maatschappij in het algemeen. Information Governance is een noodzaak, en archief-
toezicht moet daarin geïntegreerd worden als onderdeel van de Third Line of Defense,
De archivaris speelt een rol als kadersteller en toezichthouder. Archieftoezicht
bestrijkt het gehele complexe veld van informatiemanagement, met speciale focus
op de onderwerpen van het Records Continuum, en verbindt zich met alle stakehol
ders daarin.
Het is dus crisis in onze praktijk
Effectief archieftoezicht heeft een kwaliteitssysteem nodig dat integraal toezicht op
de resultaten, de sturing, de processen en de facilitering van informatiebeheer moge
lijk maakt. De Information Auditor moet op basis van dat kwaliteitssysteem kennis
delen en voorlichting geven waar het kan en toetsen waar het moet.
Information Auditors bemoeien zich idealiter met veel en met velen vanuit een duide
lijk omschreven positie. Om die belangrijke plaats in te kunnen nemen, moet het
archieftoezicht meebewegen met belangrijke ontwikkelingen en conceptuele ver
schuivingen in informatiemanagement (waaronder de archivistiek), informatie-
beheersing en kwaliteitsmanagement.
Grip houden op informatie was in het papieren tijdperk al bepaald geen vanzelf
sprekendheid. In de digitale wereld is het wellicht zelfs onmogelijk. Maar voor over
heidsorganisaties is het geen optie om het niet te proberen.
Binnen die paradox liggen grote kansen voor het archieftoezicht om eraan bij te
dragen dat kennis later opnieuw gecommuniceerd kan worden. Maar dat lukt alleen
als de toezichthouders partners worden in de informatiearena, en geen passant.
Pompen, verzuipen of muteren
In dit artikel is, geheel in de geest van de nieuwe barbaren van Baricco, flink zijwaarts
gegaan. Maar dat is niet gebeurd met het barbaarse doel om eindeloos oppervlakkig
hetzelfde te herhalen. Het doel was om te onderzoeken in hoeverre archieftoezicht
(toezicht op informatiebeheer) zich in de nieuwe tijd effectief kan bewijzen als een
belangrijk onderdeel van de kwaliteitszorg van een organisatie.
Zowel Baricco, Floridi als Bearman verwoorden ieder op verschillende niveaus van
abstractie de conclusie dat die nieuwe tijd niet zo maar een variatie is op het bekende,
maar een vervanging van het bekende. Op zo'n moment kun je in je schulp kruipen
en zo lang het nog mogelijk is, doen wat je altijd al gedaan hebt. Baricco schrijft hier
over echter: "Misschien is dit ook zo'n moment. En zijn diegenen die wij barbaren
noemen een nieuwe soort, met kieuwen achter de oren, die heeft besloten om onder
water te leven. Nogal wiedes dat wij, van buitenaf, met onze longetjes, dat bekijken
als een dreigende apocalyps. Waar zij ademhalen, gaan wij dood. "36
Wellicht dat die mutatie moet plaatsvinden vanaf het filosofische niveau van
Floridi? Misschien moeten we ervoor zorgen dat de axioma's en de concepten uit de
archivistiek geïntegreerd worden in zijn logica en pogingen tot een ethica voor infor
matie? In het kader van dit artikel gaat beantwoording van deze vraag wat ver.
Maar op praktisch niveau moet de conclusie zijn dat we met het huidige instrumen
tarium en met een traditionele werkwijze aan Baricco's oever blijven staan. Het is
dus crisis in onze praktijk. Dat is hierboven al op een aantal plaatsen gesteld. Kijk
maar naar de wirwar van definities, standaarden en rollen. En kijk maar naar de
informatie, die stroomt, waar het niet gaan kan.
Uit het essay van Baricco kunnen we overigens ook afleiden dat archiefinspecteurs
nog een extra opgave hebben. Hij stelt dat belangstelling voor het verleden en belang
stelling voor het behoud van erfgoed voortvloeit uit de leefwereld van de 19de-eeuw-
se romantiek. En juist die leefwereld, waarin verdieping, bewijsbaarheid en de
behoefte om tot de kern van een probleem door te dringen belangrijke elementen
waren, dreigt door de barbaren te worden overspoeld. Met alle gevolgen van dien
voor het veronderstelde belang van erfgoedbehoud en in het verlengde daarvan voor
het belang van goed informatiebeheer.
Veranderen om te behouden is de laatste paradox in dit artikel. Het gaat niet om het
veranderen om te veranderen. Het gaat over de noodzaak tot het aangaan van nieuwe
verbindingen en daarmee tot een grondige verandering van ons vak en van onze
identiteit in een nieuw tijdperk. Het is kiezen tussen pompen, verzuipen of muteren.
De vijver van de barbaren leegpompen is onmogelijk. Verzuipen is zeer onwenselijk.
Muteren blijft dan de enig overgebleven optie.
"Op zo'n moment krijg ik zin om het te begrijpen. Ik weet het niet, maar misschien
heeft het ook iets te maken met die vreemde kortademigheid die me steeds vaker over
valt, en die vreemde neiging om langdurig onder water te zwemmen, tot ik eindelijk
merk dat ik kieuwen heb die me kunnen redden".37
VERGEZICHT
36 Baricco, p. 4.
37 Baricco, p. 4.
38
FRANS SMIT KRIJGEN ARCHIEFINSPECTEURS KIEUWEN?
39