Wetgeving
De zorg voor archieven is in Zweden streng gereguleerd middels diverse wet- en regel
geving, waarbij het 'openbaarheidsprincipe', dat een deel uitmaakt van de grondwet
telijke 'drukvrijheidsregeling' (met wortels die terug gaan naar het jaar 1776) van
cruciaal belang is. Dit vanwege het feit dat dit openbaarheidsprincipe alle burgers
het recht geeft op inzage van overheidsdocumenten en zo transparantie van het over
heidshandelen waarborgt. Deze Zweedse variant van de Wet Openbaarheid Bestuur
(WOB) garandeert verregaande openbaarheid, waarbij hetzorgdragerschap of de
plek van bewaring niet van enig belang is. Zo zijn overgebrachte archiefbescheiden
ook op basis van hetzelfde principe openbaar. Grondwettelijke openbaarheid is dus
de regel in Zweden en uitzonderingen hierop zijn slechts mogelijk op basis van speci
fieke gronden. Wanneer een beroep gedaan wordt op het openbaarheidsprincipe
dient het verzoek al tij d met prioriteit behandeld te worden door de instantie
waaraan het verzoek is gedaan. In de praktij k is dit vertolkt als één of twee dagen
tenzij dit om geldige redenen niet mogelijk is.
Andere van belang zijnde wetgeving is de Archiefwet die bepalingen bevat omtrent de
wijze waarop overheden met hun archieven dienen om te gaan. De Archiefwet stelt
tevens vast dat archieven deel uitmaken van het culturele erfgoed, alsmede geeft het
de mogelijke gronden aan voor het beperken van het openbaarheidsprincipe, te
weten wanneer openbaarmaking kan leiden tot schadeberokkening aan het Rijk of
aan een individu. Naast de Archiefwet is er redelijk omvangrijke overige regelgeving
die onder andere voorschrijft hoe er met bepaalde informatie om dient te worden
gegaan en wanneer bepaalde documenten vernietigd mogen worden.2
Wanneer wij nu de de blik verleggen naar de particuliere sector, dan zien wij dat de
situatie daar vrijwel tegenovergesteld is, het staat particuliere archiefvormers in prin
cipe vrij om te doen met hun archieven wat hen goeddunkt. De enige uitzondering
hierop zijn documenten, van met name financiële aard, die enige tijd bewaard
moeten worden voor verschillende controlefuncties van de overheid. Voorbeelden
van dergelijke wetgeving zijn de 'boekhoudingswet'(Bok/öringslagen), waarin onder
meer een bewaartermijn van ten minste zeven jaar voor financiële stukken is vastge
steld. Een ander voorbeeld is de 'vastgoedtaxatiewet'. Overige wetgeving waaraan
particuliere archiefvormers gebonden kunnen zijn is de Zweedse variant van de Wet
bescherming persoonsgegevens (Personuppgiftslagen)waarmee net als in
Nederland de verwerking van persoonsgegevens wordt gereguleerd.3
Een algemene bescherming voor particuliere archieven bestaat dus momenteel niet
in Zweden. Hoewel bij het voorbereiden en uitwerken van de huidige Archiefwet
onderkend werd dat particuliere archieven van grote waarde kunnen zijn als cultu
reel erfgoed is dit punt niet als zodanig in de wetgeving opgenomen. Met de Zweedse
'Wet op het cultureel erfgoed' (Lagen om kulturminnen) bestaan echter wel enige
beperkingen aan het uit het land uitvoeren van bepaalde vormen cultureel erfgoed
en hiertoe worden ook zestiende-eeuwse geschriften gerekend, ongeacht of zij een
statelijke of particuliere herkomst hebben.4 Maar toch biedt deze wet, die de archie
ven meer als objecten beschouwt dan als informatiedragers, slechts een zeer geringe
bescherming omdat het grootste deel van de particuliere archieven na dat tijdstip is
ontstaan. Daarnaast biedt de wet geen bescherming tegen het verkopen van archief
materiaal binnen de landsgrenzen, noch tegen onzorgvuldige omgang of vernieti
ging. We kunnen derhalve stellen dat particuliere archieven in Zweden een zwakke
juridische bescherming hebben.
