contacten met archiefvormers die over voor hen interessant materiaal beschikken. Volgens Jaap Kloosterman, oud-directeur van het IISG,is een dergelijke benadering van archiefvormers cruciaal voor het succes van het IISG. Archieven bevatten infor matie over mensen, hun handelen, doen en denken en ze staan gevoelsmatig dicht bij de archiefvormer door de persoonlijke informatie die ze bevatten. De eigenaars zullen er daarom alleen toe overgaan hun archieven af te staan op het moment dat zij vertrouwen hebben in de beherende partij. In het geval van het IISG speelt ook de politieke kleur van de instelling een belangrij ke rol. Het is, volgens Kloosterman, onwaarschijnlijk dat een archiefbewaarplaats eenzelfde collectie zou kunnen opbouwen. De archieven die het IISG beheert zijn voor een groot deel afkomstig van organisaties en personen die kritiek hadden op de overheid en zich keerden tegen het gevoerde beleid. Dat geldt zowel voor de internati onale organisaties en personen waarvan het IISG over de archieven beschikt, als voor de Nederlandse organisaties en personen waarvan het instituut bescheiden beheert. Zij kozen specifiek voor het IISG en zouden hun stukken nooit hebben overgedragen aan een instelling waarin zij geen vertrouwen zouden hebben gehad, omdat de infor matie in hun archieven bijvoorbeeld tegen hen zou kunnen worden gebruikt. In het contact tussen de instellingen en de archiefvormers spelen de onderzoekers die werken bij het IISG en Atria een belangrijke rol. Het acquisitiebeleid ligt in het verlengde van de onderzoeksdomeinen en de onderzoeksvragen. Volgens Annette Mevis, archivaris bij Atria, is de verwevenheid tussen onderzoek en acquisitie de kracht van de instellingen. Tijdens het uitvoeren van hun onderzoek bouwen zij een netwerk op met particulieren die archieven vormen of archieven van anderen in beheer hebben. Vanuit hun inhoudelijke expertise weten onderzoekers waar zich interessante archieven bevinden. Juist dit aspect van bottum-up waardering is van groot belang, omdat het waarderen op een hoger niveau, bijvoorbeeld op het niveau van archiefvormer, niet altijd voldoende zicht geeft op de relevantie van de inhoud van de archiefstukken. Een goed voorbeeld hiervan zijn, volgens Mevis, de persoons archieven waarbij de archiefvormer van zijn uitgaande brieven zelf geen kopieën heeft bewaard. Het archief bevat hierdoor alleen de inkomende brieven, waarin over de archiefvormer zelf weinig is terug te vinden.43 Dit probleem stelde Mieke Aarts ook vast in haar artikel 'Lof der MBN'er: het belang van Minder Bekende Nalatenschappen' dat in september 2006 verscheen in het Archievenblad. Zij voegt aan de analyse van Mevis bovendien toe dat bekende Nederlanders die weten dat hun archief mogelijk later op belangstelling van een archiefinstelling zal kunnen rekenen, geneigd zijn stukken te verwijderen of toe te voegen, waardoor de integriteit van de informatie in de archieven in het geding is. Illustratief is volgens Aarts het archief van Aletta Jacobs dat "de sporen van selectie en zelfcensuur [draagt] om de beeldvorming over 'Aletta Jacobs' in de door haar gewenste richting te beïnvloeden".44 Verkoop van archieven Hoe belangrij k de medewerking van de eigenaren van archieven aan de overdracht is, blijkt ook uit de ophef die er verschillende keren in Israël is geweest over de verkoop van particuliere archieven en de uitvoer van deze archieven naar het buitenland. Hoewel dit land, zoals gezegd, beschikt over beschermende wetgeving voor particu liere archieven, blijkt in de praktijk dat dit alleen niet voldoende is. Het meest bekend is de poging tot illegale uitvoer van niet-gepubliceerde geschriften van Franz Kafka (1883-1924). Deze veel geprezen Joodse schrijver, die zijn leven doorbracht in Praag, had zijn vriend Max Brod (1884-1968) opzijn sterfbed gevraagd na zijn dood zijn nalatenschap te vernietigen. Brod, een eveneens in Praag geboren schrijver die indertijd veel aanzien genoot, negeerde de