De openbare archiefbewaarplaatsen kregen hierdoor veel vrijheid en konden zelf bepalen op welke manier zij invulling gaven aan dit beleid.10 De situatie kende echter ook een keerzijde. Door de vrijheid die de wet openbare archiefbewaarplaatsen gaf, konden openbare archiefbewaarplaatsen ook andere prioriteiten stellen dan het bevorderen van het behoud van particuliere archieven. Een goed voorbeeld daarvan is de stille dood die de CRPA stierf in de jaren negentig als gevolg van een beleidsverandering van het RAD. In 1997 verscheen nog een ambitieuze notitie met plannen om alle beschikbare data in het CRPA te laten digita liseren waardoor er een landelijk 'archiefnet' zou ontstaan en een samenwerking met archiefbeherende instellingen en registratiewerkgroepen gerealiseerd zou kunnen worden.11 Maar het digitaliseringsproces liep uit op een mislukking, wat het einde inluidde van het CRPA. Sinds 1997 wordt het CRPA niet meer geactualiseerd.12 Een mogelijke reden hiervoor is de invoering van de versnelde overbrengingstermijn van archieven volgens de Archiefwet 1995. Als gevolg hiervan had het RAD te maken met grote achterstanden, waardoor er weinig tijd overbleef voor zaken die niet tot hun wettelijk verplichte taken behoorden, zoals het bijhouden van het CRPA. In het Archievenblad van december 2009 stellen oud-medewerkers van het CRPA dat het register voor het ARA geen prioriteit meer had en dat het daarmee steeds verder "uitbeeld raakte".13 Na deze teruggang is er sinds de millenniumwisseling weer een toenemende aandacht bij openbare archiefbewaarplaatsen voor particuliere archieven. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de diverse artikelen in de bundel Selectie. Waardering, selectie en acquisitie van archieven uit 2004, die gaan over de ontwikkeling van beleidsplannen bij openbare archiefbewaarplaatsen voor een actievere verwerving van particuliere archieven. Hoogleraar Paul Klep geeft aan dat het maatschappelijke verschijnsel 'historische cultuur' de oorzaak is van deze toename van de aandacht voor het behoud van particuliere archieven bij openbare archiefbewaarplaatsen. "Er bestaat," zo stelt Klep, "een brede psychologische en culturele behoefte bij individuen om na te denken over het verleden en om hun beelden uit het verleden verder te ontwikke len.Openbare archiefbewaarplaatsen worden daarom tegenwoordig veel meer gezien als een "culturele investering in het bewaren van het historisch erfgoed van de samenleving".14 Directeur-generaal Cultuur en Media van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, J.A. van Kranendonk, voegt hieraan in 2007 tijdens het congres '90 jaar Archiefwet' toe dat het belang van particuliere archieven is toegenomen, doordat de overheid zich in de afgelopen jaren steeds meer is gaan opstellen als facili tator en uitvoerende taken heeft overgedragen aan maatschappelijke organisaties. Hierdoor zijn uitvoerende taken niet meer in overheidsarchieven terug te vinden.15 Andere wetgeving in Nederland Hoewel Nederland niet over wetgeving beschikt voor het behoud van particuliere archieven, kent het wel wetgeving die het behoud van andere vormen van particulier eigendom dat van groot maatschappelijk belang worden geacht, moet bevorderen. In het Tekort van het teveel verwijst de Raad voor Cultuur naar de overeenkomsten met twee bestaande Nederlandse wetten: de Monumentenwet en de Wet Behoud Cultuurbezit WBC)Het voorstel van de Raad voor Cultuur beoogt eenzelfde vorm van bescherming ten aanzien van particuliere archieven zoals is vastgelegd in deze wetten. De Monumentenwet uit 1988 biedt wettelijke bescherming aan onroerende rijks monumenten en aan door het Rijk aangewezen stads- en dorpsgezichten. De 55.000 rijksmonumenten, die Nederland op gemeentelijk, provinciaal en rijksniveau kent, zijn opgenomen in een register. Dit bestand beheert de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed,16 die namens de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) ook nieuwe monumenten aanwijst. Eigenaren van rijksmonumenten, zowel natuur