IIIÈÊilÊÈiï
'MÊMlMM
Wanneer gooide jij je laatste
floppy weg?
gwrKi:.'
Cm;;
■z**-iz+i:i++:z*+ZT*
Met de komst van de personal computer in de jaren tachtig van de vorige eeuw en
de opkomst van het fenomeen Dutch Design, groeide de belangstelling voor de
archieven en collecties van ontwerpers, ontwerpbureaus en bedrijven in de creatieve
industrie. Dat inmiddels tientallen van deze bijzondere particuliere archieven voor
toekomstig onderzoek bewaard blijven, komt niet vanzelfsprekend voort uit de
originele en aantrekkelijke aard van deze collecties. Dit is te danken aan jarenlange
inspanningen van een aantal toegewijde behartigers van dit erfgoed maar ook aan
een stevige financiële impuls van de overheid. Die maakt het mogelijk om het beheer
en behoud op pragmatische wijze te organiseren en de toegankelijkheid van de crea
tieve nalatenschappen te vergroten. In 2011 noemt Els Swaab, toenmalige voorzitter
van de Raad voor Cultuur, in het Archievenblad, de aanpak voor het vormgevings-
erfgoed een voorbeeld voor de behandeling van particuliere archieven uit de rest van
de samenleving.1
In de volgende tekst bekijk ik welk traject het vormgevingserfgoed heeft afgelegd om
deze voorbeeldfunctie te bereiken en of ervaring met deze archieven ook een rol kan
vervullen in het behouden van particuliere digitale archieven.
Back to the future
Enige tijd geleden deed ik onderzoek naar een strategie voor het behoud van digitale
vormgevingsarchieven en vroeg ik mij op een bepaald moment af in welke mate
ontwerpers eigenlijk geïnteresseerd zijn in zoiets triviaals als digitale duurzaamheid.
De ervaring leert namelijk dat ontwerpers toch al niet zelf geneigd zijn tot het in
'goede en geordende staat' bewaren van hun eigen werk. Ik vermoedde dat dit digi
taal niet veel beter zou zijn maar hoe het dan wel moest kon ik ze nog niet vertellen.
Om dat te kunnen wilde ik onderzoeken wat ontwerpers zelf weten over digitale
bewaarstrategieën. Mijn respondenten vormen een mooie mix van oude en jongere
ontwerpers. Een paar early adaptors, iets meer snelle volgers en enkele hardcore
klassieke ambachtsmannen. De laatsten vertegenwoordigen de groep die tot ver in
de jaren negentig nog dacht dat het gedoe met die computers 'wel over zou waaien'
en pas lang na de komst van e-mail en internet moest erkennen dat dit niet het geval
was. De ontwerpers die ik ondervroeg werken inmiddels gemiddeld twintig tot dertig
jaar met computers en sinds 1984 is dat voor de meesten een Apple Macintosh.
Zelf herinner ik me nog goed dat de eerste computer werd geïntroduceerd tijdens
mijn opleiding op de kunstacademie, het begon met één kleine Mac en snel daarna
volgde er nog eentje. Ze stonden in een geïmproviseerd lokaal in de kelder waar we
er in eerste instantie alleen naar mochten kijken. Er aankomen was uitsluitend
#V4i,.4
KARIN VAN DER HEIDEN
1 Els Swaab, 'Archieven in het veld: Een stimuleringsfonds voor archieven' in Archievenblad jaargang 115,
nr 3, 2011, blz 17.
105