vergelijkbaar zijn met de categorale archieven in Nederland. Te denken valt aan de Canadian Women's Movement Archives aan de University of Ottawa. De meeste van dit soort archieven zijn verbonden aan universiteiten. Er is geen enkele organisa tie die het beheren van particuliere archieven buiten het openbaar archiefwezen om coördineert. De Canadian Council of Archives (CCA), die in de volgende paragraaf zal worden besproken, heeft in dezen ook geen coördinerende rol. Toch is het aantal private instellingen beperkt, omdat in geheel Canada total archives leidend is. In Canada wordt getracht actief particuliere archieven te acquireren. Idealiter is het zo dat particuliere archieven ooit worden overgedragen aan een archiefdienst. Dat het niet altijd gebeurt, is een tweede. Want de betreffende archiefbescheiden zijn hoe dan ook wel toegankelijk en openbaar; ze zijn opgenomen in een netwerk.28 Organisaties van archivarissen De Canadian Council of Archives (CCA) is opgericht in 1985 en behartigt de belan gen voor het openbaar archiefwezen en particuliere archiefinstellingen. De verschil lende taken zijn: prioriteiten die van nationaal belang zijn in kaart brengen, aanbevelingen doen met betrekking tot de financiering van het openbaar archiefwe zen, ontwikkelen en faciliteren van programma's die noodzakelijk zijn voor het openbaar archiefwezen, adviseren van de Librarian and Archivists of Canada, verbe teren van communicatie tussen de verschillende instellingen van overheidswege en van particuliere aard en het communiceren van behoeften van het openbaar archief wezen naar de beleidsmakers, onderzoekers en het brede publiek.29 Om deze taken uit te kunnen voeren, hebben uit verschillende geledingen archivarissen zitting in de CCA zoals uit iedere territoriale council, association des archivistes du Québec, the Associations of Canadian Archivists en nog anderen. De CCA is breder dan alleen het overheidsarchiefwezen. Ook de belangen van particuliere archiefinstellingen worden hier behartigd. De CCA lanceerde in 2001 de Canadian Archival Information Network (CAIN).30 Anno 2009 is dit genaamd: Archives Canada. Het is nu een gezamenlijk initiatief van het LAC, CCA en de provinciale en territoriale archieven. Via deze database zijn toegangen te raadplegen van ruim 800 archiefdien sten. Daartoe worden ook diverse particuliere instellingen gerekend. Een andere belangrijke organisatie is de Association of Canadian Archivists (ACA). De ACA is in 1975 opgericht en ontstaan uit de Archives Section of the Canadian Historical Association. Bij deze vereniging zijn Engelssprekende archivarissen aan gesloten. Wie lid is van de vereniging ontvangt en heeft recht op verschillende zaken: tijdschrift Archivaria, een bulletin waarin allerlei nieuws staat, online publicaties, mentoraat voor studenten, j aarlijkse uitnodiging voor conferentie, stemrecht voor de verkiezing van de 'Board of directors' en wijze raad bij conflicten. Certificering van de beroepsgroep behoort niet tot het takenpakket.31 62 In Quebec, het Franssprekend gedeelte van Canada, is een andere vakvereniging gevestigd, te weten de Association des archivistes du Québec (AAQ). Deze vakvereni ging streeft dezelfde doelen na als de Engelse vakvereniging, maar vermeldt ook vaca tures op haar website.32 Het Bureau of Canadian Archivists (BCA) brengt de leden uit de beide vakverenigin gen bij elkaar en verdedigt hun belangen bij het gouvernement en in allerlei interna tionale verbanden. Het bureau is opgericht in 1976 en wordt geleid door een Board of directors, dat samengesteld is uit bestuursleden van de beide verenigingen.33 Acquisitie van archieven - total archives In Canada werden archieven verworven door middel van het concept total archives. Het begrip total