waarna in 1890 met het graven van de Parkhaven werd begonnen. In 1885 had Rotterdam 173.884 inwoners. Delfshaven daarentegen 13.651. Deze uitbreiding kwam zowel ten goede aan de havenaanleg als aan de uitbreiding van de 'woonstad'. Vervolgens werden Kralingen, Charlois, Overschie en Hillegersberg bij Rotterdam gevoegd. Omdat daarna de ruimte opnieuw beperkt was, deed op 8 juni 1926 de directeur van gemeentewerken een geheel nieuw voorstel voor gebiedsuitbreiding. Deze gebiedsuitbreiding kon worden verwezenlijkt door annexatie van: Pernis, Hoogvliet, Poortugaal (gedeeltelijk), Rhoon (gedeeltelijk), Barendrecht (gedeeltelijk), IJsselmonde, Ridderkerk (gedeeltelijk), Krimpen a/d Lek (gedeeltelijk), Krimpen a/d IJssel (gedeeltelijk), Capelle a/d IJssel (gedeelte lijk), Hillegersberg, Schiebroek, Overschie, Kethel (gedeeltelijk), Schiedam, Vlaardingen en Vlaardinger-Ambacht (gedeeltelijk). Gedurende 50jaarzou er dan grond genoeg zijn. Dit stuitte echter op bezwaren van de burgemeester van Rotterdam. Onder meer zou zijns inziens het landelijk karakter van gebieden buiten Rotterdam teveel worden aangetast en werd de stad te groot of efficiënt om te worden bestuurd. Bestuurlijke ontwikkeling na 1850 Een belangrijk ijkpuntis de Gemeentewet van 1851, die is ontstaan als gevolg van de Grondwet van 1848. Het gevolg van de invoering van de Gemeentewet is dat het onderscheid tussen steden en plattelandsgemeenten wegviel. Vanaf dat moment is er alleen maar het bestuurstype 'gemeente'. In 18 51 bestaat het bestuur uit de gemeenteraad, de wethouders en de burge meester. Deze worden omgeven door een bestuurlijk apparaat, bestaande uit Secretaris, Ontvanger, Plaatselijke Secretarie, Bureau der eigentlijke Secretarie, Bureau voor de Plaatselijke Finanti en, Burgerlijke Stand, Dienst van het Raad huis, Bureau van Inkwartiering en Zetters, Fabricage, Gemeente Politie, Politie te Water, Plaatselijke Belastingen, Marktwezen en toezigt op de Levensmiddelen enzovoorts en Begraafplaats der Gemeente. In 1852 werd dit bestuurlijke appa raat uitgebreid met zogeheten 'vaste commissien'Deze 'vaste commissien' gaven over een bepaald aspect advies aan B en W. Aan het einde van de negentiende eeuw en aan het begin van de twintigste eeuw ontstonden de gemeentelijke diensten. Te denken valt daarbij aan de Dienst Gemeentewerken die ontstaan is in 1926. Een ander aspect van veranderende bestuurlijke inrichting is de instelling van de wijkraden in 1947. De taak van deze wijkraden is om de participatie van de bewoners in de deelgemeente en ten aanzien van de gehele stad te vergroten. De wijkraden werden in de loop van de jaren70 opgeheven en werden opgevolgd door de zogeheten deelgemeenten als gevolg van een keuze voor decentralisatie. De deelgemeenten kregen beslissende bevoegdheden. Daarnaast ontstond vanaf 1968 de mogelijkheid om een 'erkend voorlopig wijkorgaan' op te richten. In een 'erkend voorlopig wijkorgaan' namen bewoners zitting, die een adviesrol vervulden op het gebied van het maatschap pelijk welzijn. De 'erkende voorlopige wijkorganen' zijn in de loop van de jaren 70 opgegaan in de deelgemeenten of in de bewonersorganisaties. Wat zie je hiervan terug in de collectie Stadsarchief? De afdeling Archieven van het Stadsarchief Rotterdam gebruikt ABS Archeion als beheerssysteem. In ABS zijn 21 rubrieken gedefinieerd die ieder bepaalde tref woorden bevatten (zie bijlage)Hierdoor is het mogelijk om via de kwantitatieve methode uit te rekenen waar de zwaartepunten in de huidige collectie liggen. Dit zegt niets over de kwaliteit van de collectie, want één overheidsarchief dat uit honderden meters bestaat, kan, ondanks de hoeveelheid, een eenzijdig beeld van dat aspect van de samenleving geven. En een particulier archief, dat in hoeveel heid geringer is, kan dit beeld aanvullen doordat de desbetreffende organisatie ten aanzien van dat aspect van de samenleving een geheel andere rol had die vervuld werd vanuit een ander gezichtspunt. Wanneer de gehele collectie (overheid en particulier) als uitgangspunt genomen wordt, dan valt het volgende op. De zwaartepunten van de collectie bevinden zich van hoog naar laag bij de rubrieken 16,18,10,15,1 en 9 en 17. De rubrieken die niet in dit overzicht voor komen bevatten circa 100 meter archief of minder. Dit is verklaarbaar vanuit het feit, dat Rotterdam zich vanaf de negentiende eeuw is gaan ontwikkelen als een handelsstad. Het bestuur van deze handelsstad werd tot in de negentiende eeuw gedomineerd door bepaalde families 18)Deze handelsstad kenmerkte zich door een rijk cultureel leven en is een samenstel van diverse gemeenten, die wel grotendeels hun eigen parochies, hervormde en gereformeerde gemeenten hebben behouden. Er deden zich veel sociale noden voor en er moest in huisves ting worden voorzien (9). In rubriek 17 zie je terug uit hoeveel dorpen Rotterdam bestaat. ARCHIEFVORMER EN PARTICULIER ARCHIEF 134 RON BLOM EN THEO VERMEER WAAROM EN HOE VERWERVEN TWEE STADSARCHIEVEN PARTICULIERE ARCHIEVEN? Verdeling naar typen archief Aantallen meters Percentage ten ten opzichte van gehele collectie opzichte van het geheel R1, Politiek, Algemeen Bestuur 756,01 11,21% R3, Rechtspraak 264,92 3,88% R 8, Waterstaat 254,25 3,73% R 9, Openbare werken 597,90 8,76% R10, Sociale Zorg 967,81 14,78% R11, Gezondheidszorg 164,06 2,41% R15, Cultuur 851,68 12,46% R16, Handel en Nijverheid 10575,45 15,49% R17, Religie 417,39 6,13% R18, Huizen, personen en families 984,20 14,40% Tabel i. Zwaartepunten collectie Stadsarchief Rotterdam. 135

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2012 | | pagina 69