Gebruikersparticipatie in Nederland Zoals aan het begin van dit artikel al aangegeven, is het aantal archivarissen dat zich daadwerkelijk met Web 2.0 inlaat nog zeer beperkt. Natuurlijk, het aantal archiefdiensten dat filmpjes uploadt naar YouTube groeit, evenals het aantal archieven dat een weblog start en gebruikers kunnen in de gemiddelde fotodata base al wel reacties achterlaten bij foto's. Maar wie inmiddels door al het boven staande een beter begrip heeft van de ontwikkeling van het sociale web, weet dat het inzetten van YouTube of het starten van een weblog niet verder gaat dan oude dingen doen op een nieuwe manier. Een daadwerkelijke omarming van de Web 2.O-principes gaat immers veel verder. En de consequenties voor de individuele archivaris zijn ook een stuk groter, dan het aanleren van de techniek van YouTube of het schrijven van een blogtekst. Het gaat eigenlijk om het 'aanleren' van een nieuwe houding. Een waarin archivarissen daadwerkelijk hun ivoren toren verla ten en tussen de archiefbezoeker in gaan staan. Durven ze buiten hun comfortzo- ne te stappen en oude zekerheden op te geven, op zoek naar een nieuwe, meer gelijkwaardige verhouding met en tot hun klanten? Toch zijn er al wel enkele sprekende voorbeelden van archiefdiensten die op door dachte wijze gebruikersparticipatie toestaan en archivarissen die zich mengen in de conversaties op het web, niet zozeer als autoriteit op een voetstuk, maar als gelijkwaardige deelnemer aan community's. Niet bang om oude monopolies op te geven en klanten meer ruimte te bieden, zelfs een deel van hun werk over te laten nemen. Archivarissen dus die zich een andere houding hebben aangemeten: archivarissen 2.0! De bekendste voorbeelden komen uit de koker van het Nationaal Archief, veelal onder de vlag van het project Beelden voor de Toekomst, waarin meerdere innova tieve publiekstoepassingen worden ontwikkeld. Zo bereikt het Nationaal Archief met het plaatsen van een groot deel van haar fotocollectie op Flickr niet alleen een groot publiek, maar krijgen gebruikers ook de kans met deze foto's aan de slag te gaan. Ze mogen bijvoorbeeld eigen trefwoorden ofwel tags toekennen, waarvan nu wordt 'bekeken' - terecht, maar tevens exemplarisch voor de worsteling van traditionele instituten met nieuwe media - of deze kunnen worden overgenomen in de reguliere fotodatabase van het archief. Daarmee krijgt het archief een alter natieve toegang op de fotocollectie, gebaseerd op het jargon van de klant, wel haast in de schoot geworpen. Gebruikers mogen foto's ook gebruiken op eigen websites en weblogs, ze worden veelvuldig gekoppeld aan andere foto's (die bij voorbeeld dezelfde situatie in een andere periode laten zien) en ze geven aanvul lingen, verbeteringen en soms zelfs vertalingen bij en van de fotobeschrijvingen. De meeste foto's zijn door het archief zonder al te veel beperkingen online gezet, waardoor veel drempels voor klanten zijn weggenomen om de collectie te gebruiken.10 Een recenter project is Mapitl418 dat helemaal draait om foto's van de Eerste Wereldoorlog. In spelvorm wordt bezoekers van de website gevraagd deze foto's te PROFESSIE 10 Judith Moortgat, Taking Pictures to the Public. Evaluatieverslag Nationaal Archief 6c Spaarnestad Photo op Flickr the Commons (8 juni 2009) https://www.box.net/shared/4glrbkngtj Nationaal Archief op Flickr: http://www.flickr.com/photos/nationaalarchief (laatst geopend 1 februari 2010). 11 Mapitl418: http://www.mapitl418.nl (laatst geopend 1 februari 2010). 54

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Jaarboeken Stichting Archiefpublicaties | 2010 | | pagina 56