archives is vermoedelijk voor het eerst gebruikt tijdens de twaalfde internationale conferentie van de 'Archival Round Table' te Jeruzalem in 1970.34 Het was de bevestiging en een wezenlijke uitbreiding van een al langer bestaande prak tijk, namelijk dat overheidsarchieven en particuliere archieven in één archiefdienst werden bewaard en beheerd. Smith refereert in dit verband aan conferenties in 1950 en in 1956 waar deze werkwijze bediscussieerd is. Millar stelt daarentegen dat het concept total archives al 150 jaar geleden ontstaan is.35 Toch wil ik hierbij aanteke nen dat een andere zienswijze mogelijk is, want total archives werd ingebed in de structuur van het PAC en komt uit het PAC voort, terwijl 150 jaar geleden het PAC nog niet bestond. Millar duidt daarmee in feite op de praktijk die vanaf het begin van de twintigste eeuw gangbaar was bij het PAC om zowel overheidsarchieven als parti culiere archieven te acquireren. Niettemin werpt haar betoog licht op de historische, sociale en culturele context waarbinnen total archives heeft kunnen ontstaan. Ze toont aan hoe de culturele diversiteit inspirerend heeft gewerkt. Deze eerste ritselin gen, waaruit het total archives zou groeien, zijn merkbaar bij Brymner, die betrokken was bij de oprichting van de rechtsvoorganger van de PAC. Hij stelde in 1882 dat zowel particuliere archieven als overheidsarchieven moesten worden geacquireerd die de sociale en politieke geschiedenis van Canada representeren.36 Een ander belangrijk moment waarop de eerste ritselingen worden waargenomen kan geda teerd worden in 1912. De Archives Act formuleerde: "a single archival agency to be responsible not only for the reception of government records which have archival value but also for the collection of historical material of all kinds and from any source which can help in a significant way to reveal the truth about every aspect of Canadian life".37 De opeenvolgende directeuren van het PAC hebben getracht hier invulling aan te geven door particuliere archieven te acquireren en historici aan te moedigen onderzoek te doen. Doughty bovendien, die in 1904 aantrad en in 1935 met pensioen ging, toonde al belangstelling voor archieven die op verschillende dragers staan. Deze archiefbescheiden werden daarom door het PAC al geacqui reerd.38 Toch was de algemeen geldende regel tot rondom 1950 zo dat een archiefstuk altijd een op papier geschreven stuk moest zijn. Die opvatting evolueerde in 1970 tot: "het geheel aan documenten in alle mogelijke vormen die gerelateerd zijn aan een 63 MAATSCHAPPELIJK EN PARTICULIER ARCHIEF 28 Vriendelijke mededeling van de heer Robert C. Fisher, archivist bij het CASC en Ian E. Wilson, "A Noble Dream": The Origins of the Public Archives of Canada' in: Tom Nesmith ed., Canadian Archival studies and the rediscovery of provenance 146. 29 http://www.cdncouncilarchives.ca/cas.html#two, laatst geraadpleegd op 12 februari 2013. 30 http://www.archivescanada.ca/english/about.html, laatst geraadpleegd op 12 februari 2013. 31 http://archivists.ca/content/membership, laatst geraadpleegd op 12 februari 2013. 32 http://www.archivistes.qc.ca/, laatst geraadpleegd op 12 februari 2013. THEO VERMEER ACQUISITIEBELEID LIBRARY AND ARCHIVES CANADA 33 http://bca.archives.ca/mandate.html en http://bca.archives.ca/bca_en.html, laatst geraadpleegd op 12 februari 2013. 34 Wilfred I. Smith, '"Total Archives": The Canadian Experience' in: Tom Nesmith ed., Canadian Archival studies and the rediscovery of provenance 133. 35 Ibidem, p. 133 vgl. L. Millar, 'Discharging our Debt: The Evolution of the Total Archives Concept in English CanadaArchivaria 46 (1998) 104. 36 Ibidem 136. 37 Ibidem 137. 38 Ibidem 139.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2012 | | pagina 33