Met voorbedachten rade Archiefacquisitie met vallen en opstaan Collectioneren is dagelijks werk in iedere archiefdienst. Voortdurend nemen archief medewerkers beslissingen die gevolgen hebben voor de mogelijkheden voor de samenleving om het verleden al dan niet te kunnen reconstrueren. Toch zijn die beslissingen, zeker in overheidsarchief diensten, maar zeer ten dele beleidsmatig en methodisch ingekaderd. Dat is, vanuit de optiek van zowel professionele als instituti onele kwaliteit, een onwenselijke situatie. Dit artikel gaat in op de vraag hoe collec tievorming steviger ingebed kan worden in het instellingsbeleid en welke consequenties dat heeft voor de balans tussen overheids- en particuliere archieven in de collectie van openbare archiefinstellingen. De casus Heerlen, waar Rijckheyt sinds een aantal jaren een interessante aanpak hanteert, dient hierbij als voorbeeld en inspiratiebron. Denken over acquisitie Beleidsmakers storten zich met enige regelmaat op de vraagstukken rond waarde ring, acquisitie en selectie. Al is de eenentwintigste eeuw nog jong, hij leverde op dit gebied al het nodige op. Onder staatssecretaris Van der Ploeg verscheen in 2000 de nota Erfgoed in overvloed, een interne discussienota die binnen OCW de gedachte vorming over een integrale beleidsvisie op de selectie van cultureel erfgoed moest stimuleren. De interne discussie binnen het ministerie leidde tot een brede advies aanvraag aan het adres van de Raad voor Cultuur. Die bracht in 2005 vervolgens het advies Het tekort van het teveel uit. De Raad constateerde daarin dat de verwerving van archieven door archiefinstellingen in Nederland te zeer gericht is op overheids archieven. Daarbij wordt te weinig gekeken naar het toenemend belang van supra nationale en intergouvernementele organisaties en hun archieven en blijft er nauwelijks capaciteit over voor de gerichte verwerving van particuliere archieven. Ook het ontbreken van afstemming over verwervingsbeleid bestempelde de Raad als een groot gemis. Het archievendeel van dit advies gaf op zijn beurt aanleiding tot het instellen van de commissie Waardering en Selectie. Deze commissie, onder voorzitterschap van Charles Jeurgens, produceerde in 2009 het visierapport Gewaardeerd verleden. Bouw stenen voor een nieuwe waarderingsmethodiek voor archieven. Dit rapport benadert waardering, acquisitie en selectie van overheids- en particuliere archieven in samen hang en heeft daarmee een nieuwe impuls gegeven aan het denken over acquisitie. Tijd en geld vrijspelen voor particuliere archieven Door anders om te gaan met de verwerving (dus: waardering en selectie) van over heidsarchieven moet het mogelijk zijn om meer tijd en geld vrij te spelen voor de ver- werving van particuliere archieven. Die gedachte van de Raad is door de commissie Jeurgens verder uitgewerkt. Jeurgens cum suis stellen vast dat tot dusver de omgang met overheidsarchieven primair gericht is op vernietigen en de omgang met particu liere archieven op verzamelen en bewaren. Zij pleiten ervoor om de opname van alle soorten materiaal te benaderen vanuit de optiek van collectieopbouw. Dat komt dicht in de buurt van de total archives benadering die in Canada gemeengoed is.1 Die verandering begint al met de formulering van een integrale selectiedoelstelling (die wellicht beter collectiedoelstelling kan heten)De commissie verwoordde die als volgt: "De waardering, selectie en acquisitie van archieven moet als doel hebben het bijeenbrengen van bronnen die het voor individuen, organisaties en maatschappelij ke groeperingen mogelijk maken hun geschiedenis te ontdekken en het verleden van staat en samenleving (en hun interactie) te reconstrueren. Daartoe dienen die archieven of onderdelen van archieven veilig gesteld te worden die: arepresentatief zijn voor hetgeen in de samenleving is vastgelegd; brepresentatief zijn voor de activiteiten van de leden (personen en organisaties) van een samenleving; c. door waarnemers als belangrijk, bijzonder of uniek worden beschouwd omdat ze belangrijke, bijzondere en unieke maatschappelijke ontwikkelingen, activiteiten, personen en organisaties in een bepaalde periode weerspiegelen."2 Belangrijk hierin is het begrippenpaar representatief en bijzonder. Representativiteit is niet genoeg. Maar we kunnen ook niet volstaan met het verzamelen van wat bijzonder is. Een evenwichtige combinatie van beiden is nodig om een goed bronnen- bestand op te bouwen. Jeurgens staat, net als de Raad voor Cultuur, een trapsgewijze aanpak voor die grofmazig begint en fijnmazig eindigt. Eerst worden op een hoog abstractieniveau algemene en langlopende maatschappelijke structuren en ontwikkelingen in kaart gebracht. Ditzijn de ontwikkelingen die het archiefwezen als totaal in ieder geval moet willen documenteren. Vervolgens worden bij die structuren en ontwikkelingen actoren en archiefvormers gezocht. Daarbij gaat het enerzijds om representatieve representanten en anderzijds om organisaties of personen die ten opzichte van hun omgeving, groep en/ of tijd juist bijzonder zijn. Ten slotte wordt op het niveau van werkprocessen en archiefbescheiden gekeken naar representatieve en bijzondere processen en de administratieve en/of documentaire neerslag daarvan en naar de kwaliteit (volledigheid, authenticiteit, betrouwbaarheid) van de archieven zelf. leder voor zich Zowel de Raad voor Cultuur als de commissie Jeurgens was van mening dat de erken ning van het gelijkwaardige belang van particuliere archieven ten opzichte van over heidsarchieven niet zonder consequenties kon blijven voor het archiefbeleid en de invulling van de overheidsverantwoordelijkheid in deze. De rijksoverheid zou aller eerst maar eens serieus werk moeten gaan maken van zijn generieke verantwoorde lijkheid voor de borging van de waarde van particuliere archieven door een registratie op te zetten van behoudenswaardige particuliere archieven. Vervolgens werden GEERT LUYKX EN MARGREET WINDHORST 44 GEERT LUYKX EN MARGREET WINDHORST MET VOORBEDACHTEN RADE 1 Zie daarvoor in het S@P Jaarboek 2004 het artikel van Terry Cook, Mind over matter. Towards a New Theory of Archival Appraisal. 2 Charles Jeurgens (red.)Gewaardeerd Verleden, Bouwstenen voor een nieuwe waarderingsmethodiek voor archieven (Den Haag 2007), p. 37-38. 45

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2012 | | pagina 24