toegestaan onder de begeleiding van die ene docent die zich de nieuwe techniek snel
eigen had gemaakt. Na een maand of wat kregen we één uur per week praktijkles,
namelijk een beetje doelloos oefenen met Pagemaker 1.0. We maakten pagina's voor
een niet bestaande opdracht om die na een week weer opnieuw te maken en er was
geen enkel benul van de spelonken in de Mac waar bestanden worden opgeslagen. Ik
herinner me niet dat mijn eerste ontwerp ooit een printer heeft bereikt. Dat was ook
geen doel, want mijn andere docenten bleven met heilig vuur het echte handwerk
verdedigen: "ontwerpen doe je met potlood en papier". De computerles telde daarom
niet mee in de eindbeoordeling.
Binnen de grafische vormgeving veroorzaakte de komst van de Apple Macintosh in
1984 een technologische revolutie en een definitieve kentering in de vormgevings-
praktijk. De automatisering was aan de productiekant al ingezet in de jaren zeventig
met de introductie van de fotografi sche zetsystemen. Aan de creatieve kant was de
eerste grote innovatie de ontwikkeling van de ontwerpcomputer Aesthedes.
Dit geavanceerde en 'computer gestuurde' ontwerpsysteem werd in 1982 door de
Nederlandse firma Claessens op de markt gebracht als instrument dat bij uitstek
geschikt was om aan te sluiten bij het 'intuïtieve' proces van de designer.
De Aesthedes was een fors apparaat bestaande uit drie beeldschermen en een
groot controlepaneel waarvoor, volgens de ontwikkelaars, geen speciale kennis van
programmeren nodig was om het te kunnen bedienen. In de praktijk bleek het toch
niet erg toegankelijk voor de technisch uitgedaagde ontwerpers en was er meestal
een operator nodig die de creatieve wensen vertaalde naar de computer. De machine
was een technisch en kostbaar staaltje van vernuft dat het handmatig uitwerken van
schetsvarianten automatiseerde. Werk dat normaal gesproken een reproductieafde
ling twee dagen zou kosten werd nu met een paar drukken op de knop geproduceerd.
Total Design was het eerste (en enige) ontwerpbureau dat zich de Aesthedes kon per
mitteren en de investering aandurfde. Het bureau had in de verwachting dat het met
de computer een flinke voorsprong op de concurrentie zou genereren, geïnvesteerd
in de ontwikkeling ervan en kreeg daarom een flinke korting op de aanschafprijs.
Ondanks deze korting, en mede vanwege het uitblijven van snel succes, leidde de
aanschaf van de computers het bureau binnen een jaar naar de rand van het bank
roet. Naast de hoge aanschafprijs bleek de Aesthedes nog andere grote beperkingen
te kennen. Het omvangrij ke apparaat bleek al snel gevoelig voor veroudering. Binnen
twee jaar na de introductie van de Aesthedes lanceerde Apple zijn aantrekkelijke,
handzame desktopcomputer die de toekomst van de Aesthedes in één klap margina
liseerde. De Apple Macintosh bleek voor ontwerpers de magische vervanger van het
potlood. De kleine personal computer kon met één hand worden opgetild, was aan
trekkelijk om te zien en kon direct worden gebruikt.
Bovendien, en dat gaf de doorslag, al was de Apple Macintosh een kostbare aanschaf
(25.000 a 30.000 gulden inclusief software), de computer was nog zeker tien maal
goedkoper dan de Aesthedes.