laatste wens van Kafka en bewaarde de geschriften. Bij zijn vlucht voor de nazi's uit Tsjechië in 1939 nam hij ze mee naar Israël. Brod hield de nalatenschap, die voor een groot deel bestond uit manuscripten, in eigen beheer tot aan zijn dood. Na zijn overlijden besloot Ilse Esther Hoffe (1906-2007), Brods echtgenote en secretaresse, de manuscripten van Kafka te verkopen. Toen de staatsarchivaris hiervan lucht kreeg, bracht hij Hoffe ervan op de hoogte dat ze de archiefbescheiden niet mocht uitvoeren zonder zijn toe stemming. Brods echtgenote negeerde dit en probeerde in 1976 een aantal van de manuscripten naar Duitsland te smokkelen. De douane doorzocht echter haar handbagage en nam de geschriften in beslag. De staatsarchivaris gaf geen toestem ming voor het verwijderen van het materiaal uit Israël tot na de totstandkoming van een overeenkomst, waarin was vastgelegd dat reproducties van het materiaal zouden worden neergelegd in het nationaal archief. Bovendien bepaalde de overeenkomst dat de geschriften nog dertig jaar gesloten zouden blijven. Nu, meer dan dertig jaar later, zijn de kopieën van de geschriften toegankelijk voor het publiek.45 Hiermee is echter de kous nog niet af. De kwestie staat in de belangstelling omdat Eva Hoffe (ook Ruth Hoffe is inmiddels overleden) nog altijd beschikt over een deel van de nalatenschap van Kafka. Middels een juridische procedure probeert de Israëlische staat de hand te leggen op de mogelijk tienduizenden pagina's van Kafka waaronder zijn aantekeningenboeken.46 In oktober 2012 oordeelde het Tel Aviv District Family Court in het conflict dat de stukken moeten worden overgedragen aan Israeli National Library in Jeruzalem. Maar terwijl de directeur van de biblio theek zijn overwinning vierde door aan te kondigen de stukken online te zullen plaatsen "for all literature lovers in Israel and the world", gaf Eva Hoffe aan tegen de beslissing in hoger beroep te gaan.47 Deze affaire, die door de Israëlische pers wordt aangeduid met 'Het Proces',48 heeft in Israël geleid tot een debat over de vraag of de eigenaren van particuliere archiefbescheiden zelf mogen bepalen wat zij doen met hun eigendom en wanneer en op welke gronden de Israëlische staat bevoegd moet zijn de handelingsvrijheid van particulieren hierin te beperken.49 Het is echter niet het enige voorbeeld dat aantoont hoe gevoelig dit onderwerp in Israël ligt. De uitvoer van het archief van één van de grootste dichters van Israël, MAATSCHAPPELIJK EN PARTICULIER ARCHIEF 43 Mevis, interview. 44 Mieke Aarts, 'Lof der MBN'ers: het belang van de Minder Bekende Nalatenschappen', Archievenblad (september 2006) 38-39. 45 Ibidem 234-235. 46 Christoph Schuit, 'Fight for Kafka's Papers Winds through Israeli Courts', Spiegel Online International (09-29-2009), http://www.spiegel.de/international/world/0,1518,651859,00.html. Ofer Aderet, 'Court to hear arguments on ownership of Kafka archive', Haaretz (10-09-2009), http://www.haaretz.com/hasen/ spages/1113371.html. Alison Flood, 'Huge Franz Kafka archive to be made public', Guardian (15-10-2012), http://www.guardian.co.uk/books/2012/oct/15/franz-kafka-archive-public?newsfeed=true. 40 PETRA LINKS PRIVÉ PAPIEREN IN BEWARING 47 Flood, 'Huge Franz Kafka archive to be made public'. Ofer Aderet, 'Israel court orders Kafka manuscripts be transferred to National Library', Haaretz (14-10-2012) http://www.haaretz.com/jewish-world/jewish-world- news/israel-court-orders-kafka-manuscripts-be-transferred-to-national-lib rary.premium-1.469870. Z.a.'Kafka papers battle decided in Israel's favour', BBC News Middle East (14-10-2012) http://www.bbc.co.uk/ news/world-middle-east-19942975. 48 Journalisten verwijzen hiermee naar de roman Der Process Der Prozess in de huidige Duitse spelling) geschreven in 1914-15 door Franz Kafka en postuum gepubliceerd in 1925. 49 Mossek en Budowski, 'Private Papers and Archives in Israel' 233. 41

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2012 | | pagina 22