Particuliere archieven en de statelijke archiefinstellingen
Hoewel de Zweedse archiefwet alleen tot bewaring van overheidsarchieven verplicht,
geeft de dertiende paragraaf in diezelfde wet aan dat statelijke archiefinstellingen
particuliere archieven mogen acquireren, mits de beschikbare middelen dit toelaten.5
Het Zweedse 'Nationaal Archief'6 (Riksarkivet, verder: Rijksarchief) heeft al langere
tijd aandacht voor particuliere archieven, vooral omdat deze beschouwd worden als
een waardevolle aanvulling op de informatie die in overheidsarchieven kan worden
gevonden. Dus niet zozeer was de intrinsieke waarde van deze archieven doorslag
gevend, maar de opvatting dat zij andere, aanvullende informatie in relatie tot de
overheidsarchieven bevatten.
Het spreekt voor zich dat het Rij ksarchief andere werkwijzen hanteert voor particu
liere archiefvormers dan voor overheidsorganisaties, aangezien er geen juridische
mogelijkheid is om bij de eerstgenoemden preventief te handelen door middel van
bindende instructies, regelgeving of voorschriften met betrekking tot de zorg voor
de archieven. Daarnaast bestaat er geen overbrengingsplicht voor particuliere
archiefvormers, hoe waardevol hun archieven als bron voor onderzoek of als cultu
reel erfgoed ook zijn.7 Dit gebrek aan regulerende mogelijkheden heeft geleid tot een
situatie waarin de werkzame archivarissen zelf in hoge mate de collectievorming
hebben kunnen beïnvloeden middels selectie en het acquisitieproces.
Tot de vroegst verworven archiefstukken van particuliere oorsprong in de collectie
van het Rijksarchief behoren door de Kroon geconfisqueerde documentverzamelin
gen van edellieden die werden ingebracht als bewijsstukken in verschillende rechts
zaken door de eeuwen heen.8 Pas in de jaren twintig van de vorige eeuw begon een
meer systematische bemoeienis. Het Rijksarchief begon toen, in samenwerking met
het 'Noordse Museum' (Nordiska Museet), met een eerste grote inventarisatie van
particuliere archieven. In dit kader werd begonnen met het afleggen van bezoeken
aan adellijke landerijen in het land.9 Vanwege het feit dat er traditioneel een sterke
band bestond tussen het Rijksarchief en de geschiedwetenschap (in feite waren alle
archivarissen en archiefassistenten opgeleide historici) werden de acquisities uit
die tijd sterk gekenmerkt door geschiedwetenschappelijke interesse in het archief
materiaal. Een uitgewerkt acquisitieprofiel of -plan bestond niet, maar de geschied-
MAATSCHAPPELIJK EN PARTICULIER ARCHIEF
2 Bijvoorbeeld: Socialtjanstlagen (2001:454) inhoudende bepalingen voor wanneer gegevens ontstaan binnen
de Sociale Dienst vernietigd mogen worden of Patientdatalagen (2008:355) inhoudende bepalingen
wanneer bepaalde persoonsgegevens vernietigd mogen worden.
3 Claes Granström, e.a. Arkivlagen. Bakgrund och kommentar (Stockholm 2000) p. 53 e.v.
4 Regeringsvoorstel 1989/90:72 over archief. Dit verband is eerder opgemerkt door Granström e.a. Arkivlagen.
Bakgrund och kommentar.
5 Granström e.a. Arkivlagen. Bakgrund och kommentar, p. 153 e.v.
70
VIKTOR LUNDBERG EN JUSTIN KLEIN HET 'ZWEEDSE MODEL' VOOR PARTICULIERE ARCHIEVEN
6 Verder zal de term Rijksarchief gebruikt worden. De Landsarchieven (in Nederland het best
vergelijkbaar met Regionaal Historische Centra) maken sinds 2010 deel uit van het Rijksarchief.
Voor die tijd hadden de Landsarchieven echter lange tijd een vrij autonome positie.
7 Riksarkivet, De nordiska privatarkiven och deras förvaltare (2010) p. 3 e.v.
8 Ingemar Carlsson, Riksarkivets bestandsöversikt del 8. Enskilda arkiv: person- slakt- och gardsarkiv (del 1
(Stockholm 2006) p. 7.
9 Evabritta Personne, 'Inventering och insamling av enskilda arkiv. En tillbakablick', in: Historisk tidskrift
(1968) p. 62.
71