Waar we het vanzelfsprekend over eens zijn is dat er zonder de particuliere archieven geen representatief beeld van de, in mijn geval Amsterdamse, geschie denis kan worden getoond. Van kenmerkende lokale bedrijven, families, sociale bewegingen en vrijetijdsbesteding dienen natuurlijk bronnen aanwezig te zijn in de plaatselijke archiefinstelling. Ik ben het met je eens dat door de ontwikkeling van de civiele maatschappij tot een zogeheten (digitale) netwerksamenleving het beeld van het gemiddeld overzicht van de particuliere archieven niet meer het klassieke beeld vertoont van kerkelijke, familie-en bedrijfsarchieven. In het algemeen groeit het bewustzijn bij de verschillende particuliere archiefvormers om hun archief 'voor de eeuwigheid' te bewaren. Dat heeft verder natuurlijk ook te maken met een streven om de eigen achterban of 'de maatschappij' te laten zien dat geschiedenis en historisch bewustzijn er toe doet. Gesteld kan worden dat het aantal particuliere archiefvormers dat het Stadsarchief benadert, groeit. Dat heeft naast de hiervoor genoemde oorzaken mede te maken met de duidelijke positionering van het SAA in de maatschappij. Hoe meer het SAA in het nieuws is, hoe meer mensen ons weten te vinden. De passieve acquisitie groeit nog steeds en verdringt de mogelijkheid tot actieve acquisitie. Een voorbeeld van dat laatste is het zogeheten migrantenerfgoed, of archieven en collecties van nieuwe Amsterdammers of allochtonen. Hier moet veel tijd in geïnvesteerd worden, voordat het tot daadwerkelijke overdrachten komt. Ook wil ik nog ingaan op de zogeheten werkingssfeer van het SAA. Voor ons bestaat de actieradius uit het "Grondgebied van de stad Amsterdam" en "de bestuurlijke werkingssfeer van de stad Amsterdam"Onder dat laatste wordt verstaan "gebieden, rechtspersonen of organen ten aanzien waarvan de gemeen te Amsterdam zodanige bevoegdheden van regeling en bestuur heeft overgedra gen gekregen, dat in naam van de betreffende gebieden, rechtspersonen of organen besluiten kunnen worden genomen en/of belangen kunnen worden behartigd". We acquireren dus ook archieven en collectieonderdelen van buiten het grond gebied van de stad Amsterdam. Dat doen we voor zover het materiaal betreft dat gerelateerd is aan de bestuurlijke werkingssfeer van de stad Amsterdam. Een voorbeeld hiervan zijn de archieven van het Amsterdamse Bos en Waterleidingduinen. Het SAA kan de acquisitie van particulier archiefmateriaal van buiten het grond gebied van de stad Amsterdam overwegen als het deel uitmaakt van een groter geheel waarbij het merendeel Amsterdam betreft, of als er een bijzondere cultuur historische relatie met de stad is. Je kunt hierbij denken aan het archief van de Vereniging tot Behoud van Kunstschatten in Nederland Rembrandt. De oorzaken van de groei van de particuliere archieven (dat is overigens iets anders dan de toestroom van particuliere archieven) wil ik nogmaals aan de orde stellen. Of de archiefinstelling ze opneemt is een andere discussie. De zogeheten informatiemaatschappij leidt uit zichzelf tot groei van archieven van particuliere archiefvormers. Gechargeerd zou je kunnen zeggen dat steeds meer particuliere bedrijven en instellingen zich bezighouden met de verwerking van data, bijvoor beeld ten behoeve van dienstverlening, en minder met het daadwerkelijk produ ceren van zaken: de maakindustrie wordt verplaatst naar andere (lage loon) landen en wordt hier vervangen door de dienstensector. Dank je wel voor dit eerste onderdeel van onze correspondentie, Theo. Ik denk dat we kunnen samenvatten dat er sprake is van een groei van particuliere archieven. Niet alleen bestuurlijke en territoriale wijzigingen in het grondgebied van de stad zijn hiervan een oorzaak, maar ook nieuwe patronen in de samen leving zijn hieraan mede debet. Nu is het de vraag hoe archiefinstellingen hiermee om kunnen gaan. Methodiek van verwerven Laat mij alvast enkele opmerkingen plaatsen bij het tweede onderdeel, te weten 'methodiek van verwerving'. De groei van particuliere archieven die vervolgens ook worden aangeboden aan de archiefinstellingen kan alleen tegemoet getreden worden met een acquisitie profiel. Door deze 'macro-selectie-aan-de-poort' is het mogelijk om particuliere archiefvormers te wegen. Dit zou overigens niet alleen per stad of ander wer kingsgebied moeten gebeuren, maar uiteraard ook nationaal (en misschien zelfs internationaal, denk aan UNESCO erfgoed!De verschillende niveaus vertonen vanzelfsprekend een onderlinge samenhang. Tel daarbij op dat het wat betreft verschillende erfgoedinstellingen als bijvoorbeeld Theater Instituut Nederland (TIN) en Muziek Centrum Nederland (MCN) erg ongewis is hoe het met terug lopende subsidiëring verder moet met de door hen beheerde collecties en met het verzamelgebied in het algemeen. Datzelfde doet zich ook enigszins voelen bij fusieoperaties zoals die tussen het Nederlands Architectuur Instituut (NAi), Premsela, Nederlands Instituut voor Design en Mode en Virtueel Platform (kennisinstituut voor e-cultuur), wat moet resulteren in een nieuwe nationale instelling voor architectuur, design en e-cultuur. Al deze instellingen verzamelen ook particuliere archieven op een bepaald vlak en opereren/opereerden veelal als een landelijke instelling. Wat het nationale vlak betreft is het jammer dat de discussie over het rapport Gewaardeerd verleden wat is gestagneerd. Bovendien heeft dit ook (nog) niet geleid tot belangrijke bijstellingen, laat staan tot concrete maatregelen, op het niveau van nationaal archiefbeleid. Het PPA heeft hiertoe op 15 november 2012 een bijeenkomst gehouden. Charles Jeurgens werd als keynotespeaker uitgenodigd om zijn visie te geven over de stand van zaken van het in 2007 gepubliceerde rapport en welke concrete stappen er nu (vijfjaar later) verder gezet zouden kunnen worden om hier een vervolg aan te geven. Nu we toch over het PPA schrijven, Theo, kunnen we vaststellen dat dit debat regelmatig terugkomt op onze bijeenkomsten van het Platform Particuliere Archievenomdat eigenlijk alle instellingen (zowel openbare als categorale, denk aan Katholiek Documentatie Centrum, Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, et cetera) hiermee worstelen. Wat we selecteren om te bewaren vanuit het verleden wordt bewaard voor de toe komst. Dat heeft vanzelfsprekend verstrekkende gevolgen. In de woorden van de archiefwetenschapper Terry Cook: "The archivist in the present is constructing the past that the future will know"Overheidsarchieven geven een beeld van de maatschappij in het verleden, maar dat is slechts beperkt. In een maatschappij wordt gewerkt bij particuliere bedrijven, er wordt gesport, muziek gemaakt, ARCHIEFVORMER EN PARTICULIER ARCHIEF 138 RON BLOM EN THEO VERMEER WAAROM EN HOE VERWERVEN TWEE STADSARCHIEVEN PARTICULIERE ARCHIEVEN? 139

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2012 | | pagina 71