Raiders of the lost archives
De betekenis van de Aesthedes computer voor de digitalisering van het vak maakte
de verwerving van het archief van Total Design (kortTD) extra interessant voor het
Nederlands Archief Grafisch Ontwerpers (NAGO). De stichting NAGO werd in
1992 opgericht met het oogmerk om de nalatenschappen van belangrijke
Nederlandse ontwerpers te verwerven en digitaal te ontsluiten. De focus van het
NAGO lag in de eerste jaren vooral op het redden van de archieven van de naoorlog
se generatie ontwerpers. De generatie die het vak 'grafische vormgeving' groot
maakte en professionaliseerde. Deze groep was begin jaren negentig op hoge leeftijd
en vaak in kwetsbare gezondheidstoestand. Enkele prominente ontwerpers van het
eerste uur waren al overleden en het was algemeen bekend dat enkele belangrijke
archieven al verloren waren gegaan. Meestal per ongeluk - door waterschade van een
kapotte wasmachine-aansluiting of kwijtgeraakt door achtereenvolgende verhuizin
gen. Van een enkel geval was bekend dat het archief wegens gebrek aan belangstelling
bij het grof vuil was gezet. De urgentie om het werk van deze generatie ontwerpers te
behouden was evident, de middelen daarvoor ontbraken vooralsnog. In de statuten
van het NAGO werd opgenomen dat het doel was om de archieven 'digitaal toegan
kelijk' te maken. Dit streven werd ingegeven vanuit de pragmatische gedachte dat het
geen zin had om naar een centrale bewaarplaats te verlangen maar dat de aandacht
het best kon worden besteed aan de inrichting van een centrale toegang tot de
archieven. Met de nieuwe digitale technologie kon dat perfect worden gerealiseerd.
Begin jaren negentig stond het wereldwijde web nog in de kinderschoenen en onder
'centrale toegang' werd vooralsnog een stand-alone database begrepen. Het NAGO
verwierf de archieven om ze digitaal te ontsluiten maar beheerde ze niet zelf. Voor elk
archief werd een passende erfgoedbeherende organisatie gevonden, waar het een
betekenisvolle aanvulling op de collectie vormde. Omdat de archieven keurig
beschreven en in zuurvrije dozen werden aangeboden, was het zelden een probleem
om deze organisaties tot opname bereid te vinden. Hoewel het NAGO was gericht op
archieven, verwierf het in de eerste periode voornamelijk objecten, 'bewijsexempla-
ren'de resultaten van het ontwerpproces. Hier en daar kreeg het NAGO wel eens
wat schetsen en bij een enkel archief kwam correspondentie en administratie mee.
In eerste instantie werd daar niets mee gedaan, er was ook geen kennis om met dit
soort materiaal om te gaan, geen idee hoe dit te beschrijven en te ontsluiten in de
Filemaker Pro database. De gekozen museale beschrijvingsmethodiek liet dat niet toe
en er was eigenlijk nog geen besef dat juist dit materiaal voor potentiële onderzoekers
interessant is.
Total Design
De associatie voor Total Design NV, kortweg Total Design of TD, werd in 1963
opgericht omdat een groepje ontwerpers gefrustreerd toekeken dat belangrijke
opdrachten van grote Nederlandse bedrijven consequent aan buitenlandse ontwerp
bureaus werden gegund. Een verklaring werd door hen gevonden in het feit dat het in
Nederland ontbrak aan grote bureaus die met het bedrijfsleven op niveau konden
meepraten. Vanuit de overtuiging dat: "Institutions like to talk to institutions", werd
Total Design een multidisciplinair ontwerpinstituut dat deze lacune zou opvullen.
Het bureau verenigde alle ontwerpdisciplines onder één dak om zo goed mogelijk
tegemoet te kunnen komen aan de vraag van opdrachtgevers uit de industrie, over
heid, culturele sector, handel of verkeer. Het begrip housestyle werd door TD geïntro
duceerd voor klanten als Randstad, SHV en Stedelijk Museum Amsterdam. Andere
eerste opdrachtgevers waren Schiphol en PTT Nederland maar ook latere klanten
wisten dat ze voor kwaliteit bij TD moesten zijn. TD werd het bureau dat in de jaren
tachtig het gezicht van de Nederlandse vormgeving bepaalde maar met de streng
DIGITAAL PARTICULIER ARCHIEF
106
KARIN VAN DER HEIDEN WANNEER GOOIDE JIJ JE LAATSTE FLOPPY WEG?
107