Procesmodel In navolging van het proces van operational audit, is het inspectieproces te verdelen in de volgende zes stappen. Naast de voor de hand liggende stappen 'vooronderzoek', 'veldwerk' en 'rapportage' is het uit oogpunt van kwaliteits borging belangrijk om ook de fasen 'planning', 'evaluatie' en 'follow up' in te bouwen. Hiermee kan het rendement van een inspectie stapsgewijs verhoogd worden. Planning -In een eerdere fase, in het inspectiejaarplan, is bepaald wanneer welke inspec ties moeten worden gehouden en waarom. Nu gaat de individu ele inspectie daadwerkelijk van start. De planningsfase leidt tot een goedgekeurd projectplan. Daarin worden de summiere gegevens in het jaarplan over doel en object van onderzoek uitgewerkt. Verder worden de randvoorwaarden ingevuld: doorlooptijd, benodigde capaciteit, meetpunten voor kwaliteit en tijd. Vooronderzoek - Het doel van het vooronderzoek is kennis van het te inspecteren proces of de te inspecteren organisatie en de daarvoor geldende kaders te verzamelen. Dit moet leiden tot een gedetailleerd plan van aanpak, waarin de volgende elementen aan bod kunnen komen: 3. Scope/afbakening 4. Aandachtspunten 5. Randvoorwaarden en aandachtspunten 6. Aanpak, planning, terugkoppelmomenten 7. Beoogd resultaat, verwachtingen, toegevoegde waarde 8. Rolverdeling 9. Referentiemodel Het referentiemodel, een begrip afkomstig van de auditwereld, is een concrete uitwerking van de norm (de Soil), die afgestemd is met de geauditeerde. Het verschil met een audit is dat bij archiefinspectie de norm in prinicipe vastligt in Planning Voor onderzoek Veldwerk Rapportage Evaluatie Follow-up 1. Achtergrond en vraagstelling 2. Opdrachtformulering en doelstelling de Archiefwet en aanpalende regelgeving. Toch is er wel degelijk maatwerk en afstemming zinvol en vaak nodig: daarbij valt te denken aan specifieke informa- tieregels die voor de organisatie/het proces gelden, specifieke aandachtspunten, zoals personeel of duurzame toegankelijkheid, en daarmee verbonden normen sets, kengetallen of benchmarks. Een belangrijke normenset is de recent ver schenen Baseline Informatiehuishouding Gemeenten van de VNG, ontwikkeld door KING. Andere voorbeelden uit het informatieveld zijn RODIN, ED3, NEN 2082De afronding van deze fase is het verzenden van de aankondigingsbrief ('auditbrief') aan de geïnspecteerde organisatie. Veldwerk - De aankondigingsbrief kan de start zijn van een startbijeenkomst met de verantwoordelijke manager met als doel het vergroten van het draagvlak bij de geïnspecteerde organisatie. In dit gesprek kunnen de wederzijdse verwach tingen worden uitgesproken, actuele informatie over de organisatie en het proces worden ingewonnen en over specifieke aandachtspunten of wensen van de manager worden overlegd. Het veldwerk kan bestaan uit: 1. Interviews; 2. Bestuderen van documentatie; 3. Toetsen van uitspraken in interviews door 'factfinding' (dossieronderzoek, steekproeven, tests). Rapportage - De rapportage is het eindproduct van de inspectie, waarin alle voorbereidingen en resultaten van het onderzoek samenkomen. Het moet informatief, overtuigend en activerend zijn. De gemeentelijke archiefinspectie kan immers niet leunen op sanctiemogelijkheden. Een goed inspectierapport kan als volgt opgebouwd worden: 1. Conclusies en bevindingen in volgorde van belangrijkheid; 2. De impact van de geconstateerde knelpunten; 3De oorzaken hiervan en hoe deze kunnen worden weggenomen; 4. Oplossingsrichtingen. Het rapport doorloopt de volgende fases: 1Op stellen intern concept; 2. Intern bespreken concept en eventueel aanpassen; 3. Verzenden extern concept; 4. Bespreken extern concept met verantwoordelijke manager en eventueel aanpassen; 5Manager stelt verbeterplan op; 6. Eindrapport. Evaluatie - Een evaluatie is in de auditwereld gebruikelijk. Daarin wordt de verantwoordelijk manager gevraagd, hoe deze de audit heeft ervaren. Dit is in het archiefinspectieveld tot nu toe zeer ongebruikelijk. Toch is het zinvol om tenminste intern de inspecties te evalueren. Daarbij moet helder zijn waaraan het succes van een inspectie wordt afgemeten: het aantal overgenomen aan bevelingen of de inzichten die de inspectie heeft opgeleverd. Follow-up - Na het uitbrengen van het definitief inspectierapport is de geïnspecteerde organisatie aan zet. Afhankelijk van de tijd die het vraagt om de aanbevelingen uit te voeren en de risico' s die aan het licht zijn gekomen, wordt een aantal maanden na de afronding een follow-up inspectie gehouden om de implementatie van de aanbevelingen te peilen. Het is belangrijk om met de opdrachtgever, oftewel de zorgdrager, afspraken te maken over escalatiemoge lijkheden bij het niet of onvoldoende uitvoeren van de aanbevelingen. PROFESSIONALISERING 218 WERKGROEP KWALITEITSMODEL ARCHIEFINSPECTIE PROFESSIONALISEREN ARCHIEFINSPECTIE: BETER GOED GEJAT DAN SLECHT BEDACHT! 219

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2013 | | pagina 111