende manieren kunnen worden gecategoriseerd. We kennen zelfstandige bestuursorganen en rechts personen met een wettelij ke taak. In de zorgsector, maar ook in bijvoorbeeld het onderwijs, zien we heel veel verschillende rechtsvormen (stichting, vereniging, VERGEZICHT 9 Ontleend aan: C.J. van Montfort en M. van Twist, 'Grensvervaging en legitimiteit'. 44 MARIE-ANNE VAN DE GRIEK EN COR VAN MONTFORT TOEZICHT HOUDEN EN ARCHIVEREN: BOUWSTENEN VOOR LEREN EN CONTROLEREN 45

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2013 | | pagina 24