medewerkers, enzovoorts. Maar in dit overzicht zijn niet van de partij verzame laars en collectioneurs (immers ook een soort archivarissen), secretarissen, scribenten2 en andere klerken en ambtenaren3. Al was het maar omdat er te veel zijn om op te sommen. In de fictie zijn het vaak eerder archieven dan archivarissen die zijn verbeeld, en kennelijk tot de verbeelding spreken. Zelfs aan de roman van Leo Frank getiteld Das Archiv, komt geen archivaris te pas.4 Daarom zijn ook archieven -als object- hier buiten beschouwing gelaten. In het kader van dit jaarboek hoeven we immers niet stil te staan bij de metafoor van het depót als stofnest, waar het vaak ook nog donker, vochtig, tochtig, eng en labyrintisch is. 'Het archief' zelf biedt voldoende stof (letterlijk en figuurlijk) voor een separaat onderzoek. Hetzelfde geldt voor de talloze al dan niet tot het genre van de 'spannende literatuur', 'literaire thriller' of policier behorende werken, waarin oude, vreemde, verloren gewaande en andere vergeelde manuscripten de plot van het verhaal bepalen. Dit artikel is niet het eerste over 'de verbeelding' van archivarissen.5 Het zal zeker niet het laatste zijn. Er komen immers alleen maar werken bij, en de materie kan van uit verschillende invalshoeken worden benaderd. De meeste bijdragen die in de loop der tijd zijn verschenen over archivarissen in fictie, zijn opsommend van aard en niet compleet. Ook ik zal niet aan een opsommend karakter ontkomen, en daarnaast ook niet naar compleetheid streven. Voor deze bijdrage heb ik 52 werken onderzocht. In die 52 werken van 48 verschillende schrijvers/scenaristen, teke naars en regisseurs6, is voor in totaal voor 60 fictieve archivarissen een rol wegge legd. Alle titels hebben in deze tekst een plaats gekregen, maar om reden van de beschikbare ruimte zijn de bibliografische gegevens hier achterwege gelaten.7 Anoniem maar toch zichtbaar Archivarissen zijn of anoniem of zichtbaar, maar soms beide tegelijk. Anoniem, zonder naam, maar wel aanwezig. Aanwezig maar zonder rol van betekenis of met een rol van betekenis, maar niet als zodanig gewaardeerd. Als een schim bewegen sommige archivarissen zich door de betreffende fictie. Naamloos (althans tot een zeker moment), maar over het algemeen wel te duiden op grond van (vermeende) karaktertrekken, uiterlijkheden of sociaal gedrag. Zo iemand is de archivaris in De rode kamer van August Strindberg, die op bureau niet meer terug durft te komen omdat hij zich daar ettelijke jaren niet heeft laten zien. Het zegt iets over zijn werkmoraal. Dan de traditionele wereldvreemdheid, verstrooidheid en goe dertierenheid. Het betreft meestal oude, grijze en zonderlinge archivarissen, zoals de "goedige, gestudeerde mijnheer" die verder anoniem blijft, in De avonturen van den stadhuisklerk van archivaris en kinderboekenschrijver Johan Been. Mr. Greve "een ouwe, saaie man van in de veertig!en zijn collega de 'stoffige archivaris' Wiggers, in twee werken van Top Naef, namelijk De dochter en Op een gansje. Mijnheer José in José Saramago's Todos e Nomes (Alle namen), het boek waar maar HANS WAALWIJK GELEERDHEID, GELETTERDHEID, WIJSHEID, ERUDITIE, LIST, BEDROG, DOODSLAG EN MOORD IN EEN GEROMANTISEERD BEROEP 3 Zie voor het zeer lezenswaardige overzicht daarvan Remco Ensel, Alleen tijdens kantooruren. Kleine cultuurge schiedenis van het kantoorleven (Nijmegen: Uitgeverij Vantilt, 2008). 4 Leo Frank [1925-2004] Das Archiv (1978) (Frankfurt am Main/Berlin: Verlag Ullstein, 1986). Het boek is in 1986 onder gelijke titel voor de serie Tatort verfilmd. 5 Een opsomming of bespreking van die overzichten voert in dit kader te ver. 6 Collectieven van meerdere schrijvers/scenaristen, regisseurs of tekenaars voor een werk, zoals in de meeste films, tv-series en strips, zijn hier als één opgevoerd. 7 Een overzicht van de titels met bibliografische gegevens, parafrases en citaten uit de betreffende werken is als bijlage in dit jaarboek opgenomen. 81

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2010 | | pagina 83