"redelijk werkte". Uit de evaluatie volgden vooral adviezen over de samenstelling van
de lijst en financiële regelingen voor de restauratie van beschermde voorwerpen.
Echter, over de mate waarin bijvoorbeeld strafrechtelijke vervolging nodig was als
gevolg van het overtreden van de WBC zijn geen gegevens beschikbaar.22 De
Monumentenwet is op dit punt nog nooit geëvalueerd en dus is het onbekend hoe
goed de wet in de praktijk werkt. In 2009 deed het ministerie van OCW een onder
zoek naar de mate waarin er strafvervolgingen plaatsvinden als gevolg van over
tredingen van de Monumentenwet. Ruben Abeling, jurist bij de Rijksdienst voor het
Cultureel Erfgoed, geeft in dat j aar op de uitkomsten van dit onderzoek aan dat
vervolging slechts zeer sporadisch plaatsvindt. Dit komt volgens hem niet doordat
eigenaren de wet zelden overtreden, maar door een "lage prioriteitstelling door het
OM"Om dit te veranderen en de Monumentenwet beter te kunnen handhaven
loopt er een wetgevingstraject van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
(Wabo). Hiermee zou de strafbaarstelling die nu nog in de Monumentenwet zelf is
geregeld worden ondergebracht in de Wet op de economische delicten, zoals ook bij
de WBC het geval is. Abeling hoopt dat een dergelijke verschuiving een gunstige
invloed heeft op de frequentie van de strafvervolging en op de hoogte van de opgeleg
de straffen. "Want in de enkele gevallen dat het tot een veroordeling komt, zijn deze
bedenkelijk laag," volgens Abeling. 'Wel kan er wederrechtelijk verkregen voordeel
worden verhaald, maar dat vereist een actieve inzet van de officier van justitie, en dat
is afhankelijk van de gedrevenheid van de officier in kwestie.'23
Vanwege de overeenkomsten die er zijn tussen de WBC en de Monumentenwet ener
zijds en een eventuele wet voor het behoud van particuliere archieven anderzijds, is
het jammer dat er geen gegevens zijn over de effectiviteit van de werking van de WBC
en de Monumentenwet. De reactie van Abeling toont echter wel aan dat handhaving
van de wettelijke verordeningen belangrijk is en dat er een onbevredigende situatie
ontstaat als er onvoldoende prioriteit bij het OM is om dit uit te voeren en als de
straffen in de praktijk laag zijn.
Bescherming van particuliere archieven in andere landen
Behalve overeenkomsten tussen een eventueel nieuw te ontwikkelen wet voor de
bescherming van particuliere archieven in Nederland met de bestaande wetten die
particuliere eigendommen beschermen in Nederland, zijn er ook veel raakvlakken
met de wijze waarop de bescherming van particuliere archieven is vormgegeven in
verschillende andere landen. Wereldwijd beschikken verschillende landen over wet
geving ter bevordering van het behoud van particuliere archieven.24 In deze gevallen
bestaat er veelal een nauwe samenhang tussen politieke ontwikkelingen en de tot
standkoming van deze archiefwetgeving.
36
Israël heeft één van de oudste archiefwetten met voorschriften voor de bescherming
van particuliere archieven. Deze wet werd in 1955 door het Israëlische parlement
aangenomen, zeven jaar na de stichting van het land.25 De totstandkoming van de
wettelijke bepalingen voor bescherming van particuliere archieven in deze wet lagen
in het verlengde van het proces van nation building waar het land zich in de jaren
vijftig in bevond. Politici in landen waarvan het bestaansrecht omstreden is, zoals in
Israël, hebben belang bij een goede bescherming van het cultureel erfgoed om de
identiteit van het land te versterken.26 Bovendien waren, door de afwezigheid van
een politieke traditie met de daarbij gevormde overheidsarchieven, particuliere
archieven in Israël van extra belang. Het aannemen van een archiefwet met bepalin
gen voor de bescherming van particuliere archieven paste binnen deze ontwikkeling.
Een ander goed voorbeeld is de wetgeving die ontstond in verschillende Oost-
Europese landen in de jaren direct na de val van de Muur. Wit-Rusland nam hiertoe
het initiatief, Hongarije volgde een jaar later in 1995.27 In deze landen was evenals in
Israël nation building één van de drijfveren voor het bekrachtigen van de archiefwet
ten. Na een jarenlange overheersing door de Sovjet-Unie ontstond er weer ruimte
voor de eigen geschiedenis en identiteit.28 Bovendien waren particuliere archieven
van extra belang, doordat de overheidsarchieven vanwege de Russische invloed de
eigen geschiedenis onvoldoende representeerden. De beschermende bepalingen ten
aanzien van particuliere archiefbescheiden moeten deels in dit licht bezien worden.
