beschermende en stimulerende maatregelen bepleit om de geregistreerde archieven professioneel te beheren, goed toegankelijk te maken en in het publieke domein te brengen. Zover is het echter niet gekomen, en met de huidige staat van de overheidsfinanciën hoeven we ook niet te verwachten dat hiervoor de komende jaren ruimte zal ont staan. In de recente Archiefvisie van OCW3 wijst staatssecretaris Zijlstra alle voor stellen hiertoe van de hand. De acquisitie van particuliere archieven krijgt dus geen extra impulsen vanuit het rij k. Het is aan de archiefinstellingen zelf om, wellicht geïnspireerd door Jeurgens en consorten, serieus werk te maken van een betere balans in de collectionering en van een serieuzere aanpak van de acquisitie van particuliere archieven. Ook dat zal onder de druk van bezuinigingen en focus op kerntaken niet altijd meevallen. 'Wettelijke taken eerst' is een reflex die in deze tijden snel de kop op steekt. Juist daarom is het van belang om fundamenteel, vanuit de eigen missie en doelstelling van de archiefinstelling, na te denken over de invul ling van het collectie- en acquisitiebeleid en dat expliciet, helder en overtuigend te verwoorden en uit te dragen. De casus Rijckheyt Rijckheyt, het centrum voor regionale geschiedenis in Heerlen, nam zichzelf op het punt van de praktijk van acquisitie vanaf 2003 serieus de maat. Dat resulteerde in 2008 in een acquisitiebeleidsplan en de nadere uitwerking daarvan in een acquisitie profiel en een uitvoeringsplan.4 Ingegeven door een overvloed aan depotruimte acquireerde het toenmalige gemeen tearchief van Heerlen vanaf medio jaren zeventig kritiekloos vrijwel alle archieven, collecties en publicaties die werden aangeboden. Leidende gedachten daarbij: 'baat het niet, dan schaadt het niet' en 'weggooien kan altijdnog'. Na verloop van tijd bleek echter dat het moment van 'weggooien' (lees: het op macro-, meso- of micro niveau opschonen van archieven) in de meeste gevallen nooit kwam, zoals onder staande ervaring laat zien: "Het staat als gegrift in mijn geheugen. Het was een zaterdagmiddag. Aan de balie van de studiezaal meldde zich een bezoeker (laten we hem Joop noemen) met het verzoek om inzage in enkele stukken van het archief van Bridgeclub De Mijnstreek. Nadat de gebruikelijke plichtplegingen waren afgerond hielp ik Joop met het zoeken naar een inventaris, maar ik kon deze niet vinden. Joop ver zekerde me dat het archief echt in ons bezit moest zijn, hij had het immers zelf in 1993 aan ons geschonken. Mijn aanvankelijke gevoel van schaamte over het ontbreken van een inventaris, maakte al snel plaats voor gepaste trots omdat ik na een half uur zoeken het archiefje had 'ontdekt' in één van de depots. Het zat weliswaar gewikkeld in een plastic zak van een bekende lokale detailhandelaar, maar ik had het in elk geval gevonden. Helaas kwam het schaamrood alweer snel terug toen Joop verklaarde 46 dat de plastic zak nog dezelfde was als waarin hij het archief 10 jaar geleden had aangeleverd." Voorvallen als deze vormden voor Rijckheyt aanleiding om een kritische zelf evaluatie uit te voeren over de collectieopbouw en de manier waarop die tot stand was gekomen. De uitkomsten van deze analyse vormden de basis voor een nieuwe, meer afgewogen aanpak. Inhoudelijke tekortkomingen De zelfevaluatie van het archief in Heerlen bracht aan het licht dat het bestand aan archieven en documentaire collecties dat Rij ckheyt en zijn voorgangers hadden verworven, geen goede afspiegeling vormde van de maatschappij die men wilde documenteren. De pragmatische en passieve manier van verwerven die jarenlang was gehanteerd, had geleid tot een problematische situatie die zich liet samenvatten in drie steekwoorden: onafgewogen, onbeheersbaar en ongeorganiseerd. De verwerving van de archieven was jarenlang gericht op in de eerste plaats over heidsarchieven en in de tweede plaats op archieven van instellingen en invloedrijke, overwegend mannelijke, personen op het politieke, religieuze, culturele, en economi sche vlak. Vrouwen, minderheden, arbeiders en het bedrijfsleven bleken in de collec tie zwaar ondervertegenwoordigd. Over maatschappelijke activiteiten en entiteiten die geen of nauwelijks administratieve neerslag produceren, zoals kleinschalige bewonersinitiatieven, acties en netwerkachtige structuren, bevat de collectie hoe genaamd niets. Reflectie op de praktijk van verwerving was lastig, omdat van veruit de meeste archieven die het archief in Heerlen in de afgelopen 40 jaar verworven heeft, geen acquisitiedossier voorhanden is dat inzicht geeft in de redenen van opname. De collectieopbouw lijkt in sterke mate het persoonlijke netwerk en de persoonlijke belangstelling van medewerkers van de archiefinstelling te weerspiegelen. Kennelijk bereikte de boodschap dat het archief ook ruimte biedt aan particuliere archieven vooral de directe omgeving van de medewerkers. Archieven en collecties in de sfeer van geschiedbeoefening, sport- en muziek zijn daardoor goed of zelfs oververtegen woordigd in de collectie van Rijckheyt. Ook is het een steeds zwaarder wegende tekortkoming dat Rijckheyt vooral analoge bestanden verwerft en nauwelijks aandacht heeft voor de digitale particuliere archie ven. Ten slotte zorgde ook de ontwikkeling van het voormalige Stadsarchief Heerlen tot regionaal historisch centrum voor een zekere mate van onbalans in de collectie. Van de recentelijk aangesloten gemeenten zijn vrijwel geen lokale particuliere archieven aanwezig, van de gemeente Heerlen des te meer. Beheermatige en bedrijfseconomische knelpunten Niet alleen de inhoudelijke tekortkomingen voedden het onbehagen in Heerlen. Ook vanuit de optiek van beheer en een gezonde bedrijfsvoering kreeg men steeds meer bedenkingen tegen de ruimhartige maar weinig afgewogen praktijk van verwerven. MAATSCHAPPELIJK EN PARTICULIER ARCHIEF 3 Kamerstuk 26 643/187, dd. 30 juni 2011. 4 Oud papierprijs of cultureel erfgoed? Naar een gecontroleerde verwerving en afvloeiing van archieven en documenten (Rijckheyt 2008), online te vinden op http://www.rijckheyt.nl/upload/100/pdf/ inspectieenmodellen/Acquisitiebeleid %20Rijckheyt_v2.01.pdf. GEERT LUYKX EN MARGREET WINDHORST MET VOORBEDACHTEN RADE 47

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2012 | | pagina 25