Babelse spraakverwarring geleid. Begrippen als 'archiveren' en 'metadata' hebben binnen de archivistiek en de ICT verschillende betekenissen. Het is niet alleen belangrijk om te weten welke betekenis de gesprekspartner aan bepaalde begrip pen geeft, soms is het ook aangewezen om duidelijke terminologische afspraken te maken. Archiveren als primair proces Bij het bouwen en het richten van archiveringsoplossingen is het belangrijk dat de digitale archivaris de processen digitaal documentbeheer en digitale archive ring aanstuurt, en dit bijvoorbeeld niet aan anderen binnen de organisatie over laat. Er zijn natuurlijk raakvlakken met andere beleidsdomeinen zoals organisatiekunde en ICT, maar archiveren blijft het primaire proces, ook al betreft het gedigitaliseerde werkprocessen en digitale archiefdocumenten. Fixeren van documenten, registreren van metadata, waarderen, selecteren, dossiervorming en contextualiseren van archiefdocumenten blijven de voor naamste taken van het archiveringssysteem. De archiefwetenschap blijft het kader waarbinnen het digitale spook aan banden wordt gelegd. De confrontatie met digitale archiefvorming leidt niet tot het herdenken of her formuleren van de uitgangspunten van het archivistisch vakgebied, wel integen deel. De basisprincipes van de archiefwetenschap blijven leidend bij het uitwerken van strategieën voor digitale archivering. Alleen moeten die basisprincipes in een andere context worden toegepast. Die gewijzigde context vraagt dat de praktische toepassing van deze principes op een andere wijze dan in de analoge wereld gebeurt. Het doel blijft hetzelfde, alleen zullen de methoden verschillen. Dit bete kent dat de digitale archivaris niet zomaar kan terugvallen op de vaste werkwijzen en handelingen uit de analoge wereld. De analoge methoden zijn niet zonder meer overzetbaar naar de digitale wereld en/of zouden niet hetzelfde doel berei ken. In de plaats daarvan moet de digitale archivaris terugkeren naar de principes en uitgangspunten van de archivistiek en de ratio die er de basis van vormt. Pas wanneer de archivaris dit kader ten volle begrijpt, kan hij in de digitale wereld methoden kiezen die hetzelfde doel bereiken. Digitaal archiveren is in dit opzicht echt een 'back to basics'. Oplossingen voor analoge en digitale archivering hebben finaal dezelfde doelstelling ("ongeacht hun vorm"), maar de wijze waarop de oplossingen in de praktijk worden gebracht zal grondig verschillen. Binnen het archivistische denkkader nemen de definitie van archief en de ken merken van een archiefdocument een centrale plaats in. Een correcte toepassing van deze begrippen is een essentiële stap in het uitdenken van archiverings oplossingen voor digitaal archief. De functie van de archiefdocumenten moti veert waarom de archivering noodzakelijk is. Eens deze vraag is beantwoord, vloeit de identificatie van de archiefdocumenten en hun metadata hieruit voort. Voor beide vragen is er geen onderscheid tussen papieren en digitaal archief. Het beantwoorden van beide vragen biedt in de digitale wereld wel het voordeel dat de archiveringsproblematiek tot zijn essentie wordt herleid. Niet alleen is hiermee meteen de klassieke selectievraag grotendeels beantwoord, ook nieuwe vragen inzake de 'capture' van de digitale archiefdocumenten (Wanneer het archiefdocument en zijn metadata vastleggen? Welke componenten van het 66 PROFESSIE

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2010 | | pagina 68