Daarnaast speelden ook de veranderende politieke opvattingen ten aanzien van
privaat eigendom een rol. Omdat economisch belangrijk privaat eigendom in
verschillende socialistische landen niet was toegestaan, waren in de betreffende
landen particuliere archieven in de jaren na 1945 genationaliseerd. De nieuwe
democratieën legden de wettelijke status van deze archieven vast.29
Ook in Zuid-Afrika stelde een nieuwe politieke orde in de jaren negentig bescher
mende wetgeving in ten aanzien van particuliere archieven. De archiefwetgeving die
tot stand kwam in 1996, twee jaar na de afschaffing van de apartheid, maakte deel
uit van wetgeving die voorziet in de bescherming van al het culturele erfgoed.
De prioriteit die deze wet stelt aan het behoud van specifiek particulier erfgoed is een
direct gevolg van de afschaffing van de apartheid, waarna er meer aandacht kwam
voor de geschiedenis van de zwarte gemeenschap. De overheidsarchieven waren in
de ogen van de nieuwe politieke orde eenzijdig en weerspiegelden niet de geschiede
nis van deze bevolkingsgroep. Het veiligstellen van particulier erfgoed was daarom
van cruciaal belang om onderzoek naar de historie van de zwarte gemeenschap
mogelijk te maken.30
De hierboven genoemde landen zijn slechts een paar voorbeelden van een veel groter
aantal landen dat beschikt over wetgeving die het behoud van particuliere archieven
bevordert. Zo zijn bijvoorbeeld ook in Suriname, Noorwegen, Brazilië en Jamaica
MAATSCHAPPELIJK EN PARTICULIER ARCHIEF
22 Ministerie van OCW, Wet behoud cultuurbezit geëvalueerd, http://www.minocw.nl/actueel/
persberichten/11329/wet-behoud-cultuurbezit-geevalueerd-.html (25-02-1999). De vraag over de werking
van de WBC in de praktijk heb ik voorgelegd aan de Erfgoedinspectie. Van hen ontving ik echter geen reactie,
behalve dan dat de vraag in behandeling is genomen.
23 E-mail mr. R.P. Abeling jurist bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, aan Petra Links (25-08-2009).
24 Vanwege de omvang van dit onderzoek zal dit hoofdstuk geen uitputtende vergelijkende analyse geven van de
internationale situatie, maar een schets, waarin een aantal typerende voorbeelden worden gegeven en de
situatie in een aantal landen wordt uitgelicht. Voor meer informatie verwijs ik graag naar de tekst van mijn
scriptie: Privépapieren in bewaring. Een onderzoek naar het hedendaags behoud van particuliere archieven
in Nederland (Universiteit van Amsterdam januari 2010) http://dare.uva.nl/en/scriptie/336811.
25 Moshe Mossek, liana Budowski, 'Private Papers and Archives in Israel: Professional and Legal Aspects',
Atlanti 17 (Trieste 2007) 233-237, aldaar 233.
PETRA LINKS PRIVÉPAPIEREN IN BEWARING
26 Sue McKemmish, 'Traces: Document, record, archive, archives', in: Sue McKemmish, Michael Piggott,
Barbara Reed, Frank Upward, ed., Archives: Recordkeeping in Society (Wagga Wagga 2005) 1-20, aldaar 13.
Organization for Economic co-operation and development, 'Concepts and Dilemmas of State-building in
Fragile Situations, OECD-DAC', in: Journal on Development 9 (Paris 2008) 3, 1-82, aldaar 15.
27 Andrei Rybakou, 'Legal Regulation and the State Archival Service Control over Private Archives Activities in
Belarus', inAtlanti 17 (Trieste 2007) 173-177, aldaar 173. Archiefwet Hongarije, Act LXVI of 1995 on Public
RecordsPublic Archives, and the Protection of Private Archives (1995).
28 Graham Smith, Vivien Law, Andrew Wilson, Annette Bohr, Edward Allworth, Nation-Building In The Post-
Soviet Borderlands. The Politics Of National Identities (Cambridge 1997) 25.
29 Peter Pavel Klasinc, 'Private Archives in Archival Theory and Practice', in: Atlanti 17 (Trieste 2007) 109-121,
aldaar 109.
30 Commissie Waardering en Selectie, Gewaardeerd verleden 80.
37