Wat meer concrete antwoorden zijn te verkrijgen door te kijken naar daadwerkelijke cijfers: hoe zit het met de verhouding tussen particuliere en overheidsarchieven bij de Nederlandse archiefbewaarplaatsen? Zijner wat dit betreft verschillen te zien tussen de archiefdiensten met, en de archiefdiensten zonder acquisitieprofiel? In de vragen lijst is hierbij onderscheid gemaakt tussen het aantal strekkende meters aan archief materiaal en het aantal archieven. Uit de vragenlij st blijkt dat de verhouding tussen het aantal strekkende meters over heidsarchief en particulier archief gemiddeld wordt geschat op 75% overheidsarchief tegenover 25% particulier archief. Wanneer de groep wordt gesplitst in de archief diensten met acquisitieprofiel en archiefdiensten zonder acquisitieprofiel, blijkt dat archiefdiensten met acquisitieprofiel gemiddeld 31% particulier archief tegenover 69% overheidsarchief in hun collectie hebben. Bij de archiefdiensten zonder acquisi tieprofiel is het percentage particuliere archieven een stuk lager, namelijk 21%, tegenover 79% overheidsarchief. Naast het aantal strekkende meters is ook gekeken naar de aantallen. Daaruit blijkt dat particuliere archieven in aantal sterker verte genwoordigd zijn dan in aantal strekkende meters. Dat is niet verwonderlijk, omdat er veel meer particuliere archiefvormers zijn dan overheidsinstanties, en omdat eerstgenoemden vaak minder omvangrijke archieven hebben. Over alle archiefdien sten genomen is het aandeel particuliere archieven 43%, tegenover 57% archief van de overheid. Bij de archiefdiensten met acquisitieprofiel is het percentage particulier archief zelfs net iets hoger dan overheidsarchief, namelijk 52% tegenover 48% over heidsarchief. Bij de archiefdiensten zonder acquisitieprofiel ligt het percentage parti culiere archieven nog steeds aanzienlijk lager dan de overheidsarchieven, slechts 3 5% van de archieven bij deze respondenten is afkomstig van particuliere archiefvor mers, terwijl 65% door de overheid is gevormd. Opvallend is dat de gemiddelde collectie van de archiefdiensten met acquisitieprofiel voor een groter deel uit particulier archief bestaat dan bij archiefdiensten zonder acquisitieprofiel. Hoewel de cijfers deels gebaseerd zijn op schattingen (niet iedere archiefdienst heeft exacte gegevens over deze aantallen) en het een kleine testgroep betreft, bevestigt dit de aanname dat acquisitieprofielen positief bijdragen aan de hoeveelheid particulier archief die een archiefdienst acquireert. Er is daarnaast gekeken naar de invloed van de grootte van de archiefdienst op de ver houding tussen archiefmateriaal van de overheid en van particuliere archieven. Zoals in de paragraaf over het gebruik van acquisitieprofielen al vermeld is zijn de archieven voor deze vragenlijst ingedeeld naar grootte aan de hand van het aantal FTE. Bij de drie archiefdiensten die tot de zeer grote archieven zijn gerekend wijken de antwoorden overigens zo sterk van elkaar af,11 dat het gemiddelde dat daaruit naar voren komt niet representatief is. Er zal om deze reden vooral worden ingegaan op de vijf andere categorieën archiefdiensten. In tabel 2 is te zien dat uit de antwoorden blijkt dat vooral de kleinere archiefdiensten een kleiner aandeel particulier archief in hun collectie hebben. Bij de andere archiefdiensten, die in de categorie klein+ tot groot vallen, zijn de verschillen in percentages klein. Voor wat het aantal strekkende meters archief betreft, is bij de klein+ en grote archieven het meeste materiaal van particulieren aanwezig. Wanneer het gaat om de verhouding tussen het aantal archieven van de overheid en van particulieren, dan zijn het de middelgrote diensten die het meeste particulier archief in huis hebben. De grootte van de archiefdienst kan behalve aan de hand van het aantal FTE, ook op basis van het aantal inwoners in het werkgebied van de archiefdienst worden afgemeten. De resultaten bij een onderverdeling naar het aantal inwoners in het werkgebied van de archiefdienst zijn te zien in tabel 3Hieruit blijkt dat het wederom de kleinere archiefdiensten zijn waarbij de particuliere archieven het kleinste deel van de collectie uitmaken. Publiceren van acquisitieprofielen In haar adviesrapport uit 2005 pleit de Raad voor Cultuur voor het openbaar maken van acquisitieprofielen met het doel het debat over de doelstelling van archiefwaar dering en -selectie te stimuleren.12 Ook de commissie waardering en selectie acht dit van groot belang: "op dit moment is het voor een willekeurige burger niet duidelij k MAATSCHAPPELIJK EN PARTICULIER ARCHIEF 11 90-10, 65-35, 50-50 wat aantal meters betreft, 40-60, 50-50 en geen antwoord wat aantallen archieven betreft. 90 CAROLINE DE HART EEN KWESTIE VAN KIEZEN Grootte Verhouding tussen het aantal meters aan materiaal van de overheid en van particuliere archiefvormers in de collectie Verhouding tussen het aantal archieven en collecties van de overheid en van particulieren in de collectie Overheid Particulier Overheid Particulier Zeer klein 82% 18% 70% 30% Klein 82% 18% 59% 41% Klein+ 65% 35% 53% 47% Middelgroot 71% 29% 45% 55% Groot 68% 32% 59% 41% Zeer groot 68% 32% 45% 55% Tabel 2. Verhouding tussen archieven van de overheid en van particulieren, zowel in strekkende meters als in aantallen archieven, onderverdeeld naar de grootte van de archiefdienst Aantal inwoners Verhouding tussen het aantal meters aan materiaal van de overheid en van particuliere archiefvormers in de collectie Verhouding tussen het aantal archieven en collecties van de overheid en van particulieren in de collectie Overheid Particulier Overheid Particulier <30 000 86% 14% 71% 29% >30 000-50 000 80% 20% 65% 35% >50 000-100 000 71% 29% 59% 41% >100 000-150 000 71% 29% 59% 41% >150 000-300 000 70% 30% 43% 57% >300 000 71% 29% 54% 46% Tabel 3. Verhouding tussen archieven van de overheid en van particulieren, zowel in strekkende meters als in aantallen archieven, onderverdeeld naar het aantal inwoners in het werkgebied van de archiefdienst 12 Rapport van de Raad voor Cultuur, Het tekort van het teveel. Over de Rijksverantwoordelijkheid voor cultureel erfgoed, 's-Gravenhage, 2005, p. 21. 91

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2012 | | pagina 47