lijke als rechtspersonen, moeten voldoen aan regelgeving over het onderhoud en de restauratie van hun pand. Voor werkzaamheden aan rijksmonumenten moeten zij een vergunning aanvragen bij de gemeente of provincie waarin het pand is gevestigd.17 Voor het toezicht op de naleving van de Monumentenwet is de Erfgoedinspectie18 verantwoordelijk. Eigenaren die zich er niet aan houden kunnen een straf krijgen van ten hoogste een jaar gevangenschap of een geldboete.19 De WBC is in 19 84 aangenomen om te voorkomen dat voorwerpen en verzamelin gen van bijzondere cultuurhistorische of wetenschappelijke waarde verloren gaan. De minister van OCW beheert de lijst met voorwerpen die onder deze wet vallen. Sinds de WBC in werking trad, beschermt deze 240 losse voorwerpen en 23 verzame lingen. De Raad voor Cultuur adviseert de minister over nieuwe voorwerpen die in aanmerking komen voor plaatsing op de lijst. Eigenaren van voorwerpen die de minister op de WBC-lijst plaatst zijn verplicht het voornemen tot een verplaatsing van dit voorwerp te melden aan de Erfgoedinspectie, die toeziet op naleving van de WBC. 20 Als het voorwerp naar het buitenland gaat voor bijvoorbeeld een tentoon stelling, dient bovendien toestemming te worden aangevraagd bij de minister van OCW. En als de eigenaar voornemens is het object te verkopen aan iemand in het buitenland, moet hij het eerst ter verkoop aan de Nederlandse staat aanbieden zodat deze het eventueel voor Nederland kan behouden. Ook bij de WBC geldt dat wie zich er niet aan houdt strafrechtelijk kan worden vervolgd.21 Over de effectiviteit van beide wetten is weinig bekend. In 1999 evalueerde een adviescommissie de WBC en oordeelde dat de wet als instrument ter bescherming van voorwerpen met bijzondere cultuurhistorische of wetenschappelijke waarde 35 MAATSCHAPPELIJK EN PARTICULIER ARCHIEF 10 Commissie Nota Archiefbeleid, Nota Archiefbeieid (z.p. [ca.198 5]) 13-14. 11 Algemeen Rijksarchief, Discussienota inzake de registratie van particuliere archieven. CRPA (Den Haag 1997) 4. Samenstellers: M. Beekhuis en M.C. van Leeuwen-Canneman. 12 Marieke Kroonen, CRPA Nieuwe Stijl (z.p. z.j.), http://www.archiefbank.be/doc/kroonen.pdf 9. 13 Noor Ruitenberg, Mieke van Leeuwen-Canneman en Francine Hartman, 'Historia docet? Het Centraal Register van Particuliere Archieven (CRPA), inArchievenblad (december 2009) 8-13, aldaar 9,11. 14 Paul M.M. Klep, 'Verschuivende visies en praktijken. Archieven bewaren voor onderzoek en cultuur', in: Brood, P., ed., Selectie. Waardering, selectie en acquisitie van archieven ('s-Gravenhage 2005) 84-107, aldaar 86-88. 15 Toespraak directeur-generaal Cultuur en Media van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, J. van Kranendonk, uitgesproken op het congres ter gelegenheid van '90 jaar Archiefwet' (31-03-2008). 34 PETRA LINKS PRIVÉPAPIEREN IN BEWARING 16 'De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed is het kennisinstituut voor archeologie, monumenten en cultuurlandschap. Deze kennis zet de Rijksdienst in om met wetten en regels het erfgoed te beschermen en te ontwikkelen.' http://www.rijksdienstvoorhetcultureelerfgoed.nl 17 Ook op provinciaal en gemeentelijk niveau zijn er monumentenlijsten. Deze lijsten worden beheerd door respectievelijk de provincie en de gemeente. Voor eigenaren van deze monumenten geldt eveneens dat zij een bouwvergunning moeten aanvragen bij de provincie of de gemeente waar het pand is gevestigd. 18 'De Erfgoedinspectie waakt op nationaal niveau over een belangrijk deel van het Nederlandse erfgoed. Desgevraagd levert de inspectie in verband met Europese en internationale afspraken haar vakinhoudelijke aandeel bij het waken over het Europese en mondiale erfgoed.' http://www.erfgoedinspectie.nl 19 http://www.monumenten.nl; http://www.cultureelerfgoed.nl; Monumentenwet 1988, Hoofdstuk VI, aldaar artikel 61 en 62. 20 Erfgoedinspectie, Wet tot behoud cultuurbezit (Den Haag 2007) 3-5. 21 Ibidem 5; http://www.erfgoedinspectie.nl.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2012 | | pagina 19